Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe AR update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
Delen van bedrijfsgeheimen onrechtmatig
In AR 2018-0141 staat de vraag centraal of werknemer ‘bedrijfsgeheimen’ van werkgever – in casu een databank van gekwalificeerde technici – heeft gedeeld met derden. Uit een data-analyse blijkt dat werknemers gegevens van werkgever heeft gekopieerd. Doordat werknemer zonder toestemming een door werkgever opgebouwde database met medewerkers en kandidaten heeft gekopieerd en meegenomen, kennelijk om deze te gebruiken om medewerkers en kandidaten te benaderen, en deze database in handen van derden heeft laten komen, heeft hij onrechtmatig jegens VRTU gehandeld. Immers heeft hij een inbreuk gemaakt op een recht van VRTU, althans heeft hij in strijd gehandeld met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Die onrechtmatige daad kan hem ook worden toegerekend. Naar het oordeel van de rechtbank kan onder deze omstandigheden, waarbij geldt dat alle vennootschappen nauw met elkaar zijn verweven en werknemer ten tijde van zijn onrechtmatige gedraging een belangrijke rol had binnen deze structuur van vennootschappen die gezamenlijk als uitzendbureau opereren ten behoeve waarvan werknemer de database heeft gekopieerd en meegenomen, de onrechtmatige gedraging van werknemer als gedraging van de vennootschappen worden aangemerkt.
Zie in dit verband ook het wetsvoorstel Bescherming Bedrijfsgeheimen.
‘Ongepaste’ WhatsApp-berichtjes van jeugdbeschermer aan zus van cliënt, leidt niet tot e-grond
In AR 2018-0121 oordeelt het hof dat van een e-grond geen sprake is, ingeval een werknemer ongepaste berichtjes en filmpjes aan de zus van een cliënt stuurt. Werknemer heeft erkend dat de WhatsApp-berichten ongepast waren en het verzenden daarvan is ook verwijtbaar, daar werknemer zich de ongepastheid had moeten realiseren. Echter, de inhoud van de berichten is niet van dien aard dat, mede gezien het probleemloze dienstverband van zeventien jaar, zonder meer ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen gerechtvaardigd is, zonder dat aan werknemer een kans tot verbetering is geboden. Volgens werknemer communiceert hij via WhatsApp-berichten om zo een vertrouwensband te creëren. Gesteld noch gebleken is dat bij werkgever richtlijnen bestaan ten aanzien van het communiceren met (contactpersonen van) cliënten. Werknemer is ook niet aangesproken op zijn wijze van communiceren. Het had op de weg van werkgever gelegen om na de klacht van de zus van X hierover met werknemer een gesprek te hebben om afspraken te maken over zijn wijze van communiceren. Ontbinding wegens verwijtbaar handelen is niet gerechtvaardigd. Ook het ontbindingsverzoek op de h-grond wordt afgewezen, omdat die grond niet dient ter reparatie van een onvoldragen e-grond. Voor het vaststellen van de billijke vergoeding wordt wel uitgegaan dat bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-grond tot toewijzing zou hebben geleid en de werknemer – mede vanwege zijn toerekenbaar gedrag – een vergoeding van € 6.500 toekomt.
Ten onrechte vernietiging van een niet-vernietigbare opzegging kan in hoger beroep niet met terugwerkende kracht worden hersteld
In AR 2018-0125 oordeelt het hof over een vernietigde opzegging op grond van artikel 7:681 BW, terwijl voor deze vernietiging geen grondslag in dit artikel kan worden gevonden. In hoger beroep moet allereerst de vraag worden beantwoord of de kantonrechter op juiste gronden de opzegging heeft vernietigd. Vóór de invoering van de WWZ gold dat voor opzegging van de arbeidsovereenkomst met geestelijken geen toestemming van het UWV was vereist. Via een amendement is deze vrijstelling in het thans geldende recht behouden (Kamerstukken II 2013/14, 33818, 20). Nu niet in geschil is dat werknemer als priester een geestelijk ambt beoefent, is de opzegging van de arbeidsovereenkomst in de bestreden beschikking door de kantonrechter ten onrechte vernietigd. Het hof is, mede gelet op het in deze beschikking omschreven statutaire doel van der Stichting, van oordeel dat de beslissing om ter uitvoering van de kerkelijke voorschriften de diensten op een andere wijze in te richten – en de betrokkenen daarvoor een financiële vergoeding te betalen – aan de Stichting is voorbehouden en – in verband daarmee – dat voor de beslissing om de arbeidsovereenkomst van werknemer te beëindigen een redelijke grond aanwezig was. Het oordeel dat de ontslaggrond in overeenstemming is met artikel 7:669 BW brengt mee dat er geen grond bestaat voor een billijke vergoeding als bedoeld in artikel 7:682 lid 3 BW. Het in algemene bewoordingen geformuleerde artikel 7:683 lid 6 BW maakt geen onderscheid tussen de verschillende gevallen waarin het oordeel in hoger beroep over de opzegging anders luidt dan in eerste aanleg. Het wettelijk stelsel brengt dus mee dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer alleen mogelijk is op een in de toekomst gelegen datum.
Aanvaarding van andere functie bij reorganisatie impliceert bijbehorende arbeidsvoorwaarden, geen sprake van artikel 7:613 BW
In AR 2018-0131 oordeelt de kantonrechter over de arbeidsvoorwaarden bij aanvaarding van een andere functie bij reorganisatie. Hij stelt voorop dat tussen partijen een regorganisatie van werkgever een gegeven is. Werknemer heeft herplaatsing aanvaard en is met bijbehorende werkzaamheden ook daadwerkelijk begonnen. Werknemer miskent daarmee echter dat aanvaarding van de hem aangeboden functie in beginsel tevens aanvaarding van de bij deze functie behorende arbeidsvoorwaarden omvat. Van een door de werkgever geïnitieerde eenzijdige wijziging als bedoeld in Stoof/Mammoet-rechtspraak is hier geen sprake. Daarom kan werknemer niet worden gevolgd in zijn standpunt dat dient te worden beoordeeld of werkgever aanleiding had tot het doen van een voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden, of het voorstel redelijk is en of aanvaarding in redelijkheid van werknemer kan worden verlangd. Van een situatie als bedoeld in artikel 7:613 BW is evenmin sprake.
Beroep op aanzegvergoeding door vrijgestelde werknemer bij arbeidsconflict in strijd met artikel 6:248 BW
In AR 2018-0129 oordeelt de kantonrechter dat ondanks het ontbreken van een tijdige schriftelijke aanzegging, geen vergoeding is verschuldigd indien het voor de werknemer evident duidelijk is dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkgever die duidelijkheid aan werknemer verschaft met de e-mail van 21 maart 2017. De e-mail vermeldt onder meer dat gelet op de verhoudingen werknemer met ingang van 10 februari 2017 geen werkzaamheden meer hoeft te verrichten, dat werkgever het salaris doorbetaalt en dat werkgever streeft naar beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat partijen het later niet eens zijn geworden over de voorwaarden en inmiddels de overeengekomen bepaalde tijd is verstreken doet aan de mededeling van Het Vrieshuis over het willen beëindigen van de arbeidsovereenkomst niets af. De kantonrechter is gelet hierop met werkgever van oordeel dat het beroep van werknemer op de aanzegvergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is gelet op de hierboven vermelde omstandigheden. Bij werknemer kan redelijkerwijs geen onzekerheid over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst hebben bestaan.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het gegeven dat werknemer (directeur) op staande voet is ontslagen, alsmede de wijze waarop werkgeefster dit heeft gedaan is ernstig verwijtbaar. Ontbindingsverzoek werkgeefster wordt toegewezen onder toekenning van een contractuele ontslagvergoeding van € 219.827,52, alsmede een billijke vergoeding van € 100.000. 25-01-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof verleent verlof om cassatie in te stellen tegen een gegeven tussenbeschikking en, hangende de cassatieprocedure, de onderhavige procedure voor het hof te schorsen, nu zowel de werkgever als werkneemster belang hebben bij een beslissing in cassatie over het oordeel met betrekking tot de rechtsgeldigheid van het ontslag. 25-01-2018
- Gerechtshof Den Haag Arbeidsovereenkomst jeugdbeschermer onterecht ontbonden wegens verwijtbaar handelen na versturen ongepaste WhatsApp-berichten. Billijke vergoeding gebaseerd op ontbinding wegens verstoorde arbeidsrelatie. 23-01-2018
- Gerechtshof Den Haag De WWZ voorziet niet in de mogelijkheid om de opzegging van een arbeidsovereenkomst met een geestelijke door de rechter te laten te vernietigen. Arbeidsovereenkomst met priester wordt alsnog beëindigd. Geen grond voor billijke vergoeding, wel transitievergoeding. 16-01-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Billijke vergoeding wordt in hoger beroep verlaagd van € 50.000 naar € 40.000, omdat het ernstig verwijtbare handelen van werkgeefster het sluitstuk vormde van een handelen over en weer waarin ook werknemer zijn aandeel heeft gehad. 04-12-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Kennelijk onredelijk ontslag. Het ontslag van werkneemster wegens het vervallen van haar functie omdat zij niet goed functioneerde, levert geen valse of voorgewende reden op. 02-09-2008
