Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
School mag ‘schoolvakantieperiodes’ toerekenen aan werknemer. Eventueel verloftekort mag de school bij uitdiensttreding leerkracht verrekenen. Het niet kunnen werken tijdens schoolvakanties komt niet voor rekening en risico van werkgever en is evenmin in strijd met EU-recht
In AR 2024-0915 oordeelt de kantonrechter dat een school op grond van de Cao PO een deel van het (vakantie)verlof mag verrekenen bij voortijdig vertrek van de werknemer. Op grond van de cao bouwt een werknemer (vakantie)verlof op over een periode van een schooljaar. Als een werknemer gedurende dit jaar vertrekt, ontvangt hij een evenredig deel van deze (vakantie)verlofaanspraak. Omdat er tijdens schoolvakanties geen werkzaamheden worden verricht maar wel verlof wordt genoten, kan een werknemer meer verlof hebben genoten dan is opgebouwd. Volgens werknemer komt deze omstandigheid – schoolvakanties = geen onderwijs/geen werk – voor rekening en risico van de werkgever (artikel 7:628 BW). Het verrekenen van uren is bovendien in strijd met artikel 31 Handvest Grondrechten EU. De kantonrechter wijst de vordering van werknemer af, nu sprake is van een wettelijke grondslag en van scholen niet kan worden gevergd om tijdens schoolvakanties ‘onderwijs aan te bieden’.
Ook een vrijgevestigde medisch specialiste die niet in loondienst van het ziekenhuis is, valt onder de werking van artikel 7:658 lid 4 BW. Causaal verband post-COVID en uitoefening van de werkzaamheden zonder deskundigenbericht niet vast te stellen. Ziekenhuis is zorgplicht hoe dan ook nagekomen.
In AR 2024-0909 oordeelt de kantonrechter over een vrijgevestigde medisch specialiste (anesthesioloog-intensivist) die via haar bv was aangesloten bij een coöporatie die op haar beurt een samenwerkingsverband had met het Zuyderland Ziekenhuis. Op deze verhouding is artikel 7:658 lid 4 BW ook van toepassing. Over de vraag of werkneemster (post-)COVID heeft opgelopen tijdens de werkzaamheden op de IC in 2020, kan de kantonrechter zonder nader deskundigenbericht geen oordeel geven. Wel concludeert de rechter dat het ziekenhuis zich aan alle destijds geldende veiligheidsvoorschriften heeft gehouden, zodat er geen sprake is van schending van de zorgplicht.
(Identieke) verklaringen van medewerkers over onveilig werkklimaat langere tijd na incident, onvoldoende om te spreken van een ‘duurzaam verstoorde arbeidsrelatie’
In zowel AR 2024-0929 als in AR 2024-0931 oordeelt het hof dat verklaringen van medewerkers over de ‘onveilige werkomgeving’ en ‘intimiderend gedrag’ veroorzaakt door de werknemer niet kunnen bijdragen aan een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie omdat de verklaringen (a) lange tijd na de vermeende incidenten zijn opgesteld, (b) vrijwel identiek qua opmaak zijn, en (c) de kritiek niet of onvoldoende is besproken met werknemer waardoor verbetering niet heeft kunnen blijken. In de eerste zaak leidde dit tot herstel van de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht. Het hof overweegt dat hoewel de rechtsgrond van de transitievergoeding niet ontvalt, bij wijze van voorziening wordt geoordeeld dat de vergoeding moet worden terugbetaald nu niet blijkt dat werknemer (ernstig) is benadeeld.
Bestuurder ‘politiek verantwoordelijk’ voor onvoldoende aanpakken onveilig werkklimaat en daarom ontslagen op de h-grond
In AR 2024-0930 keert de onveilige werkomgeving ook terug. In deze zaak wordt een bestuurder door de AvA ontslagen, omdat hij onvoldoende zou hebben opgetreden op diverse signalen van medewerkers, rapportages van de externe vertrouwenspersonen en de ondernemingsraad dat sprake zou zijn van een discriminatoire, intimiderende en (dus) onveilige werkomgeving. Het hof oordeelt dat het in dit geval begrijpelijk is dat de bestuurder moet worden vervangen bij wijze van ‘politieke verantwoordelijkheid’ gelijk de tegenvallende resultaten van een voetbalclub en de rol van de coach (h-grond). De werknemer in kwestie betrok nog de stelling dat hij louter formeel bestuurder was, maar geen echte zeggenschap had binnen de organisatie. Het hof oordeelt dat werknemer nimmer heeft geprotesteerd tegen zijn benoeming en ook altijd als bestuurder heeft gehandeld. Hoe binnen een bestuur de zeggenschap vervolgens wordt geregeld is afhankelijk van de statuten.
Beoordeling ‘bronmateriaal’ AVV-verklaring: SBI-codes handelsregister staan niet gelijk aan de noemer van de werkingssfeerbepalingen
In AR 2024-0916 wordt door twee ondernemingen de bruikbaarheid van het door de cao-partners (en het georganiseerd bedrijfsleven) aan de minister verstrekte bronmateriaal aan de kaak gesteld. De rechtbank dient gezien de aan de minister toekomende beleids- en beoordelingsruimte te beoordelen of de minister zijn oordeel over de representativiteit in redelijkheid mocht baseren op dit bronmateriaal. Het bronmateriaal is gebaseerd op de ledenbestanden van de werkgeversorganisaties die partij zijn bij de cao en de databestanden van de Algemene Pensioen Groep (APG) en wordt al decennialang toegepast. De alternatieve lezing door het onderzoeksbureau Panteia wordt niet gevolgd, omdat het is uitgegaan van een onjuiste noemer, te weten de SBI-codes van het handelsregister. SBI-codes vallen – als ze al juist zijn gekozen – immers niet samen met de werkingssfeer, omdat in de werkingssfeerbepalingen nauwkeurig omschreven bedrijfsactiviteiten staan en de SBI-codes vrij ruime omschrijvingen kennen. Genoemde werkingssfeerbepalingen kennen voorts het zogenoemde ‘in hoofdzaak-criterium’: een werkgever valt alleen onder de werkingssfeer als hij de meerderheid van zijn loonsom behaalt met activiteiten vallend onder de werkingssfeer.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitleg bepaling in de VSO over de transitievergoeding. Telt ook het arbeidsverleden van werkneemster bij de gemeente mee voor de berekening van de transitievergoeding? 16-07-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuurder kan 'politiek verantwoordelijk' worden gehouden voor onveilige werkomstandigheden binnen zijn afdeling: volgdragen h-grond. 15-07-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Werknemer heeft niet verwijtbaar gehandeld. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden vanwege een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. 02-07-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Herstel arbeidsovereenkomst wegens niet-voldragen g-grond. Verklaringen van collega-werknemers dat vertrouwen in samenwerking weg is, zijn ongeloofwaardig. Transitievergoeding terug te betalen. 16-05-2024
- Gerechtshof Amsterdam Geen ontbinding noch wijziging van functie wegens vermeend directief en intimiderend gedrag. Verklaringen van collega's onvoldoende. 30-04-2024
- Gerechtshof Amsterdam Is sprake van een duidelijke een ondubbelzinnige opzegging van de arbeidsovereenkomst en heeft werknemer recht op doorbetaling van het salaris? 23-04-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Werknemer kan niet met terugwerkende kracht loon vorderen op grond van het rechtsvermoeden van artikel 7:610b BW over een periode waarin hij twee aanbiedingen voor een vaste urenomvang heeft afgewezen. Het hof oordeelt dat in dat geval artikel 7:610b BW kan worden ingeroepen vanaf de datum van dat beroep. 16-04-2024
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag De Raad voor de Kinderbescherming heeft bij de inschaling van gedragskundigen correct gehandeld en functiedifferentiatie gebaseerd op taken, niet op een beroepskwalificatie. De kantonrechter acht bereikbaarheidsdiensten buiten kantooruren redelijk en de cao-vergoedingsregeling voldoende. 25-07-2024
- Rechtbank Den Haag De minister heeft (vanaf 2007) telkens ten aanzien van de cao’s en het verplichtstellingsbesluit mogen oordelen dat sprake is van een belangrijke meerderheid en dat dientengevolge sprake is van representativiteit. 24-07-2024
- Rechtbank Overijssel Werknemer verzoekt de kantonrechter onder meer tot betaling van het achterstallig salaris over de periode 2020 tot en met 2023. Zo zou werkgever ten onrechte 108 vakantie-uren hebben afgeboekt en zou werknemer ten onrechte niet hersteld zijn gemeld bij het UWV. Alle vorderingen worden afgewezen. 23-07-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Werkneemster Gemeente Midden-Groningen was leidinggevende van team Gevolgen Gas- en Zoutwinning totdat zij op non-actief werd gesteld. Werkneemster vordert in kort geding wedertewerkstelling en een rectificatie. Vorderingen toegewezen. 22-07-2024
