Update
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
Uitsluiting opvolgend werkgeverschap (art. 7:673 BW) door vaststellingsovereenkomst bij indiensttreding toegestaan
In AR 2017-1051 verschillen werkgever en werknemer van mening over het tijdstip van indiensttreding en de daaraan gekoppelde berekening van de transitievergoeding. De kantonrechter volgt werknemer evenwel niet in zijn stelling dat hij reeds sinds 2008 in dienst is. Tussen partijen staat vast dat zij in de arbeidsovereenkomst van 17 maart 2014 het volgende zijn overeengekomen: ‘Werknemer en werkgever stellen vast en komen overeen dat er geen sprake is van opvolgend werkgeverschap. Werkgever kan door partijen derhalve niet als opvolgend werkgever worden aangemerkt’ en ‘Partijen stellen derhalve vast en komen overeen dat er geen sprake is van een voortgezet dienstverband in de zin van artikel 7:667 of 668a BW’ en ‘Partijen zijn overeengekomen dat bovenstaande bepalingen dienen te gelden als een vaststellingsovereenkomst conform art. 7:900 BW, zodat de artikelen 7:900 BW ev. van toepassing zijn’. Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen zich aan een vaststelling van de situatie. Zo’n vaststellingsovereenkomst op vermogensrechtelijk gebied is ook geldig als deze in strijd is met dwingend recht. Hoewel werknemer heeft gesteld dat de door partijen gesloten vaststellingsovereenkomst in strijd is met de openbare orde, heeft hij dit standpunt niet nader onderbouwd, zodat aan die stelling voorbij wordt gegaan. Partijen zijn dan ook gebonden aan de tussen hen overeengekomen indiensttredingsdatum van 17 maart 2014.
Transitievergoeding ook door pgb-houder verschuldigd
In AR 2017-1073 wordt tevergeefs een beroep gedaan op de ‘bijzondere arbeidsverhouding’ tussen de pgb-houder en werknemer voor wat betaling van de transitievergoeding betreft. De door bewindvoerder gestelde bijzondere aard van de arbeidsverhouding, vormt naar het oordeel van de kantonrechter geen aanleiding om van een dwingendrechtelijke bepaling (art. 7:673 BW) af te wijken. Bovendien heeft de wetgever geen algemene uitzonderingspositie gecreëerd voor een arbeidsovereenkomst met een pgb-zorgvrager (ECLI:NL:GHARL:2017:2440). De stelling van bewindvoerder dat hij financieel niet in staat is tot betaling van de vergoeding over te gaan, leidt niet tot een ander oordeel. Daarnaast doet de financiële situatie van bewindvoerder, strikt genomen, niet ter zake aangezien onderbewindgestelde als formele werkgever moet worden beschouwd.
Te laat verzoek gefixeerde schadevergoeding werkgever bij verweer op vordering openstaande vakantiedagen werknemer, kan niet worden hersteld middels artikel 7:661 jo. 6:162 BW
In AR 2017-1066 oordeelt de kantonrechter dat werkgever te laat (want buiten de vervaltermijn) gefixeerde schadevergoeding van werknemer verzoekt. Aanleiding vormde een vordering van werknemer van nog openstaande vakantiedagen, nadat werknemer zelf het tijdelijke contract (zonder tussentijds opzegbeding) had opgezegd. Volgens de kantonrechter bieden artikel 7:661 en 6:162 BW geen ruimte om buiten de sterke werking van de vervaltermijnen een beroep op schadevergoeding te doen.
Scriptiebegeleiding in ruil voor woninghuur op campus leidt niet tot arbeidsovereenkomst
In AR 2017-1061 oordeelt het hof dat succesvol het rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst is ontkracht. In ruil voor een huurwoning op de campus had de promovenda een afspraak gemaakt met de opleidingsdirecteur dat zij scripties zou begeleiden. Het aantal scripties stond gelijk aan de huursom. Als zij meer scripties begeleidde, kreeg zij het meerdere uitbetaald. Waren er minder scripties dan werd in beginsel de huur toch gewoon kwijtgescholden. Cruciaal achtte de rechter de vrijheid van werkneemster om begeleiding te weigeren en invulling aan de begeleiding te geven die zij goed achtte. Daarmee is van een instructiebevoegdheid geen sprake meer.