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Controle in de taxibranche op naleving van de cao Taxivervoer en cao Sociaal Fonds Taxivervoer. Dat werkgever een startende onderneming was, niet op de hoogte was van de geldende (cao-)regelingen en een ondeskundig administratiekantoor had ingeschakeld kan niet baten. Toewijzing forfaitaire schadevergoeding, geen matiging. 23-01-2018
- Rechtbank Limburg Betalen van de transitievergoeding door een werkgever die technisch failliet is, is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid, nu werkgever geen succesvol beroep op artikel 7:673d BW toekomt. 23-01-2018
- Rechtbank Limburg Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door aan hem door relaties van werkgever geleverde goederen te verrekenen met projecten van werkgever. 22-01-2018
- Rechtbank Limburg Managing director op staande voet ontslagen wegens het verkondigen van onwaarheden aan klanten, het doorvoeren van onzorgvuldige declaraties en het factureren van niet-gewerkte uren. 22-01-2018
- Rechtbank Midden-Nederland De arbeidsovereenkomst is niet met wederzijds goedvinden beëindigd omdat dit niet blijkt uit een schriftelijk stuk. Mondelinge overeenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet voldoende. 19-01-2018
- Rechtbank Overijssel Beroep op aanzegvergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Bij werknemer kan redelijkerwijs geen onzekerheid over het wel of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst hebben bestaan. 19-01-2018
- Rechtbank Amsterdam Geen schadeplichtigheid wegens zorgplichtschending (art. 7:658 BW), nu het bestaan van een arbeidsovereenkomst niet kan worden aangenomen. 19-01-2018
- Rechtbank Limburg Na de ingangsdatum van een voorstel voor een arbeidsovereenkomst met een hoger loon en een concurrentiebeding, zegt werkgever de arbeidsovereenkomst onregelmatig op, omdat werkneemster het concurrentiebeding niet wil accepteren. Berekening transitievergoeding op grond van het hogere loon. 19-01-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Voorwaardelijk tegenverzoek van werkneemster tot ontbinding arbeidsovereenkomst bij akte na mondelinge behandeling is tardief, wordt buiten beschouwing gelaten en kan niet worden omgezet in onvoorwaardelijk tegenverzoek. 18-01-2018
- Rechtbank Den Haag Hoewel eerder is toegezegd dat de directievoering na herstel van ziekte van de statutair directeur weer aan hem zal worden overgedragen, is de vennootschap in dit geval hiertoe niet gehouden. 18-01-2018
- Rechtbank Rotterdam Werknemer handelt onrechtmatig jegens werkgever door gegevens van medewerkers te kopiëren en te verstrekken aan derden. In het midden wordt gelaten of werknemer daarmee ook tekort is geschoten in zijn verplichting uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. 17-01-2018
- Rechtbank Overijssel Arbeidsovereenkomst met statutair bestuurder terecht opgezegd. Fraude en ‘creatief boekhouden’ behoren niet tot de bedrijfscultuur van onderneming in kwestie. 16-01-2018
- Rechtbank Rotterdam Ontbinding op de g-grond zonder inachtneming opzegtermijn en onder gedeeltelijke toekenning transitievergoeding, omdat werknemer is veroordeeld voor drugsbezit in privésfeer. 09-01-2018
- Rechtbank Midden-Nederland De status van werkgever als ‘erkend referent’ voor een kennismigrant is niet opgenomen als ontbindende voorwaarde voor het eindigen van de arbeidsovereenkomst of omstandigheid om de loonbetaling op te schorten. De loonvordering wordt toegewezen. 13-12-2017
- Rechtbank Rotterdam Het feit dat werknemer in één week gedurende vier dagen niet op het werk in Eindhoven is verschenen, ondanks dat hij daartoe meermalen schriftelijk is opgeroepen en tweemaal schriftelijk is gewaarschuwd, levert een dringende reden voor ontslag op staande voet op. 08-12-2017
- Rechtbank Den Haag Een leidinggevende is niet transparant geweest over het feit dat hij eigenaar is van het pand waarin werkgever is gevestigd. Voorwaardelijke ontbinding e-grond. 27-02-2017
- Rechtbank Den Haag Bij de vraag of werknemer tevens als statutair bestuurder kan worden aangemerkt, spelen inschrijving in het handelsregister, ondertekening van het inschrijvingsformulier en gedragingen ten opzichte van derden een belangrijke rol. 06-01-2017
- Rechtbank Noord-Holland Het niet voeren van verweer door werkgever leidt tot gehele toekenning van de vorderingen van werknemer uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag. 23-10-2013