werknemer/Herke Technology BV

Herke drijft een onderneming in de ICT-branche, waaronder een groothandel in hard- en software en het projectmatig opzetten en onderhouden van ICT-oplossingen. Werknemer heeft van 1 mei 2006 tot en met 30 november 2007 op grond van een arbeidsovereenkomst bij Herke gewerkt in de functie van accountmanager. Hij was als zodanig verantwoordelijk voor het systeembeheer van Stichting Europees Platform. Werknemer is na opzegging van de overeenkomst met Herke in loondienst getreden van Vitasys B.V. te Zwaagdijk. Hij heeft in de periode van juni tot en met november 2008 namens en/of ten behoeve van zijn nieuwe werkgever zakelijk contact gehad met Stichting Europees Platform, onder meer over de levering van hardware en de overname van het systeembeheer door Vitasys. Herke heeft vervolgens naleving van de contractuele bedingen (concurrentie-, relatie-, geheimhoudings- en boetebeding) gevorderd. De kantonrechter heeft de vorderingen van Herke toegewezen. In appel stelt werknemer onder meer dat hij de bedingen niet 'schriftelijk' is aangegaan. In de arbeidsovereenkomst staat enkel een paraaf op de afzonderlijke pagina's, maar ontbreekt een handtekening waaruit enkel geconcludeerd kan worden dat werknemer de bezwarende bedingen heeft gelezen (paraaf) maar niet met deze bedingen heeft kunnen instemmen (handtekening).

Het hof oordeelt als volgt. De stelling van werknemer faalt. Uit de e-mails die hij naar aanleiding van het concept van de schriftelijke arbeidsovereenkomst op 29 en 30 september 2007 aan Herke heeft gestuurd, in welke laatste mail hij een deel van het relatiebeding heeft geciteerd, blijkt voorts dat hij zich rekenschap heeft gegeven van de reikwijdte van dat beding en dat hij overwoog extern advies daarover in te winnen. Aan het vereiste dat het relatiebeding schriftelijk moet worden overeengekomen – en aan de ratio van dat vereiste – is derhalve voldaan. Herke heeft er bovendien gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat werknemer instemde met alle in de schriftelijke arbeidsovereenkomst neergelegde bepalingen toen hij alle bladzijden van de schriftelijke arbeidsovereenkomst van zijn paraaf had voorzien. Dit klemt temeer omdat de paraaf en de handtekening van werknemer destijds niet van elkaar verschilden.

Anders dan werknemer meent, ziet het relatiebeding niet enkel op het actief benaderen van relaties van de ex-werkgever (direct dan wel indirect onderhouden). Schending van het relatiebeding staat derhalve vast. De stelling van werknemer dat hij bij weigering te voldoen aan een opdracht van Vitasys om contact te onderhouden met Europees Platform het risico liep dat de arbeidsrelatie verstoord zou raken of op staande voet zou worden ontslagen, kan hem evenmin baten. Dit komt immers voor rekening en risico van werknemer. De stelling dat Herke door onrechtmatig verkregen bewijs de overtredingen heeft kunnen vaststellen, wordt verworpen. Het beroep op matiging van de contractuele boete eveneens.