Intrekking en terugvordering WW-uitkering. De door appellant verrichte activiteiten hadden met ingang van 1 juni 2014, en dus reeds voor het intreden van zijn werkloosheid, het stadium van een hobby gepasseerd.

werkneemster/UWV

Het UWV heeft terecht de eerste WW-dag van werkneemster verschoven, nadat in hoger beroep is geoordeeld dat werkneemster ten onrechte op staande voet is ontslagen en de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding op een andere datum zou zijn geëindigd.

Ontslag wegens valsheid in geschrifte levert verwijtbare werkloosheid op. UWV heeft de WW-uitkering terecht blijvend en geheel geweigerd.

Aan het ontslag lag zowel een objectieve als een subjectieve dringende reden ten grondslag. Appellant heeft voortvarend gehandeld.

Gedeeltelijke uitbetaling WW-uitkering bij verwijtbare werkloosheid; ontslagname in gegeven omstandigheden voorstelbaar.

Schending informatieplicht; geen dringende redenen aanwezig die afzien van intrekking en terugvordering uitkering rechtvaardigen.

Zelfstandige voldoet niet aan informatieplicht, WW-uitkering terecht herzien en teruggevorderd en boete terecht opgelegd.

Psychische klachten maken dat de verwijtbare werkloosheid betrokkene niet in overwegende mate kan worden verweten.

Het doen van onjuiste aangiften door een medewerker van de Belastingdienst vormt een dringende reden in de zin van artikel 24 WW. Onvoldoende is onderzocht of de staatssecretaris bij het verlenen van het ontslag voortvarend genoeg is opgetreden.

Fysieke klachten rechtvaardigen niet dat appellant niet heeft voldaan aan de in het werkplan vastgelegde verplichtingen.