Naar boven ↑

Update

Nummer 39, 2023
Uitspraken van 21-09-2023 tot 27-09-2023
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Nieuws: Wet werken waar je wilt verworpen
Gisteren is het Wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’ door de Eerste Kamer verworpen. Werd het voorstel eerder nog met grote meerderheid van stemmen aangenomen in de Tweede Kamer, stemden gisteren 38 zetels tegen en 37 zetels voor de wet. Hoewel sympathie voor de wet, ontbrak de noodzaak ervan voor veel senatoren. Van Gasteren: ‘(…) Al eerder werd gezegd dat het gaat om een oplossing voor een niet-bestaand probleem. Het voegt eigenlijk niets toe aan de huidige praktijk en regelgeving, behalve dan dat de regeldruk toeneemt. Daar moeten we met elkaar voor oppassen. Ten slotte vinden wij het principieel aan de sociale partners om met elkaar dingen te regelen in een cao, in ondernemingsraadverband of individueel. Wij stemmen dus tegen.’

Rechtspraak

Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: werkgever heeft informatieplicht jegens werknemers bij wijziging (loon)fiscaliteiten
In AR 2023-1143 oordeelt de Hoge Raad dat hoewel een werknemer zelf verantwoordelijk is voor correcte nakoming van zijn fiscale verplichtingen en dat de werkgever daarbij in beginsel geen adviserende taak heeft, laatstgenoemde uit hoofde van goed werkgeverschap onder omstandigheden wel gehouden kan zijn de werknemer in kennis te stellen van een wijziging van regelgeving die voor diens fiscale positie van belang is. Dat zal in het bijzonder het geval kunnen zijn als de desbetreffende informatie evenzeer van belang is voor de verplichting tot inhouding en afdracht van loonbelasting, die op de werkgever rust. Een werkgever behoort uit hoofde van die verplichting immers van dergelijke informatie op de hoogte te zijn. In casu betrof het twee piloten die in Zwitserland woonachtig waren en vlogen voor KLM. Zij droegen geen belasting af in Nederland. In 2012 wijzigde het belastingverdrag tussen Nederland en Zwitserland. In 2017 en 2018 vorderde de Belastingdienst € 1,1 miljoen resp. € 600.000 van werknemers. KLM had geen voorbelastingen ingehouden. De zaak is verwezen naar het Hof Den Haag.

HR: werkgever dient bij wijziging pensioenuitvoerder de verslechtering van het indexatieperspectief aan werknemers te compenseren
In AR 2023-1145 oordeelt de Hoge Raad over een pensioenkwestie, waarbij de werkgever de kwantumkorting van de pensioenuitvoerder gebruikte voor indexering van pensioen. Nadat de werkgever de uitvoeringsovereenkomst had opgezegd, werden de pensioenen niet meer geïndexeerd (wegens het wegvallen van deze korting). De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof erop neerkomt dat werkgever de vermindering van de kans op indexering (de verslechtering van het indexatieperspectief) moet compenseren, die het gevolg is van de wijzigingen per 1 januari 2016, waardoor toevoegingen aan de bestemmingsreserve (in de vorm van kwantumkortingen en winstdelingen) zijn verminderd of weggevallen. Daarmee heeft het hof niet het voorwaardelijke karakter van het in de pensioenovereenkomst opgenomen recht op indexering miskend. Het oordeel van het hof laat immers onverlet dat werknemer op grond van de pensioenovereenkomst slechts recht heeft op indexering voor zover de beschikbare middelen dit toelaten.

Algemeen PSA-onderzoek ongeschikt voor disciplinaire maatregelen tegen werknemer
In AR 2023-1141 oordeelt de kantonrechter over de rechtmatigheid van een schorsing. Op zichzelf is het prijzenswaardig dat werkgeefster een PSA-onderzoek heeft laten instellen. Een dergelijk rapport behoort echter uitsluitend (anoniem) vast te leggen wat er in een werkorganisatie speelt en wat de risico’s zijn als het gaat om het welzijn van de werknemers, de werkdruk die werknemers ervaren en de ongewenste gedragsvormen die aanwezig zijn op de werkvloer. Het onderzoek is niet geschikt (vanwege de anonimiteit en het ontbreken van hoor/wederhoor) om schuldigen aan te wijzen voor een gedetecteerde wantoestand. Als dat al uit de registraties blijkt, ligt het op de weg van de werkgever om (vervolg)onderzoek te doen naar wat er precies gebeurd is en wat ieders rol daarin is geweest. In geen geval kan en mag zomaar worden aangenomen dat een in het PSA-onderzoek niet bij naam genoemd persoon de veroorzaker van de conflicten is geweest. Volgt wedertewerkstelling.

Billijke vergoeding houdt rekening met ‘krapte op de arbeidsmarkt’
In AR 2023-1142 oordeelt de kantonrechter dat Connexie (payrollwerkgever) de eigen cao verkeerd heeft uitgelegd door te stellen dat werkneemster extern moet solliciteren, waardoor de arbeidsovereenkomst bij Connexie zou eindigen en werkneemster haar ontslagbescherming kwijt zou raken, wat mede in het licht van de uitspraak van de kantonrechter te Tilburg van 9 augustus 2023, niet kan worden gevergd. Het onder druk zetten van werkneemster om extern te solliciteren en het onterecht toepassen van een loonstop, hebben de verstoorde arbeidsrelatie veroorzaakt die tot onderhavige ontbinding leidt. Om deze reden wordt een billijke vergoeding toegekend van € 500 bruto. Voor de hoogte van de billijke vergoeding is van belang dat werkneemster, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, relatief snel een nieuwe baan zal kunnen vinden. Tevens zit werkneemster al langere tijd thuis zonder werkzaamheden te verrichten, met behoud van loon.

(Geen) toelating tot arbeidsvoorwaardelijk overleg
In AR 2023-1146 staat de vraag centraal of de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel (VNC) recht heeft toegelaten te worden tot het arbeidsvoorwaardelijk overleg tussen TUI en haar Onderdeelcommissie van de OR. De rechtbank stelt voorop dat in het Nederlandse (contracten)recht het beginsel van contractsvrijheid geldt. Dat houdt onder meer in dat een contractspartij in beginsel vrij is om zelf te bepalen wie haar contractspartij zal zijn en dat geen partij in beginsel gehouden kan worden om een bepaalde partij als contractspartij te aanvaarden. Dat beginsel kan uitzondering lijden indien met het besluit om een partij als contractspartij te weigeren een norm of regel geschonden wordt of het besluit dermate onzorgvuldig is dat als gevolg van dat besluit de belangen van betrokkenen (in casu de VNC-leden) zodanig worden getroffen of veronachtzaamd dat dit volgens ongeschreven recht in strijd is met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. De uitzondering doet zich in dit geval niet voor omdat VNC niet (meer) representatief is en de belangen via de Onderdeelcommissie waar ten minste één VNC-lid in zit voldoende worden gediend. De leer van toelating tot cao-overleg lijkt hier naar analogie te zijn toegepast voor toelating tot arbeidsvoorwaardelijk overleg.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank