UWV heeft terecht geconcludeerd dat appellant als hoofdmedewerker basispolitiezorg verwijtbaar werkloos is geworden wegens het ten onrechte ontvangen van kinderopvangtoeslag. Hoewel onderzoek van de FIOD naar gedragingen van appellant al in 2008 zijn aangevangen, is er sprake van een subjectief dringende reden vanwege het moment waarop de gedragingen kenbaar zijn gemaakt aan de korpschef. UWV heeft bovendien ten aanzien van de tweede werkloosheid van appellant terecht niet de dagloongarantie toegepast.
Centrale Raad van Beroep, 27-07-2016