Naar boven ↑

Update

Nummer 6, 2020
Uitspraken van 04-02-2020 tot 11-02-2020
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: Buitengerechtelijke vernietiging arbeidsovereenkomst wegens bedrog is niet in strijd met ontslagrecht
In AR 2020-0144 oordeelt de Hoge Raad dat een werkgever de arbeidsovereenkomst met een beroep op ‘bedrog’ met terugwerkende kracht kan vernietigen, indien de werknemer heeft gelogen over diploma’s en lidmaatschappen van specialistenverenigingen. De werkgever vorderde onder meer het loon terug over de vijf maanden dat de arbeidsovereenkomst had geduurd, wegens onverschuldigde betaling.
In een dergelijk geval beschermt artikel 3:44 lid 3 in verbinding met lid 1 BW de werkgever tegen de gevolgen van de onredelijke invloed die de werknemer heeft uitgeoefend op de wil van de werkgever. Het wettelijk stelsel van het ontslagrecht staat daaraan niet in de weg, omdat dat niet strekt tot bescherming van een werknemer die bedrog pleegt bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Daarbij verdient opmerking dat (a) de rechter ingevolge artikel 3:53 lid 2 BW desgevraagd aan de vernietiging geheel of ten dele haar werking kan ontzeggen als de reeds ingetreden gevolgen van de arbeidsovereenkomst bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, en (b) de in geval van vernietiging toepasselijke afdeling omtrent onverschuldigde betaling in Boek 6 BW ertoe strekt de wederzijdse verplichtingen tot ongedaanmaking van hetgeen onverschuldigd is betaald, toe te snijden op de feiten en omstandigheden van het voorliggende geval. Het vorenstaande laat onverlet dat een beroep van de werkgever op vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrog naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn (art. 6:248 lid 2 BW).
Uit artikel 3:44 lid 3 BW volgt niet de eis dat de arbeidsovereenkomst (vrijwel) geheel nutteloos is gebleken, zodat het kunnen slagen van een beroep op (buitengerechtelijke) vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrog daarvan niet afhankelijk mag worden gesteld. Indien de arbeidsovereenkomst voordeel heeft opgeleverd voor de werkgever, kan daarmee rekening worden gehouden bij de toepassing van artikel 3:53 lid 2 BW en van de regeling vervat in de afdeling omtrent onverschuldigde betaling in Boek 6 BW.

HR: Intrekking toestemming Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus leidt tot ernstig verwijtbaar handelen werknemer (geen transitievergoeding)
In AR 2020-0145 oordeelt de Hoge Raad (art. 81 Wet RO) over de vraag of sprake is van ernstig verwijtbaar handelen indien door toedoen van de werknemer de toestemming op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt ingetrokken. De arbeidsovereenkomst kende een ontbindende voorwaarde in geval van intrekking van de toestemming. Of dit überhaupt recht gaf op een transitievergoeding stond niet ter discussie. Wel verschilden partijen van mening over de vraag of dit recht alsnog kwam te vervallen wegens ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. De A-G concludeert dat dit het geval is, indien een werknemer door zijn (privé)gedrag (plegen van een levensdelict) tot intrekking van de toestemming aanleiding heeft gegeven. De Hoge Raad verwerpt het door de werknemer ingestelde cassatieberoep onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.

Werkgever handelt vanaf 20 juli 2018 als slecht werkgever door slapend dienstverband niet te beëindigen
In navolging van het Hof Den Bosch oordeelt ook het Hof Den Haag (AR 2020-0133) dat reeds gepensioneerde werknemers met succes op grond van artikel 7:611 BW schadevergoeding kunnen vorderen voor het niet meewerken aan beëindiging van het slapend dienstverband. Deze verplichting ontstond volgens het hof per 20 juli 2018, de datum waarop de wet in het Staatsblad is gepubliceerd. De enkele omstandigheid dat het slecht gaat met werkgever, ontslaat hem niet van de beëindigingsplicht op grond van artikel 7:611 BW. De Hoge Raad heeft in de Xella-beschikking aangegeven in dergelijke gevallen betaling te spreiden of uit te stellen tot 1 april 2020 (compensatieregeling).

Beëindigen leer/arbeidsovereenkomst wegens niet dragen van ‘neutrale kleding’ levert discriminatie op grond van godsdienst op: billijke vergoeding € 3.250
In AR 2020-0157 oordeelt de Rechtbank Amsterdam over een werkstudent Sociaal Pedagogische Hulpverlening die op enige moment in plaats van een hoofddoek, een khimar, een langere hoofddoek, lijkend op een cape met lange mouwen, is gaan dragen. Het gezicht is daarbij niet bedekt. Nadat werkneemster weigerde ‘neutraal gekleed’ te komen werken, is zij op non-actief gesteld en vervolgens is de leer/arbeidsovereenkomst na verstrijken van de duur niet verlengd. Naar het oordeel van de rechter is sprake van indirecte discriminatie op grond van godsdienst. Hoewel sprake is van een legitiem doel (neutrale en ‘prikkelarme’ uitstraling van kleding, en een hygiënische manier van werken) en het gekozen middel passend is, acht de kantonrechter onvoldoende de noodzakelijkheid bewezen.

Paar dagen betaald proefdraaien sollicitant leidt niet tot arbeidsovereenkomst
In AR 2020-0140 oordeelt het hof over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst indien een sollicitant een aantal dagen komt ‘proefdraaien’. Voor deze proefperiode ontvangt hij een ‘vrijwilligersvergoeding’ van € 10 per uur. Naar het oordeel van het hof mocht de werker in de gegeven omstandigheden er niet gerechtvaardigd op vertrouwen een arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan.

Niet-verlengen tijdelijke arbeidsovereenkomst wegens zwangerschapsverlof kost werkgever vijf maanden loon
In AR 2020-0122 oordeelt de kantonrechter dat sprake is van verboden onderscheid man/vrouw door het tijdelijke contract van werkneemster niet met vijf maanden te verlengen ‘mede vanwege het zwangerschaps- en bevallingsverlof’ van werkneemster. Werkgever wordt veroordeeld een billijke vergoeding van het loon over deze vijf maanden te vergoeden.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank