Naar boven ↑

Update

Nummer 18, 2019
Uitspraken van 01-05-2019 tot 06-05-2019
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

AR Annotatie Sprengers: Het primaat van de politiek in de WOR en de normalisering van de ambtelijke rechtspositie (WNRA)
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Loe Sprengers bij HR 22 maart 2019, AR 2019-0328 inzake politiek primaat en bovenwettelijke adviesrechten. Sprengers schetst heel mooi de geschiedenis van artikel 46d WOR en laat alle relevante beschikkingen van de Hoge Raad de revue passeren. Vervolgens gaat hij in op de gevolgen van het politiek primaat na invoering van de WNRA. Kortom, verplichte leeskost voor iedereen die zich met medezeggenschap bezighoudt!

WAB Update
De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op 7 mei 2019 de nadere memorie van antwoord (EK, F) ontvangen en bespreekt op 14 mei 2019 de nadere procedure. De plenaire behandeling kan mogelijk op 20 en 21 mei 2019 plaatsvinden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Slaper heeft geen recht op ontslag
De kantonrechter Enschede (AR 2019-0476) oordeelde afgelopen week afwijzend op een ontbindingsverzoek onder voorwaarde van een transitievergoeding en in een overweging ten overvloede op een artikel 7:611 BW-beroep: het behoort tot de keuzevrijheid/beleidsvrijheid van een werkgever om een arbeidsovereenkomst met een werknemer die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt is door opzegging te beëindigen. Er bestaat daartoe ook geen wettelijke verplichting. De invoering van de Wet compensatie transitievergoeding maakt dat niet anders. Die wet legt evenmin een verplichting op de werkgever om een slapend dienstverband te beëindigen. Een werkgever moet zeer aanzienlijke bedragen aan uitgekeerde transitievergoedingen voorfinancieren zonder dat vaststaat wat de termijn is waarbinnen zij daarvoor geheel of gedeeltelijk via het UWV wordt gecompenseerd. Tegen die achtergrond kan thans niet gezegd worden dat werkgever geen rechtens te respecteren belang heeft om vóór inwerkingtreding van de Wet compensatie transitievergoeding slapende dienstverbanden als de onderhavige niet te willen beëindigen, aldus de kantonrechter.

Verval van functie na detachering is a-grond en geen h-grond
In AR 2019-0479 wordt een beroep gedaan op de Shell-beschikking met de stelling dat het inhoudsloos worden van de arbeidsovereenkomst wegens onmogelijke herplaatsing na een detacheringsperiode kwalificeert als een h-grond. De kantonrechter oordeelt dat in dit geval sprake is van een a-grond en om die reden de h-grond niet aan de orde is. In casu was werknemer 30 jaar voor diverse onderdelen van ABN Amro actief en werd werknemer laatstelijk gedetacheerd aan een onderdeel van ABN. Nu de functie is komen te vervallen bij dat onderdeel en mogelijk ook bij ABN zelf, had de a-route bewandeld moeten worden.

Geluidsopname zonder toestemming werknemer niet in strijd met AVG
In AR 2019-0485 oordeelt de rechter dat het ontbreken van toestemming van de werknemer (want ingetrokken) in casu niet leidt tot onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens (een geluidsopname van een verhoor) omdat artikel 6 AVG voldoende rechtvaardiging biedt. In dit geval was een klacht van grensoverschrijdend gedrag van werknemer voorwerp van onderzoek. De bescherming van derden rechtvaardigt een inbreuk op het privacyrecht van werknemer. Volgens de rechter moet de AVG in overeenstemming met artikel 8 EVRM worden uitgelegd, hetgeen betekent dat ook op de werkvloer relaties kunnen en mogen ontstaan. Daar staat tegenover dat de werkgever – onder meer op grond van artikel 3 van de Arbowet en artikel 7:611 BW – gehouden is om maatregelen te treffen indien hij vermoedt, bijvoorbeeld na een klacht van een medewerker, dat sprake is van ongewenste omgangsvormen of grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Het kan daarbij ook gaan om gedrag dat zich (deels) afspeelt in de privésfeer, wanneer dat gedrag invloed heeft op de arbeidsrelatie. Dat het onderzoekbureau geen vergunning in de zin van de Wpbr heeft, kan zowel het bureau als werkgever worden aangerekend. Nu werknemer enkel schadevergoeding wegens schending van de AVG heeft verzocht, blijft dit punt rusten.

Taak-ontheffing valt niet onder instructierecht (7:610 jo. 7:660 BW) werkgever. Kantonrechter gebiedt werknemer en werkgever eerst te werken – desnoods onder begeleiding – aan herstel van relatie
In AR 2019-0468 staat de vraag centraal of werkgever de werknemer, een vakbondsonderhandelaar, terecht uit zijn onderhandelingstaak mocht ontheffen in een bepaalde sector, wegens gebrek aan vertrouwen. Naar het oordeel van de rechter betreft het hier meer dan een aanwijzing van werkzaamheden, zodat de wijziging niet kan worden gestoeld op het instructierecht van de werkgever. Werkgever had niet gelijk mogen grijpen naar taakwijziging, maar eerst moeten proberen de verstoorde arbeidsverhouding tussen werknemer en het sectorhoofd op te lossen. De kantonrechter veroordeelt de werkgever de ontheffing terug te draaien. Dit betekent echter niet dat werknemer weer in zijn oude werk aan de slag kan. Eerst zal – desnoods onder begeleiding – aan herstel van de arbeidsverhouding moeten worden gewerkt. De kantonrechter gebiedt werknemer hieraan mee te werken.

Acuut en op agressieve wijze opheffen managementteam leidt tot ongeoorloofde wijziging van arbeidsvoorwaarden en maakt werkgever ernstig verwijtbaar handelend (€ 35.000)
In AR 2019-0473 staat het ontbindingsverzoek van een werknemer centraal. Nadat werkgever vrij acuut en op agressieve wijze het managementteam (waartoe ook werknemer behoorde) had opgeheven, meldt werknemer zich ziek. Vervolgens voert de werkgever de druk op, door werknemer meermalen en steeds onder druk van een loonsanctie op te roepen, zonder daadwerkelijk het arbeidsconflict op te lossen. Dit maakt de werkgever ernstig verwijtbaar handelend. De verzochte € 35.000 bestaande uit inkomstenderving gedurende een periode van drie jaar, wordt toegewezen. Werknemer heeft een invoelbaar zware periode moeten doormaken. Daarmee heeft de billijke vergoeding ook een immateriële kant. Van belang is ook nog dat de vergoeding in dit bijzondere geval een afschrikwekkende werking dient te hebben. Het moet werkgever duidelijk worden gemaakt dat hij zich in de toekomst wezenlijk anders jegens zijn werknemers dient te gedragen.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank