Dat appellante tijdens haar verblijf in Gambia wel beschikbaar was voor de Nederlandse arbeidsmarkt en het verrichten van sollicitatieactiviteiten maakt, wat daarvan ook zij, niet dat toepassing van de dwingendrechtelijke uitsluitingsgrond uit de WW geen rechtsplicht meer kan zijn. De ratio van de bepaling maakt dat niet anders.
Centrale Raad van Beroep, 21-08-2019