Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 14 december 2010
ECLI:NL:GHLEE:2010:BP1090
X Isolatie BV/werknemer
De arbeidsovereenkomst tussen partijen is per 1 augustus 2008 ontbonden onder toekenning van een vergoeding van € 32.500 aan werknemer. Bij deze gelegenheid is bij vaststellingsovereenkomst het concurrentiebeding en het geheimhoudingsbeding in duur beperkt tot een jaar. Werknemer is kort daarna in dienst getreden van een concurrent. Volgens werkgever heeft werknemer ten minste driemaal het concurrentiebeding overtreden, dan wel onrechtmatige concurrentie toegebracht. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Met de kantonrechter is het hof van mening dat uit het enkele feit dat werknemer contact met oude klanten van werkgever heeft opgenomen, nog niet vaststaat dat hij het geheimhoudingsbeding heeft overtreden. Daarvoor zou toch ten minste moeten zijn gesteld en gebleken dat werknemer enkel op grond van hem tijdens het dienstverband discreet verstrekte informatie op de hoogte kon zijn van het klantenbestand van werkgever en dat hij niet – op basis van voor iedereen toegankelijke informatie – het potentiële klantenbestand van de markt waarop werkgever actief is, in kaart heeft kunnen brengen om deze vervolgens te benaderen.
De kantonrechter heeft – ten overvloede – overwogen en beslist dat indien er al sprake mocht zijn van onrechtmatig handelen van werknemer jegens werkgever (hetgeen onvoldoende komt vast te staan) het niet zo kan zijn dat werknemer dan de boete verschuldigd is die partijen contractueel hebben vastgelegd. Vervolgens heeft de kantonrechter vastgesteld dat vaststelling van schade alsdan op de gebruikelijke wijze zou hebben dienen plaats te vinden, doch dat werkgever in dat kader onvoldoende heeft gesteld en onderbouwd, zodat ook om die reden een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad niet voor toewijzing in aanmerking komt. Werkgever herhaalt in de toelichting op de grief dat zij voor wat betreft de door haar geleden schade aansluiting wenst te zoeken bij de boete als overeengekomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst, maar die wens wordt rechtens niet gefundeerd en mist ook elke steun in het recht. Dat werkgever ten gevolge van het beweerdelijk onrechtmatig handelen van werknemer daadwerkelijk schade heeft geleden is ook in hoger beroep niet voldoende onderbouwd gesteld of gebleken. Ook in hoger beroep zou derhalve op die grond (geen belang, geen actie) de vordering uit hoofde van onrechtmatige daad niet tot resultaat hebben kunnen leiden.