- Rechtbank Overijssel Kort geding. Ziekmelding na mededeling dat werkneemster in het kader van een verbetertraject zou worden overgeplaatst naar andere afdeling. Werkneemster vordert wedertewerkstelling in de bedongen functie en de loondoorbetaling gedurende het tweede ziektejaar aan te vullen tot 100%. 18-07-2024
- Rechtbank Limburg De kantonrechter kan zonder deskundige niet oordelen over het causaal verband tussen het werk van een IC-specialiste en haar coronabesmetting, met post-COVID ten gevolge. Omdat het ziekenhuis zich aan de geldende adviezen heeft gehouden heeft het voldaan aan de zorgplicht en is het niet aansprakelijk jegens de specialiste. 17-07-2024
- Rechtbank Rotterdam Ontslag op staande voet waarbij meerdere ontslagredenen aan ontslag ten grondslag zijn gelegd. Werkgever moet alle gronden bewijzen. Bij tussenbeschikking is een bewijsopdracht aan werkgever gegeven. 15-07-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Ontslag op staande voet wegens onvoldoende gewerkte uren bij maandelijkse inroostering is ongeldig, aangezien er geen dringende reden bestaat. Daarnaast heeft werkgever op de loonbetalingen ten onrechte minuren ingehouden en is de loonvordering van werknemer toewijsbaar tot de dag dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn beëindigd. 10-07-2024
- Rechtbank Rotterdam Terugkomen door FloraNL op toezegging arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd door alsnog arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te zeggen geldt niet als rechtsgeldige opzegging; billijke vergoeding van € 10.000 toegekend. 04-07-2024
- Rechtbank Noord-Holland Opzegging in strijd met de wettelijke regels en dus niet rechtsgeldig. Nu werkgeefster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, is zij een billijke vergoeding verschuldigd. 04-07-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Ontslag op staande voet niet geldig, aangezien niet is komen vast te staan dat werknemer te laat op werk is verschenen. Ook is niet aan de onverwijldheidseis voldaan. Tot slot kan de ontbinding niet worden gegrond op de g-grond, h-grond of i-grond. 27-06-2024
- Rechtbank Noord-Holland De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek van werkneemster toe, omdat werkgeefster werknemer ten onrechte niet heeft opgeroepen en ook geen loon heeft betaald. Ernstig verwijtbaar handelen. Billijke vergoeding op nihil gesteld. 24-06-2024
- Rechtbank Rotterdam Werknemers hebben recht op uitbetaling uren die zij hebben gewerkt na uitdiensttreding bij DriveteQ. Tegenvordering tot verrekening en betaling boete van € 182.500 voor overtreding concurrentiebeding afgewezen. 21-06-2024
- Rechtbank Rotterdam Vrachtwagenchauffeur heeft 'dodemanssysteem' van zijn tankwagen gemanipuleerd door met draden de functie hiervan te overbruggen. Het ontslag op staande voet is rechtsgeldig. Onvoldoende onderbouwing door werknemer dat het onveilig is om in de buurt van de dodemansknop te verblijven tijdens het lossen. 13-06-2024
- Rechtbank Noord-Holland Afwijzing ontbindingsverzoek. Werkgeefster heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van disfunctioneren van werknemer en er is ook geen serieus en reëel verbetertraject geweest. 13-06-2024
- Rechtbank Limburg Werkgever is terecht overgegaan tot verrekening van te veel genoten vakantie-uren. Geen strijd met artikel 31 Handvest Grondrechten van de Europese Unie. 24-04-2024
- Rechtbank Den Haag Omdat niet is komen vast te staan dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, wordt bij de verdere beoordeling uitgegaan van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één maand, welke overeenkomst, naar het oordeel van de kantonrechter, van rechtswege is geëindigd. Verzoeken werkneemster tot onder meer vernietiging opzegging afgewezen. 13-03-2024