Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2025
Uitspraken van 9 januari 2025 tot 15 januari 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Ktr.: Parkwood geen impact op IDL-rechtspraak van de Hoge Raad
In AR 2025-0051 oordeelt de kantonrechter over de vraag of bij een overgang van onderneming waarbij een ondernemings-cao krachtens een dynamisch incorporatiebeding mee overgaat meer betekenis moet worden toegekend aan Parkwood (AR 2013-0556) dan aan Asklepios (AR 2017-0540). Omdat de verkrijger geen invloed zou kunnen uitoefenen op arbeidsvoorwaarden in toekomstige ondernemings-cao’s van de vervreemder zou de ondernemingsvrijheid in het geding zijn waardoor het incorporatiebeding statisch zou moeten worden bij de overgang. De kantonrechter wijst erop dat dit onderscheid niet terugkeert in de IDL-uitspraak van de Hoge Raad (AR 2024-0876). Ook overigens ziet de kantonrechter geen aanleiding om op grond van artikel 7:611 BW van werknemer te verlangen dat hij geen beroep meer kan doen op de dynamiek.

Ktr.: Temporele nietigheid van beding dat 8% vakantiebijslag uitsluit voor variabel loon dat onder driemaal minimumloon valt
In AR 2025-0050 oordeelt de kantonrechter dat een beding in de arbeidsovereenkomst waarin staat dat vakantiebijslag slechts over het basisloon wordt uitbetaald, maar niet het variabele loon, in strijd kan zijn met artikel 15 WMM. Voor werknemers die meer dan het drievoud van het minimumloon verdienen, kan op grond van artikel 16 lid 5 WMM bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald dat de werknemer over het gehele loon geen recht heeft op vakantiebijslag of op een lager bedrag aan vakantiebijslag. Bedingen die strijdig zijn met het bij of krachtens de wet bepaalde, zijn op grond van artikel 19 WMM nietig. In deze procedure stond vast dat werknemer over de eerste twee jaar minder dan driemaal minimumloon verdiende. De vraag die vervolgens aan de orde was, was of die nietigheid zover strekte dat ook voor de jaren dat werknemer naast zijn basissalaris wel (ruim) meer dan driemaal het minimumloon had verdiend de bepaling uit de arbeidsovereenkomst nietig was. Dat is volgens de kantonrechter niet het geval. Voorkomen dient te worden dat een nietigheid verder ingrijpt dan door haar doel wordt gerechtvaardigd, tenzij dit als onredelijk moet worden aangemerkt.

Hof: ontslag wegens circuleren van zelfgemaakte naaktfoto’s van werknemer op protestant-christelijke school in strijd met vrijheid van meningsuiting (€ 10.000 billijke vergoeding)
In AR 2025-0040 oordeelt het hof dat ontbinding op de g-grond van een arbeidsovereenkomst van een middelbareschooldocent nadat naaktfoto’s van hem circuleerden via Whatsapp in onder meer de brugklas, een ongerechtvaardigde inmenging is van vrijheid van meningsuiting. Hoewel de vrijheid van meningsuiting geen onbeperkt recht is, valt in de onderhavige zaak zonder nadere toelichting niet in te zien dat de meningsuiting van werknemer op gespannen voet staat met de vrijheid van onderwijs of dat deze een inbreuk vormt op de belangen van kinderen. De arbeidsovereenkomst had niet ontbonden mogen worden. Hoewel het hof het niet onbegrijpelijk acht dat werkgeefster door het handelen van werknemer een vertrouwensbreuk heeft ervaren, had zij als goed werkgeefster eerst een poging moeten doen om het onderlinge vertrouwen te herstellen. Het hof is dan ook van oordeel dat van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding geen sprake is geweest. Het hof kent werknemer een billijke vergoeding toe van € 10.000.

Ktr.: artikel 7:669 lid 4 BW (AOW-ontslag) niet van toepassing op ontslag zieke AOW-werknemer omdat werknemer AOW-leeftijd bij voortzetting tijdelijk contract reeds had bereikt
In AR 2025-0056 oordeelt de kantonrechter over het ontslag van een doorwerker na het bereiken van de AOW-leeftijd als volgt. Weliswaar bepaalt artikel 7:670a lid 2 onder e BW dat het opzegverbod wegens ziekte niet van toepassing is als de opzegging geschiedt op grond van artikel 7:669 lid 4 BW, maar dat is alleen het geval als de opzegging geen verband houdt met omstandigheden waarop dat opzegverbod betrekking heeft. Bovendien kan de werkgever op grond van artikel 7:669 lid 4 BW de arbeidsovereenkomst wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd alleen opzeggen, als die arbeidsovereenkomst is ingegaan vóór het bereiken van die leeftijd. Dat is hier niet het geval. Toen partijen de tweede arbeidsovereenkomst aangingen, op 9 januari 2024, was werknemer immers al 67 jaar oud.

Rb.: het oprichten van een vennootschap en het reserveren van een domeinnaam kwalificeren niet als ‘werkzaamheden’ die onder een nevenwerkzaamhedenbeding vallen
In AR 2025-0061 oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van onrechtmatige concurrentie, nadat een vertrekkende medewerker een concurrerende onderneming start. Omdat werknemer in zijn functie contactgegevens aan zichzelf kon sturen voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden, maakt dat geen sprake is van schending van het geheimhoudingsbeding. Evenmin is de rechtbank van oordeel dat werknemer het nevenwerkzaamhedenbeding heeft geschonden. Het oprichten van een vennootschap is geen werkzaamheid en het reserveren van een domeinnaam is dat ook niet.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank