Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster omdat zij zonder werkgever hierover te informeren voorzitter is geworden van een stichting die concurrerende activiteiten verricht.

Werkgeefster verzoekt ontbinding van arbeidsovereenkomst werknemer. Verzoek afgewezen omdat een opzegverbod geldt en het ontbindingsverzoek daarmee verband houdt.

Partijen twisten over de vraag of aan werkgever in het verleden vrijstelling is verleend voor deelname aan een verplichte pensioenregeling. Omdat het pensioenfonds de vrijstelling niet kan aantonen, wordt het veroordeeld met terugwerkende kracht pensioen te betalen.

Werknemer verzoekt vernietiging van de opzegging van arbeidsovereenkomst alsmede doorbetaling van loon en wedertewerkstelling. Toewijzing doorbetaling van loon, omdat opzegging niet rechtsgeldig is. Afwijzing wedertewerkstelling; werknemer heeft inmiddels zelf opgezegd.

Is studiekostenbeding nietig? Kraamverzorgende in opleiding is werkzaam op basis van een leer-arbeidsovereenkomst. Niet is gebleken dat de opleiding verplicht is volgens de geldende cao en dus uitgezonderd is van artikel 7:611a lid 2 BW. Beroep op vernietiging slaagt niet, nu niet buitengerechtelijk is vernietigd en geen eis in reconventie is ingesteld.

Geen rechtsgeldig ontslag op staande voet van chauffeur, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat werknemer de goederen heeft weggenomen/gestolen. Werknemer ontvangt een billijke vergoeding van € 9.630,25.

Haviltex. Betaling studiekosten. Toezegging werkgeefster voor betaling studiekosten werknemer kan als onvoorwaardelijk worden gezien. Studiekosten moeten worden betaald na het behalen van de opleiding (na einde van de arbeidsovereenkomst).

Vraag of proeftijdbeding is overeengekomen in arbeidsovereenkomst. Aan de hand van verschillende verklaringen leidt de kantonrechter af dat met redelijke mate van zekerheid kan worden geconcludeerd dat dat zo is. Vordering vernietiging opzegging arbeidsovereenkomst afgewezen.

Eindvonnis na tussenvonnis. Geen bijzondere omstandigheden om terug te komen op beslissing tussenvonnis. Loonvordering werknemer van € 25.542,89 netto en € 18.821,31 bruto toegewezen.

Chauffeur heeft recht op betaling van de vergoeding van zijn overuren als loon tijdens vakantieverlof.