Nu naar het oordeel van de Raad sprake was van een gezagsverhouding, heeft de dochter die zorg aan moeder heeft verleend, dit in een privaatrechtelijke dienstbetrekking gedaan.

Betrokkene pleegt benadelingshandeling door na ontslag op staande voet niet alle juridische mogelijkheden te benutten om recht op loon te behouden.

Een wrakingsverzoek kan niet worden gedaan op gronden die zien op de rechtspraak van de Raad als zodanig, maar moet zijn gelegen in feiten of omstandigheden die betrekking hebben op de persoon van de rechter die de zaak behandelt.

Het gegeven dat de werkgever tijdens de wachttijd toepassing heeft gegeven aan artikel 7:629 lid 3 BW staat niet in de weg aan het opleggen van een maatregel door UWV wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen.

Loonsanctie is onterecht opgelegd. De loondoorbetaling van 75% van het loon van werknemer en de door werkgever betaalde pensioenpremies vormen een door verzoeker op UWV te verhalen schadepost.

De kwaliteit van het primair verzekeringsgeneeskundig onderzoek is onvoldoende gewaarborgd, doordat het onderzoek is verricht door een basisarts die niet in opleiding was om te worden ingeschreven in het specialistenregister. Dit gebrek is in bezwaar hersteld.

Onvoldoende zorgvuldig onderzoek. Verzekeringsarts had gelet op aanwezige medische informatie (nadere) informatie moeten opvragen bij de behandelend sector.

Bij het vaststellen van schade als gevolg van de ten onrechte bekorte loonsanctieperiode komt betekenis toe aan hetgeen werkgever gedurende de loonsanctieperiode aan appellant heeft betaald.

Het toekennen van een IVA-uitkering heeft geen invloed op de beoordeling van de re-integratie-inspanningen van de werkgever gedurende de wachttijd. Loonsanctie is terecht opgelegd.

Appellant heeft zich zodanig gedragen dat was te voorzien dat zijn gedragingen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst zouden leiden, waardoor hij een benadelingshandeling heeft gepleegd.