Griekse Staat/Stroumpoulis c.s.
Insolventierichtlijn moet aldus worden uitgelegd dat, onverminderd de toepassing van artikel 1 lid 2 van die richtlijn, zeelieden die in een lidstaat wonen en aldaar door een vennootschap die haar statutaire zetel in een derde staat maar haar werkelijke zetel in die lidstaat heeft, zijn geworven om op een aan die vennootschap toebehorend en onder de vlag van die derde staat varend cruiseschip te werken op grond van een arbeidsovereenkomst die het recht van de derde staat als het toepasselijke recht aanwijst, aanspraak moeten kunnen maken op de bescherming die de richtlijn biedt ten aanzien van hun onvervulde loonaanspraken jegens de vennootschap wanneer een rechterlijke instantie van de betrokken lidstaat de vennootschap failliet heeft verklaard volgens het recht van de lidstaat.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 25-02-2016