Reëel vooruitzicht ten tijde van de ontslagname op werk gedurende ten minste 26 weken bij de potentiële werkgever is niet komen vast te staan.

UWV heeft terecht bij een werkneemster met twee dienstbetrekkingen ten aanzien van de vaststelling van het gemiddeld aantal arbeidsuren geen splitsing gemaakt tussen arbeidsuren die enerzijds zijn opgebouwd bij appellante als overheidswerkgever en anderzijds bij een tweede werkgever. Ook heeft UWV met juistheid de dagloongarantie toegepast.

werkneemster/WWplus B.V.

Vordering tot nakoming bovenwettelijke werkloosheidsregeling in kort geding. Geen sprake van recht op herleving van aansluitende uitkering na onderbrekingen.

Per 1 juni 2013 is de dagloongarantie voor de WW beperkt tot werknemers die vanuit werkloosheid werk hebben aanvaard bij een andere werkgever en binnen een bepaalde termijn opnieuw werkloos worden. De wetgever heeft bij deze wijziging onvoldoende rekening gehouden met de belangen van werknemers die voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Dagloonbesluit de overstap van de ene naar de andere dienstbetrekking hebben gemaakt, zonder tussenliggende werkloosheid.

Het besluit van UWV om met terugwerkende kracht geen inkomstenverrekening meer toe te passen is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel.

UWV heeft terecht de aanvraag van betrokkene voor een WW-uitkering afgewezen. Betrokkene heeft niet voldaan aan het beschikbaarheidsvereiste.

UWV heeft, ondanks een onjuiste vaststelling van de referteperiode, terecht bij het vaststellen van het WW-dagloon de in het refertejaar opgebouwde maar niet uitbetaalde bedragen aan eindejaarsuitkering en bindingstoelage niet in aanmerking genomen. Loonopgave werkgever is uitgangspunt voor vaststellen WW-dagloon.

Het feit dat appellant in twee gevallen betrokken is geweest bij het op haar naam zetten van auto’s en dat zij twee huurcontracten heeft ondertekend is onvoldoende voor het aannemen van een schending van de inlichtingenplicht. Er kan slechts gesproken worden van een door appellante verrichte vriendendienst.

Omdat werkgeefster op grond van de arbeidsovereenkomst niet gehouden was de in de CAO Meubelindustrie genoemde toeslagen voor overwerk uit te betalen, heeft UWV terecht geweigerd de overwerktoeslag over te nemen.

Niet voldaan aan referte-eis. Geen sprake van een ‘in de plaats gekomen dienstverband’ ex artikel 17a lid 2 WW, zodat dit dienstverband niet meetelt in de beoordeling of voldaan is aan de referte-eis.