Naar boven ↑

Update

Nummer 31, 2024
Uitspraken van 25-07-2024 tot 31-07-2024
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

School mag ‘schoolvakantieperiodes’ toerekenen aan werknemer. Eventueel verloftekort mag de school bij uitdiensttreding leerkracht verrekenen. Het niet kunnen werken tijdens schoolvakanties komt niet voor rekening en risico van werkgever en is evenmin in strijd met EU-recht
In AR 2024-0915 oordeelt de kantonrechter dat een school op grond van de Cao PO een deel van het (vakantie)verlof mag verrekenen bij voortijdig vertrek van de werknemer. Op grond van de cao bouwt een werknemer (vakantie)verlof op over een periode van een schooljaar. Als een werknemer gedurende dit jaar vertrekt, ontvangt hij een evenredig deel van deze (vakantie)verlofaanspraak. Omdat er tijdens schoolvakanties geen werkzaamheden worden verricht maar wel verlof wordt genoten, kan een werknemer meer verlof hebben genoten dan is opgebouwd. Volgens werknemer komt deze omstandigheid – schoolvakanties = geen onderwijs/geen werk – voor rekening en risico van de werkgever (artikel 7:628 BW). Het verrekenen van uren is bovendien in strijd met artikel 31 Handvest Grondrechten EU. De kantonrechter wijst de vordering van werknemer af, nu sprake is van een wettelijke grondslag en van scholen niet kan worden gevergd om tijdens schoolvakanties ‘onderwijs aan te bieden’.

Ook een vrijgevestigde medisch specialiste die niet in loondienst van het ziekenhuis is, valt onder de werking van artikel 7:658 lid 4 BW. Causaal verband post-COVID en uitoefening van de werkzaamheden zonder deskundigenbericht niet vast te stellen. Ziekenhuis is zorgplicht hoe dan ook nagekomen.
In AR 2024-0909 oordeelt de kantonrechter over een vrijgevestigde medisch specialiste (anesthesioloog-intensivist) die via haar bv was aangesloten bij een coöporatie die op haar beurt een samenwerkingsverband had met het Zuyderland Ziekenhuis. Op deze verhouding is artikel 7:658 lid 4 BW ook van toepassing. Over de vraag of werkneemster (post-)COVID heeft opgelopen tijdens de werkzaamheden op de IC in 2020, kan de kantonrechter zonder nader deskundigenbericht geen oordeel geven. Wel concludeert de rechter dat het ziekenhuis zich aan alle destijds geldende veiligheidsvoorschriften heeft gehouden, zodat er geen sprake is van schending van de zorgplicht.

(Identieke) verklaringen van medewerkers over onveilig werkklimaat langere tijd na incident, onvoldoende om te spreken van een ‘duurzaam verstoorde arbeidsrelatie’
In zowel AR 2024-0929 als in AR 2024-0931 oordeelt het hof dat verklaringen van medewerkers over de ‘onveilige werkomgeving’ en ‘intimiderend gedrag’ veroorzaakt door de werknemer niet kunnen bijdragen aan een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie omdat de verklaringen (a) lange tijd na de vermeende incidenten zijn opgesteld, (b) vrijwel identiek qua opmaak zijn, en (c) de kritiek niet of onvoldoende is besproken met werknemer waardoor verbetering niet heeft kunnen blijken. In de eerste zaak leidde dit tot herstel van de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht. Het hof overweegt dat hoewel de rechtsgrond van de transitievergoeding niet ontvalt, bij wijze van voorziening wordt geoordeeld dat de vergoeding moet worden terugbetaald nu niet blijkt dat werknemer (ernstig) is benadeeld.

Bestuurder ‘politiek verantwoordelijk’ voor onvoldoende aanpakken onveilig werkklimaat en daarom ontslagen op de h-grond
In AR 2024-0930 keert de onveilige werkomgeving ook terug. In deze zaak wordt een bestuurder door de AvA ontslagen, omdat hij onvoldoende zou hebben opgetreden op diverse signalen van medewerkers, rapportages van de externe vertrouwenspersonen en de ondernemingsraad dat sprake zou zijn van een discriminatoire, intimiderende en (dus) onveilige werkomgeving. Het hof oordeelt dat het in dit geval begrijpelijk is dat de bestuurder moet worden vervangen bij wijze van ‘politieke verantwoordelijkheid’ gelijk de tegenvallende resultaten van een voetbalclub en de rol van de coach (h-grond). De werknemer in kwestie betrok nog de stelling dat hij louter formeel bestuurder was, maar geen echte zeggenschap had binnen de organisatie. Het hof oordeelt dat werknemer nimmer heeft geprotesteerd tegen zijn benoeming en ook altijd als bestuurder heeft gehandeld. Hoe binnen een bestuur de zeggenschap vervolgens wordt geregeld is afhankelijk van de statuten.

Beoordeling ‘bronmateriaal’ AVV-verklaring: SBI-codes handelsregister staan niet gelijk aan de noemer van de werkingssfeerbepalingen
In AR 2024-0916 wordt door twee ondernemingen de bruikbaarheid van het door de cao-partners (en het georganiseerd bedrijfsleven) aan de minister verstrekte bronmateriaal aan de kaak gesteld. De rechtbank dient gezien de aan de minister toekomende beleids- en beoordelingsruimte te beoordelen of de minister zijn oordeel over de representativiteit in redelijkheid mocht baseren op dit bronmateriaal. Het bronmateriaal is gebaseerd op de ledenbestanden van de werkgeversorganisaties die partij zijn bij de cao en de databestanden van de Algemene Pensioen Groep (APG) en wordt al decennialang toegepast. De alternatieve lezing door het onderzoeksbureau Panteia wordt niet gevolgd, omdat het is uitgegaan van een onjuiste noemer, te weten de SBI-codes van het handelsregister. SBI-codes vallen – als ze al juist zijn gekozen – immers niet samen met de werkingssfeer, omdat in de werkingssfeerbepalingen nauwkeurig omschreven bedrijfsactiviteiten staan en de SBI-codes vrij ruime omschrijvingen kennen. Genoemde werkingssfeerbepalingen kennen voorts het zogenoemde ‘in hoofdzaak-criterium’: een werkgever valt alleen onder de werkingssfeer als hij de meerderheid van zijn loonsom behaalt met activiteiten vallend onder de werkingssfeer.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank