Rechtspraak
Paswerk/werknemer
(Hoger beroep van AR 2011-0263.) Werknemer is sinds maart 2008 in dienst van Paswerk. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor werknemers in sociale werkvoorziening van toepassing. Hij is ingeschaald in loonschaal B1 trede 1 met een brutosalaris van € 1338. Op grond van artikel 24 cao sociale werkvoorziening mag een werkgever gedurende maximaal vijf jaar een werknemer inschalen op het niveau van het minimumloon indien met de werknemer een ontwikkelplan is opgesteld. Indien dit niet is gebeurd, heeft de werknemer met terugwerkende kracht recht op het functieloon. Werknemer legt aan zijn onderhavige loonvorderingen ten grondslag dat hij bij zijn indiensttreding, waarbij hij als zelfstandig klusjesman tewerk werd gesteld, ten onrechte is ingeschaald op niveau B1, dat vrijwel gelijk is aan het minimumloon, terwijl dat niveau C2 had behoren te zijn. Met een onderbreking wegens rugklachten, is zijn werk steeds zelfstandig werk op het niveau C2 gebleven. Op grond van artikel 24 lid 1 en 4 van de cao sociale werkvoorziening vordert hij thans met terugwerkende kracht het functieloon op niveau C2. De kantonrechter heeft de vordering voor een belangrijk deel toegewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Het hof is met Paswerk van mening dat in casu artikel 24 cao toepassing mist, omdat werknemer (3 euro) meer dan het minimumloon verdiende. Het slagen van deze grief leidt echter nog niet tot vernietiging van het bestreden vonnis. In de stellingen van werknemer ligt immers besloten dat hij hoe dan ook meent dat hij, gelet op de door hem verrichte werkzaamheden, vanaf de aanvang van zijn dienstverband te laag is ingeschaald. Paswerk heeft daartegenover juist aangevoerd dat werknemer van meet af aan is ingeschaald op het voor hem geldende functieloon. Onderzocht dient derhalve te worden – aan de hand van de overige grieven – of Paswerk werknemer juist heeft ingeschaald. Naar het oordeel van het hof is dit niet het geval en is de inschaling op C1-niveau de juiste.