Vordering in kort geding tot betaling van beëindigingsvergoeding op grond van vaststellingsovereenkomst afgewezen. Vaststellingsovereenkomst is mogelijk rechtsgeldig vernietigd op grond van dwaling.

Autoverkoper dient te bewijzen dat hij tijdens zijn dienstverband bij werkgever heeft gevraagd naar de mogelijkheid van het sluiten van een WIA-excedentverzekering en daarop is gereageerd dat dit voor hem niet van belang was. Finale kwijting in vaststellingsovereenkomst was bedoeld als allesomvattende regeling.

Afwijzing vordering tot toekenning van aanvullende schadevergoeding na het sluiten van een beëindigingsovereenkomst/vaststellingsovereenkomst nu niet is gebleken dat de overeenkomst welbewust in strijd met dwingend recht, de goede zeden of de openbare orde is gesloten.

Werknemer vordert tevergeefs vernietiging vaststellingsovereenkomst op grond van dwaling. De dwaling betreft een uiterst toekomstige omstandigheid (wel of geen toekenning NOW) die, zeker nu het een vaststellingsovereenkomst betreft, vernietiging uitsluit.

Afwijzing beroep op dwaling. In het kader van de opgestelde vaststellingsovereenkomst ter zake van de beëindiging van het dienstverband van werknemer rustte op hem geen spontane mededelingsplicht met betrekking tot de urenwijziging en de verrekening.

Vaststellingsovereenkomst gesloten wegens reorganisatie. Beroep op strijd met artikel 7:611 BW en dwaling afgewezen. Het hof oordeelt dat geen sprake is van uitwisselbare functies, maar (deels) voortgezette functies. Finale kwijting overeengekomen.

Beëindigingsovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot vakantie- en overuren. Geen sprake van wilsgebreken. Tegenvordering met betrekking tot afgifte van bedrijfseigendommen toegewezen.

Internationaal vrachtwagenchauffeur met ernstig zieke echtgenote doet geslaagd beroep op misbruik van omstandigheden bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Geen sprake van opvolgend werkgeverschap.

Werkgever was op de hoogte van psychische problemen van arbeidsongeschikte werknemer en kon derhalve niet gerechtvaardigd vertrouwen op instemming met beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Bovendien is in de vaststellingsovereenkomst niets opgenomen dat voordelig is voor werknemer.

Werkneemster had niet hoeven te begrijpen dat zij door haar beperkingen niet geschikt was voor het werk als kassamedewerker. Vernietiging van de arbeidsovereenkomst op grond van dwaling niet rechtsgeldig.