Naar boven ↑

Rechtspraak

Het opleggen van een maatregel in de zin van artikel 45 ZW betekent niet dat er geen rechtsverhouding tussen UWV en betrokkene bestaat en tast als zodanig ook niet het recht op ziekengeld aan.

Betrokkene werkte als kapster toen zij zich op 30 maart 2013 ziek meldde. Betrokkene en haar werkgever beëindigen de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden per 31 januari 2014. Op 25 februari 2014 doet de werkgever ziekteaangifte van betrokkene bij UWV. Bij besluit van 4 maart 2014 weigert UWV uitbetaling van ziekengeld aan betrokkene omdat er volgens UWV sprake is van een benadelingshandeling. Betrokkene stelt tegen dit besluit geen rechtsmiddel in. Op grond van de eerstejaars ZW-beoordeling stelt een arbeidsdeskundige vast dat betrokkene meer dan 65% van het maatmanloon kan verdienen en UWV beëindigt het recht op de ZW-uitkering vanaf 30 april 2014. UWV verklaart het bezwaar van betrokkene hiertegen ongegrond. De rechtbank verklaart het beroep van betrokkene gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit. De rechtbank overweegt dat als gevolg van het UWV-besluit van 4 maart 2014 geen rechtsverhouding tussen UWV en betrokkene is ontstaan omdat UWV bij dat besluit weigerde aan betrokkene een ZW-uitkering toe te kennen. In hoger beroep stelt UWV dat de rechtbank ten onrechte overwoog dat er geen rechtsverhouding tussen UWV en betrokkene zou zijn. De opgelegde maatregel betekent niet dat het recht op ziekengeld zelf wordt geweigerd. Het procesbelang van UWV is erin gelegen dat het door de rechtbank gegeven onjuiste oordeel niet wordt gehandhaafd en daarnaast voor de vraag of de wachttijd is volgemaakt. Betrokkene bepleit bevestiging van de aangevallen uitspraak, omdat zij meent dat als gevolg van de aangevallen uitspraak haar ziekengeld tot uitbetaling dient te komen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt als volgt. UWV heeft procesbelang omdat het moet kunnen vaststellen of betrokkene na een ziekteperiode van 52 weken nog recht op ziekengeld heeft. UWV wordt gevolgd in het standpunt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat als gevolg van het besluit van 4 maart 2014 geen rechtsverhouding tussen hem en betrokkene is ontstaan. Het besluit van 4 maart 2014 is een maatregel in de zin van artikel 45 ZW. Zodanige maatregel tast het recht op ziekengeld als zodanig niet aan, hetgeen de rechtbank ten onrechte niet heeft onderkend. De opvatting van betrokkene dat de aangevallen uitspraak tot gevolg zou hebben dat haar ziekengeld tot uitbetaling dient te komen, miskent dat in deze procedure het besluit van 4 maart 2014, waartegen zij destijds geen bezwaar heeft gemaakt, niet ter discussie staat. Het hoger beroep van UWV slaagt, de zaak wordt teruggewezen naar de rechtbank.