Nu sprake is van een rechtsgeldige wijziging van het pensioenreglement en die wijziging door dynamische incorporatie automatisch doorwerkt in de pensioenovereenkomst, kan niet volgehouden worden dat werkgever onrechtmatig jegens werknemer heeft gehandeld.

Het verzwijgen van en liegen over schade aan de ingeleverde bedrijfsauto is verwijtbaar, onacceptabel en ontoelaatbaar, maar rechtvaardigt geen ontslag op staande voet. De arbeidsovereenkomst wordt wel ontbonden wegens verwijtbaar handelen van werknemer.

Werkgeefster wordt veroordeeld tot betaling achterstallig salaris (oud-)werknemer. Werknemer is door gebruik auto werkgeefster ongerechtvaardigd verrijkt en hij dient werkgeefster € 1.700 aan gebruikskosten te betalen.

De vervaltermijn ex artikel 7:686a lid 4 sub b BW geldt ook voor een vordering die is gebaseerd op de Cao Transitievergoeding VVT, nu deze (indirect) verbandhoudt met de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 e.v. BW.

Kort geding. Op non-actiefstelling van CFO is door werkgeefster voldoende aannemelijk gemaakt. Wedertewerkstelling van werknemer in toppositie zal tot een onwerkbare situatie leiden wegens het ontbreken van draagvlak bij werkgeefster, die tevens een ontbindingsprocedure van de arbeidsovereenkomst is begonnen.

Arbeidsovereenkomst van wat passief handelend werknemer in het kader van zijn re-integratie wordt niet ontbonden. Geen voldragen g-grond, d-grond of i-grond.

Re-integratie in eerste spoor kan vanwege arbeidsconflict niet van werknemer gevergd worden en werkgever heeft geen passende arbeid aangeboden. Een loonstop was derhalve onterecht en de loonvordering van werknemer is toegewezen.

Vorderingen van werknemer tot betaling van achterstallig loon en vakantietoeslag toegewezen.

Aanbod van crediteurenakkoord is geen juiste melding van betalingsonmacht voor de pensioenpremies. Bestuurder aansprakelijk op grond van artikel 23 Wet Bpf.

Toewijzing ontbindingsverzoek werkgever. Bij het ontbreken van een plausibele verklaring van werknemer over de aard en omvang van zijn werkzaamheden ligt het voor de hand dat het wantrouwen van werkgever jegens werknemer zal blijven bestaan.