De oorzaak van de psychische klachten van werknemer liggen niet enkel in zijn verleden, maar ook in de impact van het hem op 3 juni 2016 overkomen incident tijdens werktijd.

Werkgeefster heeft haar zorgplicht geschonden door geen adequate aanwijzingen te geven en maatregelen te nemen om te voorkomen dat werknemer zich in de laadruimte begaf en daarbij op de daar opgestapelde balken stapte.

Werkneemster is blijven haken achter de poot van een zitbank, waardoor deze op haar pink is gevallen met letsel tot gevolg. Werkgever hoefde geen maatregelen te treffen of instructies te geven. Afwijzing verzoek.

Kort geding. Er bestaat (te) veel onduidelijkheid over de daadwerkelijke rechtsverhouding tussen partijen, zodat aansprakelijkheid niet kan worden vastgesteld.

De door werkneemster aan haar vordering ten grondslag gelegde feiten zijn niet vast komen te staan. Ook niet dat haar een arbeidsongeval is overkomen. Afwijzing vordering.

Verzoeken werknemer om een billijke vergoeding dan wel schadevergoeding afgewezen. Polyplastic heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld.

Werkgeefster heeft rechtmatig belang bij het verstrekken van het huisartsenjournaal van werknemer, gelet op de vorderingen van werknemer op grond van werkgeversaansprakelijkheid.

Dat voor toepassing van artikel 7:658 lid 2 BW opzet/bewuste roekeloosheid gericht moet zijn op specifieke schadeposten waarvan vergoeding wordt gevorderd, vindt geen steun in het recht. Het gaat om ongevalsrisico, niet om wijze waarop zich daaruit concrete schadeposten manifesteren.

Werkgeefster niet aansprakelijk. Niet valt in te zien welke maatregelen werkgeefster onder deze omstandigheden redelijkerwijs had moeten nemen of welke aanwijzingen zij redelijkerwijs had moeten geven om de schade te voorkomen.

Partijen verschillen onder meer van mening over welke (voorzorgs)maatregelen gebruikelijk zijn, over welke risico’s voorzienbaar waren en over de (mate van) zorgvuldigheid die gevergd kon worden. Aanwijzing deskundige.