Naar boven ↑

Update

Nummer 38, 2019
Uitspraken van 20-09-2019 tot 25-09-2019
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Einde van rechtswege bij bereiken van pensioenleeftijd: AOW of pensioenrichtdatum?
In AR 2019-0969 oordeelt het Hof Amsterdam dat met de bepaling ‘De arbeidsovereenkomst eindigt op de eerste van de kalendermaand samenvallend met of volgend op de datum waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.’ niet het bereiken van de AOW-leeftijd, maar de pensioenrichtdatum uit het pensioenreglement is bedoeld. Bijgevolg is het contract van werknemer niet van rechtswege geëindigd per datum AOW-leeftijd, maar eindigt dit pas per 2020.

Kolom-transitievergoeding ziet niet op substantiële en structurele arbeidsduurvermindering van voor 1 juli 2015
In AR 2019-0971 oordeelt de kantonrechter dat werknemer niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot uitbetaling (gedeeltelijke) transitievergoeding. Naar het oordeel van de kantonrechter baseert werknemer zijn verzoek thans op wetgeving die nog niet in werking was getreden op 1 maart 2015. Dat is de datum waarop er sprake was van de door werknemer gestelde substantiële en structurele vermindering in arbeidsomvang. Een andersluidende beslissing zou bovendien voor werkgeefster tot ongewenste gevolgen leiden. Werkgeefster zou dan immers veroordeeld worden tot betaling van een transitievergoeding, terwijl werkgeefster niet de mogelijkheid zou hebben om hiervoor via het UWV gecompenseerd te worden op grond van artikel 7:673e BW, welke regeling naar verwachting volgend jaar in werking zal treden. Deze regeling zal slechts gelden voor situaties waarin werkgevers werknemers hebben ontslagen en een transitievergoeding hebben uitgekeerd na langdurige (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid, vanaf 1 juli 2015. Nu vermindering van de arbeidsduur heeft plaats gevonden vóór het verankeren van de transitievergoeding in de wet, kan de leemte waarin de Hoge Raad door middel van de Kolom-beschikking van 14 september 2018 heeft willen voorzien, niet op onderhavige situatie van toepassing worden verklaard. Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat ook de vervaltermijn ex artikel 7:686a lid 4 BW aan ontvankelijkheid van werknemer in de weg staat.

Zie overigens ook AR 2019-0966 waarin de vervaltermijn en nieuwe afspraken na IVA-uitkering een beroep op de Kolom-beschikking in de weg staan.

Slapers en AOW: belang bij voorschot op transitievergoeding indien HR-uitspraak niet kan worden afgewacht
Ondertussen blijft het ‘slapende dienstverbanden-uitspraken’ regenen. In Utrecht oordeelde de kantonrechter dat in geval van pensionering in 2020 de uitkomst van de prejudiciële vragen-zaak Hoge Raad kan worden afgewacht. De verlaging van de transitievergoeding per 1 januari 2020 brengt geen zodanig spoedeisend belang met zich dat de ‘bodemprocedure’ niet kan worden afgewacht (AR 2019-0968).

Bij het bereiken van de AOW-leeftijd op korte(re) termijn, heeft werknemer alle belang bij een voorlopige voorziening. Naar het oordeel van de rechter vloeit uit artikel 7:611 BW onder omstandigheden voort dat de arbeidsovereenkomst moet worden opgezegd. Een veroordeling tot opzegging acht de rechter niet noodzakelijk, nu een voorschot op de transitievergoeding volstaat (AR 2019-0974).

Onderzoek van zakelijke e-mailboxen OR-leden na lekken vertrouwelijke stukken is (bijna) in strijd met benadelingsverbod OR-leden
In AR 2019-0973 oordeelt de kantonrechter dat de Gemeente Maastricht te ver is gegaan in het integriteitsonderzoek door alle e-mailboxen van (niet-verdachte) OR-leden te onderzoeken, nadat niet-gecorrigeerde notulen van een vergadering aan derden waren gelekt. In een publieke en politiek gestuurde organisatie als een gemeente staat de integriteit van de ambtenaar en de vertrouwelijkheid van bepaalde documenten hoog in het vaandel. Dit maakt dat de gemeente naar het oordeel van de kantonrechter een voldoende zwaarwegend belang had om een onderzoek te doen naar de ambtenaar die hiervoor verantwoordelijk is. Er bestond geen directe aanleiding om de OR-leden in dit onderzoek te betrekken. Nu de OR-leden vanuit hun OR-taak naar aanleiding van dit stuk het overleg met de gemeente hebben gezocht, raakt de omvang en de wijze van het onderzoek aan het benadelingsverbod van leden van een ondernemingsraad. OR-leden moeten in vrijheid en zonder angst voor repercussies als ambtenaar van de gemeente hun OR taken kunnen uitvoeren. De kantonrechter is van oordeel dat de opzet, omvang en wijze van onderzoek niet proportioneel is in relatie tot het nagestreefde doel. (Het betrof een artikel 96 Rv-procedure om een conflict tussen OR en Gemeente op te lossen, waarbij de inzet van het onderzoek een belangrijke rol speelde).

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank