Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 8 februari 2011
ECLI:NL:GHSHE:2011:BP5042
werknemer/X
Werknemer (61 jaar) is sinds 1980 in dienst van X als supermarktmanager. In 2003 is werknemer in dienst getreden van het distributiecentrum van X, laatstelijk in de functie van chef emballage. In het kader van de nieuwbouw en herstructurering van het distributiecentrum van X, zijn alle leidinggevende functies veranderd, zodat iedereen opnieuw op deze functies diende te solliciteren middels een assessment. Werknemer heeft voor drie functies een assessment ondergaan (2005). Uit deze test bleek dat werknemer niet beschikte over het vereiste mbo-niveau en leidinggevende capaciteiten. X heeft werknemer outplacement aangeboden en heeft in zijn eigen netwerk naar passende functies gezocht. Uiteindelijk is de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd en is aan werknemer een vergoeding van € 150.000 toegekend (C=0,9 oude kantonrechtersformule). Volgens werknemer is evenwel sprake van een valse reden voor opzegging, omdat de nieuwe functies inhoudelijk gelijk zouden zijn aan zijn oude functie. Voorts beroept werknemer zich op het gevolgencriterium.
Het hof oordeelt als volgt. Uit diverse beleidsdocumenten blijkt overduidelijk dat de nieuwe werkvorm van het distributiecentrum andere inhoudelijke eisen aan leidinggevenden stelde. Er is derhalve geen sprake van een valse reden.
Wat het gevolgencriterium betreft, oordeelt het hof dat het eenzijdige werkverleden van 27,5 jaar, de hoge leeftijd (58 jaar ten tijde van het ontslag) en de arbeidsmarktpositie niet opwegen tegen de inspanningen die werkgever heeft geleverd middels het aanbieden van outplacement. Bij de beantwoording van de vraag of een in het kader van een reorganisatie, zoals de onderhavige, gegeven ontslag kennelijk onredelijk is, vormt het feit dat de voor de werknemer getroffen voorziening in overeenstemming is met een met een representatieve vakorganisatie afgesloten Sociaal Plan een aanwijzing dat die voorziening toereikend is. Niet gebleken is dat geen sprake is van een representatieve vakbond, zodat werknemer aan de inhoud van het Sociaal Plan gebonden is.
Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.