D-grond bij omzetting tijdelijk in vast niet geloofwaardig. Wel g-grond met billijke vergoeding van zes maanden
In AR 2017-1068 oordeelt de kantonrechter dat disfunctioneren niet kan worden aangenomen, omdat werkgever daags voor de ferme kritiek werknemer een vast contract heeft gegeven. Daaruit blijkt juist dat werkgever (weer) vertrouwen in het functioneren van werknemer had. Wel is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding, doordat werkgever eenzijdig het vertrouwen in werknemer heeft opgezegd. Dit maakt de werkgever ernstig verwijtbaar handelend. De kantonrechter schat in dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen, indien het verzoek niet was ingediend, nog ongeveer een halfjaar zou hebben geduurd en dat werknemer gedurende die periode dus nog in totaal circa € 15.000 loon ontvangen zou hebben. Een vergoeding tot deze hoogte wordt derhalve reëel geacht. Hierop strekt dan wel de transitievergoeding in mindering, zodat daarom aan werknemer afgerond € 12.000 bruto billijke vergoeding is toegewezen.
Ontheffing non-concurrentiebeding impliceert niet ontheffing van alle bezwarende bedingen
In AR 2017-1072 staat de vraag centraal of werknemer het relatiebeding en anti-ronselbeding heeft overtreden. Werkgever stelt dat werknemer weliswaar is ontslagen uit het non-concurrentiebeding, maar niet uit het verbod om zakelijke contacten van de werkgever te bewegen de band met de werkgever te verbreken (het relatiebeding), noch uit het verbod om werknemers van werkgever te bewegen het dienstverband met werkgever te beëindigen (het ronselbeding). De aard en strekking van het non-concurrentiebeding is een andere dan de aard en strekking van het relatiebeding en het ronselbeding. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkgever dan ook terecht opgemerkt dat met name een non-concurrentiebeding een werknemer kan blokkeren in het vinden van een nieuwe werkkring. Daarbij wordt opgemerkt dat werknemer zich heeft neergelegd bij het ontslag op staande voet en in dit verband op eigen initiatief een regeling tot ontslag uit het non-concurrentiebeding heeft voorgesteld, omdat hij reeds zicht had op een nieuwe baan. Dat alle drie bedingen zijn opgenomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst en dat voornoemd artikel als kop vermeldt ‘non-concurrentiebeding’, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet dat werknemer, zonder nadere bevestiging van werkgever, erop mocht vertrouwen dat hij ook uit de beide andere bedingen ontheven was. Dat werknemer zou worden ontheven van ‘het concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 12 van de arbeidsovereenkomst’, is immers niet hetzelfde als de afspraak dat artikel 12 in het geheel niet meer van toepassing zou zijn.
AR Poll
90% is het eens met de stelling: ‘Deliveroo-zzp’ers zijn werknemers.’
De nieuwe stelling luidt: ‘Opvolgend werkgeverschap uitsluiten bij vaststellingsovereenkomst zou niet moeten mogen.’ Breng hier uw stem uit.
Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Opzegging waarneming kaakchirurg. Kwalificatievraag. Meer elementen van overeenkomst van opdracht dan van arbeidsovereenkomst. 29-08-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vernietiging beschikking waarin de kantonrechter ontbinding heeft uitgesproken onder de voorwaarde dat onherroepelijk komt vast te staan dat er een arbeidsovereenkomst is. Deze voorwaarde kan onder de WWZ niet meer worden gehanteerd. 28-08-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Kwalificatievraag. Opdrachtgever geslaagd in de weerlegging van het rechtsvermoeden dat is neergelegd in artikel 7:610a BW. Scriptiebegeleider was vrij haar werkzaamheden in te richten op de wijze die zij in overleg met haar studenten zelf bepaalde. 28-08-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ontbinding op de g-grond. Werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door iedere serieuze vorm van werkhervatting door werknemer uit de weg is gegaan; zij heeft werknemer laten ‘bungelen’. Hoogte billijke vergoeding. 25-08-2017
- Gerechtshof Den Haag Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer. Gedeeltelijke vernietiging concurrentiebeding. Geen recht op transitievergoeding en billijke vergoeding, omdat ernstige verwijtbaarheid aan de kant van werkgever ontbreekt. 15-08-2017
- Gerechtshof Den Haag Verzoek tot herstel arbeidsovereenkomst afgewezen, nu ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding terecht is toegewezen. Wel aanspraak op billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen werkgever. Omstandighedentoets bij hoogte billijke vergoeding. ‘Normale’ wanprestatie niet voldoende voor ontbinding arbeidsovereenkomst (art. 7:686 BW). 28-07-2017
