Naar boven ↑

Update

Nummer 38, 2020
Uitspraken van 18-09-2020 tot 23-09-2020
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: bezoldiging van werknemer-bestuurder bij gesplitste bestuurs- en werknemerstaken niet in strijd met Imeko-arrest
In AR 2020-1125 staat de boeiende vraag centraal of een bestuurder, naast zijn bestuurstaken, aanvullende vergoedingen toekomen voor ‘invalwerk’ (ruim € 1 miljoen). De werkgever meent van niet en vordert op grond van onverschuldigde betaling/onrechtmatige daad betalingen. De werknemer meent van wel. De A-G gaat uitvoerig in op het zogenoemde Imeko-arrest waarin werd geoordeeld dat een bestuurder die ‘erbij gaat klussen’ bezoldiging overeenkomstig de spelregels van het vennootschapsrecht en statuten toekomt als aan die spelregels is voldaan. In dit geval is sprake van een van het Imeko-arrest afwijkende situatie waarin de bestuurstaken en werknemerstaken duidelijk waren gescheiden. De Hoge Raad verwerpt het door de werkgever ingestelde cassatieberoep met artikel 81 Wet RO.

Sodexho kan Fontys juridisch niet dwingen morele verplichtingen na te komen
In AR 2020-1114 staan de uitleg en toepasbaarheid van de Code Verantwoord Marktgedrag (onderdeel van de aanbestedingsprocedure) centraal. Op grond van deze code moet de aanbesteder meewerken aan ‘van-werk-naar-werk’ bij heraanbesteding van de opdracht. Omdat de onderwijsinstellingen van Fontys vanwege de corona-uitbraak gesloten zijn, is de aanbesteding verlieslatend en zegt Sodexho de cateringwerkzaamheden op. Volgens Sodexho is Fontys gehouden om een nieuwe aanbestedingsprocedure uit te schrijven en een nieuwe opdrachtnemer aan te stellen die de 84 werknemers van Sodexo overneemt. De (kortgeding)rechter oordeelt dat een dergelijke verplichting niet uit deze code voortvloeit. In de eerste plaats is de code niet veel meer dan een moreel appèl op de aanbesteder. Voorts is van een ‘heraanbesteding’ geen sprake, temeer niet nu Sodexho zelf de overeenkomst heeft opgezegd.

Finale kwijting als voorwaarde voor Xella-vergoeding is niet in strijd met goed werkgeverschap
In AR 2020-1119 oordeelt het hof dat een werkgever bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst in het kader van de Xella-beschikking wel degelijk de voorwaarde van finale kwijting mag stellen indien dit betrekking heeft op andere zaken dan het slapend dienstverband (zie anders: AR 2020-0067). In dit geval wenste de werkneemster een additionele billijke vergoeding. Aanleiding was onder meer de in haar ogen kwetsende opmerking van de werkgever ‘voor de trein gooien’ terwijl zij suïcidaal-psychische klachten had. Ook het rondsturen van een niet-geanonimiseerde beschikking aan alle VNAA-leden zou maken dat de werkgever ernstig verwijtbaar handelde. Het hof oordeelt dat de woorden van de werkgever ongelukkig waren, maar niet tot ernstig verwijtbaar gedrag leiden. Het rondsturen van een niet-geanonimiseerde beschikking moet in de context van Xella als deling van kennis binnen de beroepsgroep worden beschouwd.

Bestuurder-werknemer persoonlijk aansprakelijk voor niet afdragen pensioenpremies. Inbeslagname administratie en detentie van bestuurder-werknemer leveren geen weerlegging van verwijtbaarheid niet-tijdige mededeling op
In AR 2020-1118 oordeelt het hof over de reikwijdte van artikel 23 Wet Bpf. In geval van betalingsonmacht moet de werkgever een melding doen bij het fonds. Doet hij dit niet of te laat, dan is hij persoonlijk aansprakelijk voor de tekortkomingen. In dit geval werd op een uitzendbureau per 31 januari 2017 conservatoir beslag gelegd op alle vermogensbestanddelen. De bestuurder-werknemer verweert zich met de stelling dat door beslag op de administratie en het feit dat hij enige tijd in detentie heeft gezeten, hem geen verwijt kan worden gemaakt van niet-tijdige mededeling. Het hof verwerpt dit verweer door te wijzen op het feit dat hij in januari reeds wist niet aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.

Matiging boetes overtreding geheimhoudings- en relatiebeding aan de hand van de lichtere toets van artikel 7:650 lid 6 BW (en niet art. 6:94 BW)
In AR 2020-1116 staat de vraag centraal of werknemer het geheimhoudings- en relatiebeding heeft overtreden en tot welke boeteoplegging deze overtredingen leiden. In de eerste plaatst oordeelt het hof dat het wel of niet bedrijfsgevoelig zijn van de informatie, niet ter zake doet nu werknemer verboden werd ‘alle informatie over de werkgever’ te delen. Ook de stelling dat het meermalen benaderen van dezelfde relaties moet worden gezien als een enkele overtreding, faalt. Ten aanzien van de matigingsmaatstaf oordeelt het hof dat de ‘bovenmatigheidstoets’ van artikel 7:650 lid 6 BW in plaats van de onaanvaardbaarheidstoets van artikel 6:94 BW moet worden aangelegd. In casu acht het hof de totale boete van € 117.000 niet bovenmatig.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank