Naar boven ↑

Update

Nummer 49, 2018
Uitspraken van 04-12-2018 tot 11-12-2018
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

VAAN-VvA Internetconsultatie Lagere Regelgeving WAB
Afgelopen maandag (10 december) sloot de internetconsultatie lagere regelgeving WAB. De werkgroep internetconsultatie WAB heeft commentaar gegeven op deze op 12 november gepubliceerde regelgeving. Via deze link treft u dit commentaar aan met daarin bijdragen van mr. dr. L. (Lucy) van den Berg, mr. P.J.B.M. (Pascal) Besselink, mr. dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate en mr. P. (Paul) Vestering. In de algemene inleiding van deze notitie wordt een aantal nadere vragen aan de regering gesteld over de op 7 november aan de Tweede Kamer toegezonden tekst van de WAB. Meer in het bijzonder vraagt de werkgroep aandacht voor nadere guidance wat de i-grond en i-vergoeding betreft.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: orgaan dat beslist over gelijkebehandelingskwesties moet ook bevoegd zijn nationaal strijdige wetgeving buiten toepassing te laten
In AR 2018-1359 oordeelt het Hof van Justitie EU over een Ierse bevoegdheidskwestie van het Equality Tribunal (thans: commissie voor arbeidsverhoudingen). Volgens de verwijzende rechter is het Equality Tribunal aangewezen om te beslissen over gelijkebehandelingskwesties, maar is enkel de High Court bevoegd nationale wetgeving buiten toepassing te laten. Het Hof oordeelt dat de verdeling van bevoegdheden niet overeenkomt met EU-recht. Het orgaan dat is aangewezen om over gelijkebehandelingskwesties te oordelen, moet ook de bevoegdheid toekomen nationaal strijdige wetgeving buiten toepassing te laten.

Eenzijdige wijziging kilometervergoeding (van € 0,29 naar € 0,19) rechtsgeldig
In AR 2018-1361 staat de vraag centraal of ING eenzijdig de kilometervergoeding neerwaarts mocht bijstellen. Naar het oordeel van de rechter is dit het geval. Werknemer mocht er, nu hij aan het eenzijdig wijzigingsbeding is gebonden, niet van uitgaan dat hij gedurende zijn gehele dienstverband aanspraak zou kunnen blijven maken op dezelfde vergoeding van onkosten. Bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang aan de zijde van ING is van belang dat alle omstandigheden van het geval dienen te worden meegewogen. Het financieel belang van werknemer is € 946,80 per jaar. Wat het belang van ING betreft, voert ING aan: (1) dat de vergoeding in lijn komt met de fiscale wet- en regelgeving (de werkkostenregeling); (2) dat er tegemoetgekomen wordt aan de wens van werknemers om het declaratieproces te vereenvoudigen en (3) dat de vrije ruimte van de werkkostenregeling nu kan worden ingezet voor andere vergoedingen. Daarnaast heeft ING aangevoerd dat de COR heeft ingestemd met de wijziging, ook nadat een compensatieregeling tot stand is gekomen voor medewerkers die er per maand meer dan € 100 op achteruit gaan. Hoewel werknemer hier niet onder valt, is hem tevens de compensatieregeling aangeboden. Dit alles maakt de eenzijdige wijziging gerechtvaardigd.

In AR 2018-1372 oordeelt de kantonrechter dat het afschaffen van een autoleaseregeling ondanks positief advies van de OR niet gerechtvaardigd is, nu onvoldoende het zwaarwichtig belang tot uitdrukking komt.

Hof: herplaatsingsplicht geldt ‘wereldwijd’
In AR 2018-1363 oordeelt het hof dat een werkgever zich voldoende moet ingespannen om de werknemer te herplaatsen en daarmee ontslag te voorkomen. Naar het oordeel van het hof heeft werkgever miskend dat hij zich gelet op de Ontslagregeling diende in te spannen en actief binnen het wereldwijde concern naar een passende functie voor werknemer diende te zoeken. Dat heeft werkgever – binnen redelijke termijn – niet, althans onvoldoende gedaan, hoewel hij er door het UWV reeds op werd gewezen dat hij een overzicht van vacatures binnen alle buitenlandse en binnenlandse ondernemingen diende over te leggen. Werkgever had zelf moeten nagaan of werknemer bereid was om naar het buitenland te gaan. Kennelijk heeft werkgever in het kader van het herplaatsingsvereiste in het geheel niet met werknemer overlegd en dat ook niet geprobeerd, terwijl dat wel van hem had mogen worden verwacht. De enkele verwijzing door werkgever naar websites waarop vacatures bij het concern vermeld staan is onvoldoende.

Op non-actiefstelling voorafgaand aan ontbinding e-grond komt voor rekening van werknemer
In AR 2018-1367 oordeelt de kantonrechter dat de arbeidsovereenkomst op de e-grond wordt ontbonden, omdat een verhuizer een gouden armband heeft gestolen en aangeboden op Marktplaats. De vraag of werknemer over de periode van op non-actiefstelling tot einde arbeidsovereenkomst recht op loon heeft, beantwoordt de rechter als volgt. Een op non-actiefstelling ligt in de risicosfeer van de werkgever en komt ook als de op non-actiefstelling aan de werknemer is te wijten in beginsel voor rekening van de werkgever. In het onderhavige geval echter, waarbij eerst een ontslag op staande voet is gegeven, maar dit coulancehalve door de werkgever is omgezet naar een op non-actiefstelling, is de kantonrechter van oordeel dat het uitblijven van de loonbetaling voor rekening van werknemer behoort te komen.

Vragen of opmerkingen

Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof

Rechtbank