Rechtspraak
AR 2009-0035
In een tussenvonnis werd werknemer opgedragen de feitelijke grondslag van zijn vordering te bewijzen, namelijk dat hem door Garage St. Martin een aanbod is gedaan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst tegen betaling van de door het Departement van Arbeid te berekenen vergoeding. Werknemer is niet in zijn bewijs geslaagd. Dat betekent dat de vordering van werknemer in beginsel dient te worden afgewezen. Op voet van art. 118 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering wil het gerecht...
Gerecht in Eerste Aanleg van de Nederlandse Antillen, 16-01-2007