Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2018
Uitspraken van 10-01-2018 tot 16-01-2018
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

AR Annotatie Willemijn Roozendaal: Verjaring van vakantieaanspraken in geval van schijnzelfstandigheid

Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Willemijn Roozendaal bij het King-arrest (AR 2018-0055). Willemijn wijst op een mogelijk nieuwe staatsaansprakelijkheid, nu het Hof van Justitie EU in de King-zaak heeft geoordeeld dat onder omstandigheden vakantieaanspraken niet mogen vervallen noch verjaren. Tevens wijst zij erop dat werkgevers bedacht moeten zijn dat ‘opdrachtnemers’ die zich achteraf met succes op het standpunt mogen stellen dat sprake was van een arbeidsovereenkomst over de hele duur van de arbeidsprestatie recht hebben op vakantieverlof (de verval- en verjaringstermijnen zijn dan namelijk in strijd met EU-recht). Klik hier om de annotatie te lezen.

Rechtspraak

Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Werknemer die ‘gratis Nivea-tester’ gebruikt terecht op staande voet ontslagen

In AR 2018-0076 oordeelt de rechter het ontslag op staande voet van een caissière die tijdens diensttijd in strijd met de interne regels een aan klanten gratis mee te geven tester van Nivea gebruikt, rechtsgeldig. In dit verband acht de kantonrechter het van grote betekenis dat A.S. Watson als detailhandelorganisatie te maken heeft met een verhoogd risico op diefstal/verduistering door eigen personeel en dat zij daardoor en ter voorkoming van precedentwerking, een rechtens te respecteren belang heeft bij de strikte naleving van haar gedragsregels.

Opvolgend werkgeverschap: artikel 7 jo. 17 ABU sluiten opvolgend werkgeverschap uit bij onjuiste informatie op inlichtingenformulier

In AR 2018-0077 en AR 2018-0078 oordeelt de kantonrechter over de uitleg van de ABU-cao inzake opvolgend werkgeverschap. Artikel 7 van de ABU-cao sluit dat uit voor het geval de werknemer bij zijn indiensttreding onjuiste inlichtingen geeft over zijn verleden.

Ontslagname op staande voet door werknemer of vernietiging ontslag op grond van Boek 3: geen grondslag voor billijke vergoeding

In AR 2018-0092 wordt de arbeidsovereenkomst door werknemer onverwijld opgezegd wegens herhaaldelijk niet betalen van loon. De kantonrechter oordeelt als volgt. In de dringende reden, op grond waarvan van werknemer niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, ligt besloten dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door een situatie als de onderhavige te creëren, zodat werknemer aanspraak kan maken op de transitievergoeding. Ten aanzien van de verzochte billijke vergoeding oordeelt de kantonrechter evenwel dat in ieder geval artikel 7:681 BW geen grondslag biedt voor een billijke vergoeding indien de arbeidsovereenkomst onverwijld wordt opgezegd door een werknemer. De verzochte billijke vergoeding is dan ook niet toewijsbaar.

In AR 2018-0074 staat de vraag centraal of werknemer recht heeft op een billijke vergoeding in hoger beroep ex artikel 7:683 lid 3 BW, indien de grondslag voor de opzegging is gelegen in een wilsgebrek (Boek 3). Het hof oordeelt dat artikel 7:683 lid 3 BW dan toepassing mist, zodat van een billijke vergoeding geen sprake kan zijn.

Nederlandse rechter bevoegd in Ryanair-zaak met ‘standplaats Eindhoven’

In AR 2018-0085 geeft de kantonrechter invulling aan het ‘Ryanair-arrest’ van het Hof van Justitie (AR 2017-1126). Werkneemster heeft de Poolse nationaliteit en is in 2012 in dienst getreden bij Ryanair als cabinemedewerkster met als standplaats Stockholm. In 2014 is haar standplaats gewijzigd in Eindhoven. In de arbeidsovereenkomst is een (eenzijdig) wijzigingsbeding opgenomen op grond waarvan zij kan worden overgeplaatst naar een andere standplaats. Werkneemster heeft zich, na de geboorte van haar kind, definitief gevestigd in Eindhoven en op die grond geweigerd gevolg te geven aan de aanwijzing van Ryanair om haar standplaats per 1 juli 2017 naar Dublin te verplaatsen. Zij is vervolgens op staande voet ontslagen door Ryanair. Onder verwijzing naar jurisprudentie van het Hof van Justitie overweegt de kantonrechter dat de thuisbasis een belangrijke aanwijzing kan vormen voor het vaststellen van de plaats waar de werknemer gewoonlijk werkt. Zo was werkneemster geplaatst in Eindhoven. Daarnaast vingen op Eindhoven Airport haar diensten aan en keerde zij daar ook terug. Het is inderdaad zo dat dit slechts een klein deel van de gehele arbeidsduur betreft en dat voor het overige deel van de werkzaamheden, die in de lucht plaatsvonden, geen aanwijzingen kunnen worden gevonden, maar daar staat tegenover dat de jurisdictiebepalingen de belangen van de zwakkere partij beogen te beschermen. Tussen partijen is niet in geschil dat zij in de arbeidsovereenkomst het Iers recht als toepasselijk recht zijn overeengekomen. Het opnemen van het eenzijdig wijzigingsbeding en het beroep dat daarop door Ryanair is gedaan, is niet in strijd met een Nederlandse dwingend rechtelijke bepaling. Op de uitzonderingsbepaling van artikel 8 lid 1 Rome I kan dan ook reeds hierom geen beroep worden gedaan.

Vragen of opmerkingen

Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank