Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Gemeente Rheden
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 10 januari 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:113
Gemeente veroordeeld tot nabetaling salaris aan werkneemster van € 11.517,61 bruto, te vermeerderen met 17,05% IKB, vanwege ‘te veel gewerkte’ uren.

Feiten

Werkneemster is op 6 november 2000 in dienst getreden bij de gemeente Rheden (hierna: de gemeente) als ICT-adviseur op basis van een aanstelling van 26,53 uur per week. Haar feitelijke arbeidsduur was 28 uur per week. Op 1 juli 2017 is de gemeente een samenwerking aangegaan met de gemeenten Arnhem en Renkum. De uitvoeringsorganisatie ‘De Connectie’ werd opgericht en werkneemster ging voor die organisatie werkzaamheden verrichten. Ze bleef wel in dienst bij de gemeente. Met ingang van 1 september 2018 is de functie van werkneemster gewijzigd. Ze werd ‘demand manager’ voor 28 uur per week. Per 1 januari 2020 was werkneemster werkzaam bij de gemeente op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst is de cao Gemeenten (hierna: de cao) van toepassing verklaard. Werkneemster is op 3 augustus 2020 volledig arbeidsongeschikt geraakt. Vanaf 19 juli 2021 was werkneemster volgens de bedrijfsarts volledig arbeidsgeschikt. In januari 2022 heeft werkneemster haar werkzaamheden hervat, waarna zij in mei 2022 uit dienst is getreden vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Werkneemster vordert thans een verklaring voor recht dat zij vanaf 1 april 2020 in dienst is geweest bij de gemeente voor gemiddeld 47,5 uur per week alsmede veroordeling van de gemeente tot betaling van een bedrag van € 197.105,28 bruto aan achterstallig salaris. Werkneemster stelt dat zij in de periode 1 juli 2017 tot en met 26 mei 2022 meer gewerkt heeft dan het overeengekomen aantal uren en de gemeente dient die te veel gewerkte uren te betalen. Zij beroept zich op artikel 4:2 van de CAR-UWO respectievelijk artikel 5.4 van de cao. Werkneemster is bij tussenbeschikking in de gelegenheid gesteld te bewijzen hoeveel uren zij heeft besteed aan de gestelde werkzaamheden, alsmede dat deze werkzaamheden aan haar waren opgedragen. Bij tweede tussenbeschikking is geoordeeld dat werkneemster nog recht heeft op betaling van 324 uur (gebaseerd op 12 ‘te veel gewerkte’ uren per week), hetgeen leidt tot toewijzing van een bedrag van € 9334,44 bruto. Werkneemster is in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het antwoord op de vraag of, uitgaande van voormelde 12 uur, toepassing van de cao slechter uitpakt dan toepassing van de wettelijke regeling en zo ja, in hoeverre. Deze vraag is relevant voor haar vordering tot betaling van loon tijdens ziekte (vanaf week 30 van 2020).

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen zijn het erover eens dat werkneemster bij uitbetaling op grond van de wet (van 70% van het gemiddelde loon dat zij had kunnen verdienen) € 2183,17 bruto meer had ontvangen. Dit bedrag wordt toegewezen, te vermeerderen met 17,05% Individueel Keuze Budget. Over dit laatste bedrag wordt ook wettelijke rente toegewezen. Het in totaal toegewezen bedrag van (€ 9334,44 + € 2183,17 =) € 11.517,61 bruto wordt vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. Werkneemster heeft ook vakantie-uren gevorderd. Ze stelt dat zij op grond van artikel 6.1 lid 1 van de cao recht heeft op 106 wettelijke vakantie-uren per jaar voor een dienstverband van 26,5 uur per week, maar omdat zij meer dan 26,5 uur per week werkte heeft zij recht op meer dan de 106 vakantie-uren. De gemeente heeft dit betwist. Volgens haar geldt artikel 5.4 lid 8 van de cao. Daarin is bepaald dat een werknemer voor ieder te veel gewerkt uur een uur salaris en salaristoelage(n) of een uur vakantie krijgt. Het is dus, volgens de gemeente, óf uitbetaling van een uur salaris óf uitbetaling van een uur vakantie. De kantonrechter volgt de gemeente hierin. Er is geen grondslag (gesteld) voor uitbetaling van én salaris én vakantie-uren over meer gewerkte uren. Daarom wordt de vordering tot uitbetaling van extra wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren afgewezen.