- Gerechtshof Den Haag Ontslag op staande voet in verband met fraude met containers. Ontslag blijft in stand, ook in hoger beroep. 20-06-2017
- Gerechtshof Den Haag Ontslag op staande voet terecht. Werknemer heeft bedragen in rekening gebracht die werkgever zelf had moeten declareren. Ook heeft hij facturen opgevoerd die verzonnen posten betreffen. Gebruiksvergoeding. 23-05-2017
Rechtbank
- Rechtbank Limburg (Poging tot) diefstal en/of verduistering van betonplaten door werknemer niet komen vast te staan. Verzoek op e-grond wordt afgewezen, alsmede verzoek op h-grond. H-grond dient niet als reparatiegrond. 30-08-2017
- Rechtbank Limburg Ontbindingsverzoek werkgever afgewezen, omdat welbewust is aangestuurd op einde arbeidsovereenkomst zonder aanbieden herkansing. Billijke vergoeding valt uiteen in drie componenten: (1) mate van verwijtbaarheid ernstig handelen/nalaten werkgever, (2) gevolgen einde arbeidsovereenkomst werknemer en (3) smartengeld. 25-08-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Werkgeefster valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Uitleg begrip ‘beeldende vorming’. 23-08-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Opzegging arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder beding van tussentijdse opzegging door werknemer. Geen ruimte voor schadevergoeding voor werkgever op grond van artikel 7:661 BW, 6:74 BW en 6:162 BW. 23-08-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Dat concurrentiebeding zijn rechtsgeldigheid heeft verloren, leidt niet zonder meer tot verlies van rechtsgeldigheid van geheimhoudingsbeding en relatiebeding. 23-08-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding. Inhoud vaststellingsovereenkomst in (nieuwe) arbeidsovereenkomst is bepalend voor de hoogte van de transitievergoeding. 21-08-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Werkneemster verzoekt billijke vergoeding na ontslag op staande voet. Werkneemster krijgt een bewijsopdracht en dient aan te tonen dat haar op 30 mei 2017 ontslag op staande voet is verleend. 16-08-2017
- Rechtbank Limburg Geen sprake van disfunctioneren nu de arbeidsovereenkomst telkens is verlengd en uiteindelijk zelfs voor onbepaalde tijd is voortgezet. Ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding onder toekenning van een billijke vergoeding van € 12.000. 10-08-2017
- Rechtbank Den Haag Ontslag op staande voet werknemer vernietigd. Dat werknemer uren onjuist heeft geregistreerd is hem te verwijten, maar levert geen dringende reden op voor ontslag op staande voet. De door de werkgever gevraagde (voorwaardelijke) ontbinding (d-, e- en g-grond) wordt afgewezen. 09-08-2017
- Rechtbank Den Haag Veroordeling werkgever tot betaling aanzegvergoeding naar rato. De brief waarin het (de gemachtigde van) werknemer duidelijk moet zijn geworden dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd, moet worden beschouwd als een, weliswaar niet-tijdige, aanzegging. 02-08-2017
- Rechtbank Den Haag Gesteld jarenlang structureel overwerk wordt gemotiveerd betwist en is door werkneemster niet nader onderbouwd. Geen grond voor het uitbetalen van 6018 overuren en schadevergoeding. 02-08-2017
- Rechtbank Limburg Arbeidsovereenkomst met pgb-zorgdrager. Kantonrechter veroordeelt pgb-zorgdrager tot (na)betaling van loon, gefixeerde schadevergoeding en transitievergoeding. Beroep op bijzondere aard van arbeidsverhouding faalt. Verzoek om billijke vergoeding afgewezen. 21-07-2017
- Rechtbank Oost-Brabant Werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst in verband met vermeend pestgedrag van werknemer jegens collega’s. De kantonrechter oordeelt dat een getuigenverhoor onontkoombaar is, werkgever krijgt bewijsopdracht. 18-05-2016
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Limburg Onduidelijkheid over arbeidsomvang en loon tussen werkneemster (die inmiddels ziek is) en werkgever, die zich bij aangaan van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst in een liefdesrelatie bevonden. Kantonrechter stelt loon vast op basis van de geldende cao en oordeelt dat sprake is van een fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 2017-08-21
- Rechtbank Gelderland Situatieve arbeidsongeschiktheid. De omstandigheid dat werkneemster te kennen heeft gegeven de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen, is onvoldoende om aan te nemen dat zij niet bereid was om werkzaamheden te verrichten. Loonvordering toegewezen. 2017-07-11