Werkgever veroordeeld tot betaling van € 179,10 bruto aan achterstallig loon.

Grensoverschrijdend gedrag van leidinggevende. Ontslag op staande voet onterecht. Verklaring van een door werkgeefster ingeschakelde gecertificeerde vertrouwenspersoon. Billijke vergoeding toegekend.

Loonvordering in kort geding afgewezen gelet op beperkt spoedeisend belang (WW-uitkering), het mogelijk oordeel in de bodemprocedure en het restitutierisico. Aanwezigheid wilsgebrek of afwezigheid wilsovereenstemming bij sluiten beëindigingsovereenkomst onduidelijk.

Werknemer neemt bij opzegging opzegtermijn van een maand niet in acht. Nieuw werk en het door werkgever niet toekennen van vakantie leveren geen dringende reden op voor onverwijld ontslag door de werknemer. Gefixeerde schadevergoeding aan werkgever toegewezen.

Verzoek tot ontbinding op de d-grond afgewezen. De samenwerkingsproblemen binnen het team waar werknemer deel van uitmaakt leiden niet tot disfunctioneren van werknemer zelf. Ook zijn in het verbetertraject geen duidelijke doelen gesteld.

Ontslag op staande voet wegens schending nevenwerkzaamhedenbeding en het aantasten van de gezagsverhouding, onterecht gegeven. Van werknemer mocht een constructief gesprek worden verwacht en er was nog geen zicht op een bestendige arbeidsrelatie. Billijke vergoeding nihil.

Rechtsgeldig ontslag op staande voet, omdat werknemer ondanks een waarschuwing in verband met werkweigering zonder kennisgeving niet is verschenen bij de opdrachtgever van werkgever en tevens geen verweer heeft gevoerd wegens afwezigheid tijdens de zitting.