Arbeidsongeschikte commissiesecretaris komt geen billijke vergoeding (art. 7:682 lid 1 sub c BW) toe. Plan van aanpak is niet tijdig opgesteld en ergonomisch werkplekonderzoek heeft te laat plaatsgevonden, maar dit levert geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werkgever op.

Uitleg FLP-regeling. Een redelijke uitleg brengt mee dat de FLP-bijdrage een percentage is van het laatstverdiende functieloon waarop de cao-loonsverhogingen moeten worden toegepast.

Vernietiging concurrentiebeding uitvaartverzorger. Concurrentiebeding voor duur van vijf jaar benadeelt werknemer onbillijk. Bijzondere karakter uitvaartbranche rechtvaardigt lange duur niet. Emotionele band tussen nabestaanden en werknemer slechts beperkte verstoring concurrentiepositie.

Terbeschikkingstelling G4S-werknemers bij DJI op grond van de Waadi. Verjaring van de loonvorderingen, behalve (een deel van) de vorderingen van één werknemer. De terbeschikkingstelling van deze werknemer eindigde niet toen zij niet langer bij de inlener kon re-integreren.

De Open Universiteit heeft nagelaten om werkneemster tijdig aan te spreken op het beweerderlijke gebrek aan voortgang van haar proefschrift, waardoor zij niet zorgvuldig heeft gehandeld. Partijen worden in staat gesteld in gesprek te gaan over de voortzetting van de arbeidsrelatie.

Werknemer negeert waarschuwingen werkgever om nevenwerkzaamheden te staken. Ontbinding op de e-grond wegens ernstig verwijtbaar handelen. Dat sprake is van een wsw-indicatie en werkgever daarom een extra zorgplicht heeft, doet daaraan niet af.

Werkgeefster verzoekt ontbinding van arbeidsovereenkomst werknemer. Verzoek afgewezen omdat een opzegverbod geldt en het ontbindingsverzoek daarmee verband houdt.

Souschef en keukenmedewerkster eisen in kort geding uitbetaling van overuren die zij tijdens dienstverband hebben opgebouwd. Vordering wordt toegewezen.

Ontslagvergunning UWV afgewezen. Ontbindingsverzoek vanwege bedrijfseconomische redenen toegewezen. Aan werknemer aangeboden functie was niet passend, ontslagvergoeding van € 883.331 op grond van het Boventalligheidsplan toegewezen.

Limburgse Koelindustrie Liko B.V. mocht de studiekosten van werknemer niet verrekenen omdat de studieovereenkomst op grond van artikel 7:611a lid 1 en 2 BW nietige bedingen bevat. Vorderingen werknemer grotendeels toegewezen.