Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 17 maart 2015
ECLI:NL:GHSHE:2015:937
(erfgename van) werknemer/werkgeefster
Feiten
(Na verwijzing in cassatie, zie AR 2013-0454.) Werknemer is in 1976 in dienst getreden bij werkgeefster als (onderhouds)schilder. Voordien heeft hij gewerkt als vrachtwagenchauffeur en (vanaf 1968) als schilder bij twee andere bedrijven. Met ingang van 25 april 2000 is hij arbeidsongeschikt geraakt voor zijn werk bij werkgeefster. Bij werknemer is begin 2000 een kwaadaardige tumor ontdekt in het nierbekken (urotheelcelcarcinoom). Ongeveer gelijktijdig werd een verdachte afwijking op de linkerlong gezien. Er werd een kwaadaardige tumor in de longen aangetroffen. Werknemer heeft in 2000 werkgeefster aansprakelijk gesteld voor de door hem ten gevolge van zijn ziekte geleden en nog te lijden schade. In 2001 is werknemer aan kanker(uitzaaiingen) overleden. In geschil is of werkgeefster aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW. Volgens de erven van werknemer heeft werkgeefster nagelaten te voorkomen dat werknemer met kankerverwekkende producten werkte en heeft zij verzuimd te zorgen voor adequate bescherming van werknemer op grond waarvan zij aansprakelijk is. In eerste aanleg zijn de vorderingen afgewezen. In hoger beroep zijn deze toegewezen. In cassatie is het arrest van het Hof Arnhem vernietigd en is het geding verwezen naar het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Oordeel
Alvorens over te gaan tot een verdere beoordeling, heeft het hof er behoefte aan de zaak met partijen te bespreken, reden waarom een comparitie van partijen zal worden gelast. Daarbij zal in ieder geval de vraag aan de orde komen of het, mede in het licht van het arrest van de Hoge Raad, opportuun is om nog een deskundige te benoemen om een actueel deskundigenbericht uit te brengen in verband met de toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel, de zorgplicht van werkgeefster en/of de kwestie van de proportionele aansprakelijkheid. De comparitie kan mede worden benut voor het beproeven van een schikking tussen partijen. In afwachting van de comparitie van partijen houdt het hof iedere verdere beslissing aan.