Werkneemster vordert nakoming van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst, meer in het bijzonder tot betaling van een vergoeding van € 163.694,41 bruto ter zake 398 vakantiedagen en een ontbindingsvergoeding van € 36.601,50, te vermeerderen met de wettelijke rente. Zij stelt dat zij er vanuit mocht gaan dat ter compensatie van de volgens haar onterechte beëindiging van de arbeidsovereenkomst “398 vakantiedagen” in plaats van “398 vakantie-uren” in de overeenkomst was opgenomen. Voorts stelt zij dat zij de vaststellingsovereenkomst niet zou hebben...
Gerechtshof Amsterdam, 20-05-2008