Naar boven ↑

Rechtspraak

X/PostNL Pakketten Benelux B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19 februari 2016

X/PostNL Pakketten Benelux B.V.

Is pakketbezorger PostNL werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst? Postbezorger niet-ontvankelijk in vordering, nu de opzegging waartegen het verzoek is gericht niet meer bestaat.

PostNL maakt voor de pakketverzorging gedeeltelijk gebruik van de diensten van zelfstandige pakketbezorgers (hierna: subcontractors). PostNL heeft daartoe met deze subcontractors overeenkomsten gesloten. X drijft sinds 1 september 2011 een eenmanszaak. Op 11 mei 2012 heeft X na een proefperiode een ‘vervoersovereenkomst’ (hierna: de overeenkomst) gesloten met PostNL. PostNL heeft de overeenkomst met X op 30 september 2015 opgezegd. Daarbij is aangegeven dat X niet kan aantonen dat hij per 1 januari 2016 over een Eurovergunning beschikt. Bij brief van 16 november 2015 heeft PostNL aan X bericht dat de opzegging van 30 september 2015 niet langer geldt en dat X een nader uitstel wordt verleend tot 1 april 2016 om de Eurovergunning te overleggen. Bij brief van 28 december 2015 heeft PostNL de overeenkomst opgezegd, omdat X niet heeft aangetoond per 1 april 2016 over de Eurovergunning te kunnen beschikken. Indien X er toch in slaagt de Eurovergunning voor 1 april 2016 te overleggen, wil PostNL de opzegging ongedaan maken. Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of X werkzaam is op basis van een overeenkomst van opdracht (standpunt PostNL) of op basis van een arbeidsovereenkomst (standpunt X).

De kantonrechter oordeelt als volgt. In haar verweerschrift heeft PostNL allereerst gesteld dat X geen belang meer heeft bij zijn verzoekschrift dat is gericht tegen de opzegging van 30 september 2015. Eerst bij re- en dupliek bij de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van X tussen neus en lippen door gesteld dat het verzoekschrift zich ook richt tegen de opzegging van 28 december 2015. Dit kan echter niet als een deugdelijke en toegestane aanvulling dan wel wijziging van een verzoekschrift worden gezien. X wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek, nu de opzegging waartegen het verzoek is gericht niet meer bestaat.