werknemer/Cargill

Het geschil tussen partijen betreft het antwoord op de vraag of Cargill door betaling van een bedrag van € 73.015 netto heeft voldaan aan haar verplichting aan werknemer ten titel van beëindigingsvergoeding een bedrag van € 136.915 bruto te betalen, welke verplichting voor haar voortvloeide uit de op 10 maart 2008 tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst. Wat partijen verdeeld houdt, is het antwoord op de vraag of de zogenoemde ‘hypotax’ van toepassing is. Naar het oordeel van het hof is dit niet het geval, nu vaststaat dat het bedrag volledig in Roemenië belast zal zijn. Werknemer heeft derhalve recht op € 34.518 netto wegens ten onrechte en te veel ingehouden tax.