Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: kennisgeving van disfunctioneren moet soms uitdrukkelijk schriftelijk (d-grond)
In AR 2018-1291 verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep (art. 81 Wet RO) tegen de beschikking van het hof, waarin werd geoordeeld dat van de werkgever mag worden verlangd de werknemer uitdrukkelijk schriftelijk te wijzen op zijn disfunctioneren. Volgens werkgever volgt de eis van geschrift niet uit artikel 7:669 lid 3 sub d BW. De A-G ziet evenwel een rechtsklacht noch motiveringsklacht in de grief tegen de overweging van het hof dat in dit specifieke geval – de werknemer werd vrijwel dagelijks aangesproken op zijn gedrag, maar luisterde kennelijk niet – een schriftelijke kennisgeving van werknemers disfunctioneren geboden was om de ernst van de zaak te benadrukken. Ook overigens is de conclusie van de A-G interessant, omdat nader wordt ingegaan op ‘bewijzen onder de WWZ’, inkleuring van de ‘g-grond’ en uitleg van een contractuele afvloeiingsregeling.

Werknemer kan na verstrijken vervaltermijn bij verweer op vordering gefixeerde schadevergoeding alsnog de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet aanvechten
In AR 2018-1286 oordeelt het hof dat ondanks het verstrijken van de vervaltermijn, de werknemer alsnog de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet kan aanvechten bij verweer op de vordering van werkgever (gefixeerde schadevergoeding). Voornoemd artikel houdt in dat binnen twee maanden na de datum waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd een verzoekschrift tot – kort gezegd – vernietiging of een billijke vergoeding moet zijn ingediend. Het artikel staat echter niet in de weg aan de mogelijkheid voor werknemer om zich te verweren tegen een verzoek van de wederpartij. Het heeft immers alleen betrekking op de bevoegdheid tot het indienen van het verzoekschrift.

Na afwijzing ontbindingsverzoek (wel verstoorde arbeidsverhouding, niet ernstig en duurzaam) kan de werkgever een werknemer niet zonder enig vooroverleg oproepen voor werkhervatting
In AR 2018-1277 oordeelt de kantonrechter dat na een afwijzing van het ontbindingsverzoek, het niet verschijnen op het werk na uitdrukkelijke oproep tot werkhervatting niet voor rekening en risico van werknemer komt. Van werkgever mag worden verwacht eerst contact met werknemer op te nemen om de gemoederen na de ontbindingsprocedure te bedaren.

CFO die meermaals privé-uitgaven (€ 130.000) doet met zakelijke creditcard terecht op staande voet ontslagen. Naleving contractuele afvloeiingsregeling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar
In AR 2018-1276 oordeelt de kantonrechter over buitensporig gebruik van de zakelijke creditcard. Uit de ingebrachte stukken, waaronder de twee onderzoeksrapporten, is voor de kantonrechter voldoende gebleken dat werknemer de zakelijke creditcard ruimschoots voor privé-uitgaven heeft gebruikt. Ook is gebleken dat werknemer aan privé-uitgaven zakelijke omschrijvingen heeft toegekend, waarmee het privékarakter werd gecamoufleerd. Dat dit één of twee keer per ongeluk gebeurt, wil de kantonrechter nog wel geloven maar niet op de schaal waarop werknemer het heeft gedaan (ten minste elf keer). Daar komt nog bij dat een verwarring tussen de aanschaf van een luxe horloge en een strategy-meeting, Hugo Boss-kleding en IT-equipment of een van de andere met partijen besproken voorbeelden, de kantonrechter haast niet mogelijk lijkt. Zeker van een CFO kan worden verwacht dat deze een strikte scheiding aanhoudt tussen zakelijk en privé en de bijbehorende uitgaven goed uit elkaar houdt. Daar heeft men geen personeelshandboek of (Travel) Expenses Policy voor nodig.

‘Watch out, believe me, watch out’-App-bericht leidt tot ontslag wegens intimidatie werkgever
In AR 2018-1288 oordeelt de kantonrechter dat werkgever werknemer terecht op staande voet heeft ontslagen wegens het creëren van een onveilige werkomgeving. De kantonrechter is van oordeel dat de hoeveelheid, de omvang van de Whatsapp-berichten en de gebruikte bewoordingen in toenemende mate bedreigend en intimiderend waren en dat goed voorstelbaar is dat onder die omstandigheden geen persoonlijk gesprek meer heeft plaatsgevonden.

Vragen of opmerkingen

Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.