Maatschappelijke gelijkstelling met de dienstbetrekking voor de rariteiten als bedoeld in artikel 5 ZW/WW betreft een afzonderlijk door de rechter te toetsen element van de fictieve dienstbetrekking.

Het UWV heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen werkneemster en werkgever. Eigen onderzoeksplicht UWV. Het UWV is ten onrechte alleen afgegaan op eerder oordeel van de kantonrechter.

Tijdelijke urenuitbreiding moet worden aangemerkt als tijdelijke wijziging van de reeds bestaande arbeidsovereenkomst en niet als tweede, afzonderlijke arbeidsovereenkomst. UWV heeft terecht vastgesteld dat werkneemster geen recht heeft op ZW-uitkering.

De Raad oordeelt dat het UWV deugdelijk heeft gemotiveerd dat geen sprake was van een dienstbetrekking. Van arbeid en loon was in de genoemde periode geen sprake, zodat van een gezagsverhouding ook geen sprake kan zijn geweest.

Intrekking en terugvordering ZW-uitkering. Het UWV heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er tussen appellante en BV geen sprake is geweest van een privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Geen privaatrechtelijke dienstbetrekking: ZW- en WIA-uitkeringen terecht teruggevorderd.

Ten tijde van intreden van het verzekerde risico (ziekte) was werknemer in dienst van appellante; werknemer was uit hoofde van die dienstbetrekking verzekerd voor de ZW; schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

ZW-uitkering en WW-uitkering terecht ingetrokken; geen privaatrechtelijke dienstbetrekkingen.

Gefingeerd dienstverband: uitkeringen terecht ingetrokken en teruggevorderd.

ZW-uitkering terecht geweigerd: geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.