Ex-werknemer die na hartaanval van de WW in de WIA is beland, heeft niet langer recht op een aanvulling op zijn uitkering. WWplus maakt daarbij geen verboden onderscheid; WGA-uitkering en WIA-uitkering zijn niet op één lijn te stellen.

Verkeersregelaar die onder werktijd in auto in slaap valt, geeft mogelijk aanleiding voor terecht ontslag op staande voet. In dit geval niet, nu het ontslag niet onverwijld is gegeven. Voorwaardelijk tegenverzoek tot ontbinding op de d-, e- dan wel g-grond afgewezen.

Werkneemster heeft ten onrechte geweigerd met derde in gesprek te gaan om het arbeidsconflict op te lossen. Vordering tot beëindiging loonstop afgewezen.

Werkgever was bij einde dienstverband niet gerechtigd tot verrekening van kosten voor het behalen van vrachtwagenrijbewijzen omdat niet is aangetoond dat werkgever deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt.

Tussen partijen staat vast dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Ontbinding op de g-grond, met toewijzing transitievergoeding en veroordeling werkgeefster tot loondoorbetaling tot einde dienstverband.

Loonvordering werkneemster toegewezen. Werkneemster heeft een boete verbeurd, omdat zij in strijd heeft gehandeld met het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst. Boetebedrag van € 5.500 wordt gematigd naar € 250, vanwege wanverhouding tussen de hoogte van de boete en het inkomen van werkneemster.

CNV mag zich in de hoofdzaak voegen aan de zijde van FNV, in een geschil tussen FNV en werkgever aangaande de uitleg van de Cao Metalektro.

Werkgeefster was niet gehouden om mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst van restaurantchef onder betaling van de transitievergoeding in de zin van de Xella-beschikking. Niet voldaan aan de norm van artikel 7:669 lid 1 en 3 aanhef en onder b BW en reële integratiemogelijkheden bij werkgeefster beschikbaar.

Vordering tot betaling van achterstallig loon van zieke werknemer in kort geding toegewezen. Wettelijke verhoging gematigd tot 10%.

Nakoming loonbetalingsverplichting op grond van vaststellingsovereenkomst. Wettelijke verhoging is niet toewijsbaar in verband met de door partijen aan elkaar verleende finale kwijting.