Vordering tot toelating op het werk en herstel van alle rechten uit de arbeidsovereenkomst in kort geding afgewezen. Verbod om nieuwe gerechtelijke procedure aanhangig te maken.

Vordering tot vergoeding van de door de klokkenluider gestelde benadeling afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is onvoldoende vast komen te staan dat werkgever werknemer actief had benadeeld.

Ontslag op staande voet wegens overtreding nevenwerkzaamhedenbeding en het ongeautoriseerd informatie uit het systeem van werkgever halen onterecht gegeven. Geen dringende reden.

Hoewel sprake is van opvolgende dienstverbanden is de uitzendovereenkomst van rechtswege geëindigd na verloop van de overeengekomen bepaalde tijd. Werknemer heeft voorwaardelijk recht op transitievergoeding.

Een min-maxcontract met een arbeidsomvang die structureel boven het minimumaantal werkuren ligt, moet leiden tot een aanpassing van de bandbreedte van het contract.

Werknemer heeft na beëindiging van een (slapend) dienstverband met wederzijds goedvinden geen recht op een billijke vergoeding. Het gesloten stelsel van het ontslagrecht biedt hiervoor geen wettelijke grondslag. Contractspartijen kunnen het recht op een billijke vergoeding niet bij (beëindigings)overeenkomst verruimen.

Ontslag op staande voet rechtsgeldig vanwege diefstal van € 140.600 uit een casino. Geen eerdere eenzijdige opzegging van het dienstverband.

Ontslag statutair bestuurder. Verzoek billijke vergoeding niet-ontvankelijk. Werknemer heeft onvoldoende belang bij verzoek tot veroordeling van werkgever tot betaling van achterstallige pensioenpremies aan het bedrijfstakpensioenfonds.

Werknemer weigert zonder deugdelijke grond mee te werken aan de door de bedrijfsarts gegeven redelijke voorschriften door concurrerende werkzaamheden als zelfstandige uit te voeren. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en gedeeltelijke toekenning loonvordering.

Arbeidsovereenkomst van arbeidsrechtjurist is na opsplitsing van activiteiten van rechtsbijstandsverlener met wederzijds goedvinden geëindigd. Beëindigingsbrief werkgever geldt als (schriftelijk) aanbod en werkgever mocht door handelingen werkneemster gerechtvaardigd erop vertrouwen dat dit aanbod tot beëindiging is aanvaard.