Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ Jupiter Uitzendbureau Westland B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 26 oktober 2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:3252
Werkgever is in beginsel gehouden om zelf als werkgever steeds een gespecificeerd overzicht te kunnen verstrekken van (onder meer) alle feitelijk gewerkte uren. Loonvordering toegewezen.

Feiten

Van 20 maart 2017 tot 28 juli 2017 was werknemer voor 24 uren per week op grond van een arbeidsovereenkomst als chauffeur in dienst van Jupiter. Als zodanig heeft werknemer uitzendkrachten of personeel van Jupiter vervoerd van en naar inleners of klanten van Jupiter. In dit geding gaat het kort gezegd om een vordering tot betaling van onbetaalde overuren en onbetaalde beschikbaarheidsuren. De kantonrechter heeft Jupiter op straffe van een dwangsom bevolen afschriften te verstrekken van uitdraaien, tachograafschijven en andere stukken waaruit de omvang van zijn gemaakte uren blijkt. In eerste aanleg heeft werknemer betaling van onbetaalde (maar gewerkte) uren en onbetaalde beschikbaarheidsuren gevorderd. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Werknemer komt tegen het vonnis in hoger beroep.

Oordeel

Werknemer keert zich tegen de overweging in het vonnis die inhoudt dat hij niet mag volstaan met een kale verwijzing naar overgelegde producties zonder duidelijk te maken welke stellingen hij precies ter beoordeling wil voorleggen en waartegen Jupiter zich precies dient te verweren. Volgens werknemer geldt dit niet voor zijn verwijzing naar de overgelegde urenadministratie waarop het eindtotaal met het aantal gewerkte uren is vermeld. Het hof zal de verwijzing naar de door werknemer overgelegde urenadministratie beoordelen in het kader van de concrete onderbouwing van de vorderingen. Omdat het hoger beroep niet alleen dient ter controle op door de kantonrechter gegeven beslissingen maar partijen ook de mogelijkheid biedt tot herstel, wijziging of aanvulling van wat in eerste aanleg is gedaan of nagelaten, zal het hof daarbij de hernieuwde (actuele) beoordeling geven aan de hand van de in beroep door werknemer gegeven nadere onderbouwing. Werknemer stelt op grond van de overgelegde urenadministratie te hebben berekend dat hij in het kader van de arbeidsverhouding in totaal 724,45 uren heeft gewerkt. Verder zou het eindtotaal moeten worden vermeerderd met 130 gewerkte (meer)uren, omdat ook op achttien concreet genoemde (maar in die administratie ontbrekende) dagen in mei en juni 2017 zou zijn gewerkt en bovendien zou moeten worden uitgegaan van (niet de daarin weergegeven “Drive Time” maar) de uit die administratie blijkende begin- en eindtijden. Het hof oordeelt dat dit niet voldoende gemotiveerd wordt betwist door Jupiter, temeer nu Jupiter in beginsel gehouden is om zelf als werkgever steeds een gespecificeerd overzicht te kunnen verstrekken van (onder meer) alle feitelijk gewerkte uren. Deze vordering wordt toegewezen. Voor wat betreft de beschikbaarheidsuren overweegt het hof dat deze door werknemer onvoldoende zijn onderbouwd. Deze vordering wordt afgewezen.