Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 14 november 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:4092

werknemer/werkgeefster

Ontslag op staande voet blijft in stand. De inzet van camerabeelden is gerechtvaardigd en proportioneel, omdat de gerichte inzet noodzakelijk was te achterhalen dat goud zou worden weggenomen door werknemer.

Werkgeefster verleent diensten aan de afvalverbrandingsindustrie. Tijdens het proces worden onder meer goud, zilver en koper van het restproduct gescheiden, welke metalen na die scheiding worden verkocht aan smelters in Europa. Werknemer is sinds 2013 werkzaam voor werkgeefster in de functie van operator. In april 2018 kreeg werkgeefster een anonieme tip, inhoudende dat waardevolle metalen die gedurende het scheidingsproces vrijkomen, waaronder goud, door werknemers van werkgeefster worden ontvreemd. Naar aanleiding van die tip heeft werkgeefster op 9 april 2018 contact gezocht met X Bedrijfsrecherche B.V. (hierna: de bedrijfsrecherche). Omdat de exacte locatie op dat moment echter onbekend was, heeft werkgeefster – in overleg met de bedrijfsrecherche – besloten het onderzoek tijdelijk te pauzeren totdat er meer zekerheid bestond. Op 15 juni 2018 is een personeelsbijeenkomst gehouden waarbij aan het voltallig personeel (inclusief werknemer) is medegedeeld dat het gerucht ging dat er tijdens het productieproces goud werd ontvreemd, dat dit niet geoorloofd is en dat personeel dat zich daaraan schuldig maakt op staande voet zal worden ontslagen. Begin oktober 2018 ontving werkgeefster nadere informatie inhoudende dat er toch nog goud werd ontvreemd door medewerkers en waarbij de plek waar goud werd ontvreemd werd aangeduid. Naar aanleiding van die informatie heeft werkgeefster het contact met de bedrijfsrecherche hervat waarna de oorspronkelijke opdracht is voorgezet. Aan de hand van camerabeelden heeft werkgeefster geconcludeerd dat daaruit duidelijk blijkt dat vijf medewerkers, onder wie werknemer, goud en/of andere waardevolle materialen aan het zoeken/afromen en ontvreemden waren. Op 14 november 2018 heeft werkgeefster gesprekken gevoerd met de vijf werknemers. Op 16 november 2018 heeft werkgeefster de arbeidsovereenkomst met werknemer met onmiddellijke ingang opgezegd wegens het ontvreemden van bedrijfseigendommen. Bij beschikking van 6 maart 2019 heeft de kantonrechter het verzoek van werknemer tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst en wedertewerkstelling afgewezen.

Oordeel

Plaatsing verborgen camera onrechtmatig?

Een werknemer mag er in beginsel op vertrouwen dat zijn privacy wordt beschermd. In deze zaak heeft werkgeefster echter aangevoerd dat het gebruik van de camera noodzakelijk was om de waarheid te achterhalen na een herhaalde melding dat goud zou worden weggenomen door werknemers. Uit de door de kantonrechter vastgestelde en in hoger beroep niet betwiste feiten blijkt dat sprake was van een serieus te nemen verdenking dat bedrijfseigendommen, met name goud, werden weggenomen door werknemers. Tevens had een eerste algemene mondelinge waarschuwing van het voltallig personeel kennelijk geen effect gesorteerd, gelet op de nadere informatie die werkgeefster begin oktober 2018 kreeg. Werkgeefster heeft naar aanleiding daarvan gedurende een beperkte periode een verborgen camera gebruikt en die camera uitsluitend gericht op de plaats waarover zij de nadere informatie had gekregen. Het hof acht deze in duur beperkte en op één plaats toegespitste inzet van de verborgen camera afgezet tegen het belang van werkgeefster om te achterhalen welke werknemers goud wegnamen, gerechtvaardigd en proportioneel.

Is sprake van een terecht ontslag op staande voet? 

Het hof acht bewezen dat werknemer bedrijfseigendommen van werkgeefster zonder haar toestemming heeft weggenomen. Het hof verwijst daarvoor naar de verklaringen van werknemer 1 en werknemer 3. Beiden verklaren dat ze hebben gezien dat ook werknemer goud heeft weggenomen. Daarnaast sluit hetgeen door de kantonrechter is waargenomen op de camerabeelden ook aan op de gedetailleerde verklaring van werknemer 3, welke verklaring daardoor verder aan geloofwaardigheid wint. De conclusie is dat sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet. Het hof gaat uit van de camerabeelden van 7 en 8 november 2018, die op 12 november 2018 zijn bekeken. Vervolgens heeft werkgeefster op 14 november 2018 gesprekken gevoerd met de betrokken werknemers onder wie werknemer en zij heeft werknemer op 16 november 2018 ontslagen. Daarmee is voldaan aan de onverwijldheidseis.