Naar boven ↑

Rechtspraak

Holapress Communicatie BV/werkneemster
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 24 december 2013
ECLI:NL:GHSHE:2013:6337

Holapress Communicatie BV/werkneemster

Eenzijdige wijziging van het Bedrijfsreglement (afschaffing suppletie bij ziekte) in casu in strijd met criteria van Stoof/Mammoet. Uitsluiting van suppletie in de arbeidsovereenkomst maar incorporatie van suppletieregeling Bedrijfsreglement voor risico van werkgever

Werkneemster is op 17 januari 1997 in dienst getreden bij Holapress. Werkneemster heeft zich op 3 augustus 2009 ziek gemeld in verband met een arbeidsconflict. Met ingang van 3 augustus 2009 is aan haar aanvankelijk 100% van haar salaris uitbetaald en met ingang van 1 januari 2010 70% van haar salaris. De arbeidsovereenkomst is per 15 april 2010 ontbonden. Op de door Holapress verschuldigde ontbindingsvergoeding aan werkneemster heeft Holapress het te veel betaalde loon (het verschil tussen het wettelijke percentage van 70% en de uitbetaalde 100%) ingehouden. Werkneemster beroept zich evenwel op het geïncorporeerde Bedrijfsreglement 2008 dat voorziet in een suppletie gedurende de eerste drie maanden van ziekte. Werkneemster heeft vervolgens beslag gelegd op de rekening van Holapress. Holapress stelt zich op het standpunt dat het Bedrijfsreglement inmiddels is gewijzigd en dat geen suppletieregeling meer geldt. In de onderhavige zaak staat de vraag centraal of Holapress gerechtigd was over te gaan tot verrekening en in hoeverre werkneemster zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige daad door de ontbindingsvergoeding volledig te executeren.

Het hof oordeelt als volgt. Holapress wijst in de eerste plaats op artikel 7 van de individuele arbeidsovereenkomst waarin staat opgenomen dat werkneemster geen recht heeft op suppletie tijdens ziekteperiodes. Het hof wijst er echter op dat in artikel 11 van deze overeenkomst staat opgenomen dat aanvullingen kunnen plaatsvinden, mits schriftelijk door de werkgever bevestigd. Het bedrijfsreglement heeft als zo’n aanvulling te gelden. Holapress kan ook niet worden gevolgd in haar betoog dat het recht op doorbetaling van 100% van het loon, dat bij versie 2 aan de werknemers is toegekend, door haar op rechtsgeldige wijze aan de werknemers is ontnomen bij versie 3 van het bedrijfsreglement. Daarbij is van belang dat het hier – indien die wijziging al door Holapress op intranet zou zijn gepubliceerd – een eenzijdige wijziging door de werkgever van een arbeidsvoorwaarde in het nadeel van de werknemers betreft. De vraag of werkneemster deze eenzijdig doorgevoerde wijziging tegen zich moet laten gelden, dient te worden beoordeeld met inachtneming van artikel 7:611 BW, zoals uitgewerkt in het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847 (Stoof/Mammoet). Dat sprake is geweest van een wijziging van omstandigheden waarin Holapress als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot de bedoelde wijziging van de arbeidsvoorwaarden, is niet gesteld of gebleken. Daartoe is in elk geval onvoldoende dat Holapress, zoals uit haar stellingen blijkt, in de derde versie van het bedrijfsreglement het recht op doorbetaling van 100% van het loon gedurende de eerste drie maanden van ziekte heeft laten vervallen vanwege ‘de wijze waarop de arbeidsrelatie met werkneemster zich had ontwikkeld’. Voorts merkt het hof op dat op de door Holapress overgelegde versie staat vermeld dat het een concept betreft, zodat niet zonder meer ervan kan worden uitgegaan dat deze nieuwe versie in de rechtsverhouding tussen partijen is gaan gelden, althans dat werkneemster dit ook heeft moeten begrijpen. Uit het voorgaande volgt dat werkneemster op 14 mei en 15 juli 2009 en gedurende de eerste drie maanden van haar ziekte in het najaar van 2009 recht had op 100% doorbetaling van het salaris. Dit betekent dat Holapress ten onrechte 30% van het door haar van 3 augustus 2009 tot 1 oktober 2010 aan werkneemster betaalde salaris deels heeft verrekend.