Naar boven ↑

Update

Nummer 35, 2019
Uitspraken van 29-08-2019 tot 03-09-2019
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

AR Annotatie Houweling en Sintniklaas: Internetconsultatie Wet overgang van onderneming in faillissement en de ‘klap van de hamer’ uit Luxemburg
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Ruben Houweling en Ashley Sintniklaas bij het Plessers-arrest (AR 2019-0551). In deze noot wordt uitgebreid stilgestaan bij het ter internetconsultatie voorgelegde wetsontwerp Overgang van onderneming in faillissement. De kernonderdelen van dit ontwerp worden uitgelegd en vervolgens getoetst aan het EU-recht, in het bijzonder het Plessers-arrest. En passant wordt ook ingegaan op de vraag of de transitievergoeding wel of niet valt onder de voorgestelde mogelijkheid ‘schulden voor tijdstip ovo’ niet over te laten gaan. Klik hier om de annotatie te lezen.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: uitleg ‘normuurloon’ cao. Werkgever en niet werknemer dient afwijking van de norm te bewijzen
In AR 2019-0912 oordeelt de Hoge Raad over de uitleg van de cao Houtverwerkende Industrie en toepassing van artikel 150 Rv. Op grond van de cao heeft een werknemer recht op het normuurloon, tenzij sprake is van onvoldoende opleiding of ervaring. Alsdan komt een werknemer in de aanloopschaal. Volgens het hof had werkgever voldoende gemotiveerd betwist dat werknemer aan de functievereisten voldeed en dat werknemer daarom moest bewijzen dat hij ten onrechte in een lagere schaal was geplaatst. Volgens de Hoge Raad is dit onjuist. Uit de cao volgt dat de hoofdregel het normuurloon is. De uitzonderingen hierop bewijzen rust op de werkgever, die op grond van artikel 150 Rv de bewijslast draagt.

Voorwaardelijke ontbinding ondanks einde arbeidsovereenkomst toegestaan bij onzekerheid over opzeggingshandeling werknemer (uitzondering Mediant-beschikking)
Volgens het Hof Amsterdam kan de kantonrechter tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst overgaan, ook indien zij heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst reeds is geëindigd door opzegging door de werknemer. Volgens werknemer had de kantonrechter de werkgever niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn ontbindingsverzoek. Omdat het hof anders dan de kantonrechter oordeelde dat de opzegging van de werknemer niet duidelijk en ondubbelzinnig was, zou daarmee de arbeidsovereenkomst al die tijd in stand zijn gebleven. Naar het oordeel van het hof gaat de vergelijking met de Mediant-beschikking niet op, omdat het daar om een vernietigingsverzoek van een ontslag op staande voet ging. Van het ‘voor de voeten’ lopen in procedurele zin is in dit geval geen sprake (AR 2019-0915).

Aanvullende (strengere) eisen aan proeftijd in cao is rechtsgeldig, beding in arbeidsovereenkomst daardoor nietig
In AR 2019-0923 staat de vraag centraal of in een cao aanvullende eisen aan een proeftijdbeding kunnen worden gesteld wat de rechtsgeldigheid betreft (in casu dat voor aanvang het beding schriftelijk moet zijn overeengekomen). In de cao is een extra eis opgenomen als de intentie bestaat om een proeftijd overeen te komen. Een afwijking ten voordele van de werknemer is toegestaan en niet in strijd met de wet. Dat betekent dat als een proeftijd wordt overeengekomen de werkgever de werknemer hierover schriftelijk moet informeren vóór het moment van indiensttreding. Niet is gebleken dat werkgever zich aan dit voorschrift in de cao heeft gehouden. Het verweer dat werknemer wist onder welke voorwaarden hij de arbeidsovereenkomst was aangegaan en dat mondeling aan hem was medegedeeld dat er een proeftijd zou gelden maakt dat niet anders. Het proeftijdbeding is dan ook nietig.

Stichting Handhaving cao handelt niet in strijd met AVG of WBB door loonsomgegevens af te dwingen
In AR 2019-0916 oordeelt de rechter dat het verplicht bijdragen aan een fonds in de Kinderopvang niet in strijd is met de Dienstenrichtlijn, nu de afdracht is gebaseerd op een algemeen verbindendverklaarde cao. Het Kinderopvangcentrum voert nog aan dat de gevraagde gegevens (loonsomgegevens) om de bijdrage vast te stellen onderwerp zijn van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen (WBB) en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De kantonrechter overweegt dat loonsomgegevens niet geschaard kunnen worden onder bedrijfsgeheimen waarop de WBB doelt. Het Kinderopvangcentrum heeft onvoldoende gesteld (en in het geheel niet onderbouwd) dat FCB bij de uitoefening van haar bevoegdheden bepalingen van de AVG overtreedt, dan wel anderszins onzorgvuldig met de verkregen informatie omgaat, zodat ook dit verweer geen doel treft.

Vordering Ryanair gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging piloot in strijd met redelijkheid en billijkheid
In AR 2019-0911 oordeelt de rechter dat het vorderen van gefixeerde schadevergoeding door Ryanair in strijd is met artikel 6:248 lid 2 BW. Een werknemer die tijdens de lopende ontslagaanvraag van Ryanair bij UWV een baan vindt bij KLM en daardoor een te korte opzegtermijn in acht neemt, terwijl inmiddels gedurende enige tijd geen vluchten meer worden uitgevoerd vanaf de luchthaven Eindhoven en overigens Ryanair ernstig verwijtbaar jegens de vliegers handelt, kan niet veroordeeld worden tot de vergoeding van artikel 7:672 lid 10 BW. In een situatie waarin de werkgever zelf streeft naar een zo snel mogelijke beëindiging van het dienstverband en hem in dat kader ernstig verwijtbaar handelen kan worden verweten, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat diezelfde werkgever aanspraak maakt op een vergoeding voor het niet in acht nemen van de opzegtermijn door de werknemer.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank