werknemer/IBM Nederland BV

Werknemer is sinds 1975 in dienst van IBM als service information analyst. In mei 2008 heeft IBM aan werknemer kenbaar gemaakt dat zijn functie komt te vervallen. Er is een arbeidsconflict ontstaan en werknemer heeft zich in augustus 2008 ziek gemeld. In juni 2009 is werknemer weer arbeidsgeschikt verklaard. Mediation heeft niet tot een oplossing van het conflict geleid. Nadat UWV Werkbedrijf wegens een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie toestemming heeft gegeven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst, heeft IBM de arbeidsovereenkomst opgezegd. Werknemer stelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is en vordert schadevergoeding. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen en overwogen dat IBM zich als goed werkgever heeft opgesteld en IBM geen verwijt treft van het ontslag.

Het hof oordeelt als volgt. IBM heeft diverse klachten van werknemer sinds 2006 serieus genomen en hierop gereageerd. Van belang is dat IBM werknemer een aantal alternatieven heeft geboden om het conflict op te lossen. Zo heeft IBM een beëindigingsvoorstel gedaan, een intern en later een extern mediationtraject opgestart en is er overleg geweest met werknemer en zijn echtgenote om de diverse scenario’s te bespreken. IBM heeft zich hierbij als goed werkgever gedragen. De grief tegen het oordeel dat IBM zich onvoldoende voor herplaatsing heeft ingespannen, faalt. Dat IBM zich onvoldoende zou hebben ingespannen, heeft werknemer onvoldoende toegelicht. Voorts faalt het beroep op het gevolgencriterium. Een ontslag op hoge leeftijd (54 jaar) maakt het ontslag niet steeds kennelijk onredelijk en ook een langdurig onberispelijk dienstverband is op zichzelf onvoldoende om een ontslag als kennelijk onredelijk aan te merken. Voor zover de arbeidsmarktpositie van werknemer slecht is, komt dit voor zijn rekening omdat hij diverse binnen IBM aangeboden functies heeft geweigerd. Ook heeft IBM terecht gesteld dat het enkele feit dat de werknemer nadeel lijdt vanwege het ontslag dat ontslag niet kennelijk onredelijk maakt, en dat de uitstekende financiële positie van IBM bij de beoordeling van de kennelijke onredelijkheid van het ontslag geen rol speelt. Volgt afwijzing van de vorderingen.