Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

AR-annotatie: Maatschappelijke gelijkstelling en de dienstbetrekking
Graag wijzen wij u nogmaals op de annotatie van Lucy van den Berg waarin zij ingaat op de uitspraak van de fiscale kamer van de Hoge Raad waarin de vraag centraal staat of ‘agents’ werkzaam via een platform als sekswerker in de zin van het Rariteitenbesluit kwalificeren omdat zij ‘maatschappelijk daartoe gelijk gesteld moeten worden’. Lucy analyseert de uitspraken van de CRvB en Hoge Raad op het punt van artikel 5a Rariteitenbesluit en vergelijkt de gevonden gezichtspunten met die van de toetsing van artikel 7:610 BW om te bezien of aan ‘maatschappelijke gelijkstelling’ een zekere eigenstandige toets toekomt. Klik hier om haar annotatie te lezen.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Rechtbank: ontbindingsverzoek werknemer wegens seksueel grensoverschrijdend gedrag directeur leidt tot billijke vergoeding van € 50.000. Knuffelen met werknemers, betasten van geslachtsdeel en thuis seksuele handelingen verrichten zijn volstrekt onacceptabel (ook als dit met consensus gebeurt). 
In AR 2022-0957 en AR 2022-0958 oordeelt de kantonrechter dat na bewijslevering voldoende is komen vast te staan dat de directeur van werknemers verlangt dat zij regelmatig met hem knuffelen en dat binnen werkgever regelmatig seksueel getinte opmerkingen worden gemaakt. Zeker naar huidige maatschappelijke maatstaven is sprake van grensoverschrijdend gedrag en een onveilige werkomgeving binnen werkgever. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit dermate ernstig dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door werkgever. Het gaat naar het oordeel van de kantonrechter niet aan om als directeur van werknemers te verlangen dat ze regelmatig met hem knuffelen, ook niet als dit (mogelijk) met consensus gebeurt; dit is een volstrekt ongepaste en onacceptabele omgangsvorm binnen een bedrijf. Het had op de weg van de directeur gelegen een professionelere opstelling ten opzichte van werknemer in acht te nemen, waarbij meeweegt dat een werknemer zich ten opzichte van een directeur in een afhankelijkheidsrelatie bevindt.

Het verweer van werkgever dat de gedragingen van de directeur moeten worden losgekoppeld van de rechtspersoon werkgever faalt. Werkgever miskent hiermee bovendien de ernst van de situatie. Het is nu juist bij uitstek de directeur die het beleid binnen de onderneming bepaalt en heeft zorg te dragen voor een veilige werkomgeving. Dat sprake is van een onveilige werkomgeving binnen werkgever, zo niet een ziekmakende bedrijfscultuur, blijkt ook uit de omstandigheid dat niet alleen werknemer, maar ook andere werknemers dit als zodanig hebben ervaren. Dit alles is dermate ernstig dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en nalaten door werkgever. De kantonrechter kent een billijke vergoeding toe van € 50.000.

Hof: eenzijdige wijziging jubileumuitkering toegewezen / nawerking cao afgewezen wegens gerechtelijke erkenning van toepasselijkheid Arbeidsvoorwaardenregeling
In AR 2022-0946 oordeelt het hof over de vraag of werkgever wegens bedrijfseconomische redenen met succes een beroep kan doen op artikel 7:613 BW tot wijziging van de jubileumuitkering (nettomaandsalaris). De werkgever voert aan dat investering in scholing en employability voor met name de oudere groep werknemers noodzakelijk is en jaarlijks € 2 miljoen bedraagt. De afschaffing van de jubileumregeling leidt tot een besparing van € 600.000 per jaar en eenmalig € 2,5 miljoen. Dit alles tegen het licht van slechte bedrijfsresultaten rechtvaardigt de eenzijdige wijziging.

Van nawerking  van de oude Atos-cao is geen sprake omdat de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling met de COR daarvoor in de plaats is gekomen. Partijen hebben de toepasselijkheid van die regeling in eerste aanleg erkend zodat sprake is van een gerechtelijke erkentenis.

Hof: afwijzing herroeping wegens bedrog (art. 382 Rv). Pensioenfonds pleegt geen bedrog bij naleving verplichtstellingsbesluit die mogelijk is gegrond op niet-representatieve deelname
In AR 2022-0952,  AR 2022-0953, AR 2022-0954, AR 2022-0955 en AR 2022-0956 oordeelt het hof over een herroepingsverzoek van werkgevers. Zij stellen zich op het standpunt dat tijdens een eerdere procedure waarin de pensioenfondsen in het gelijk zijn gesteld dat werkgevers onder de verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfonds vallen, sprake is geweest van bedrog in het geding gepleegd. Volgens werkgevers is de berekeningswijze van representativiteit onjuist en thans achterhaald. Hierdoor zou nooit sprake mogen zijn van algemeenverbindendverklaring. Het hof oordeelt dat de Fondsen dit bedrog niet hebben gepleegd en derhalve het beroep op artikel 382 Rv moet worden afgewezen.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.