Naar boven ↑

Update

Nummer 32, 2024
Uitspraken van 01-08-2024 tot 07-08-2024
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: deeltijders hebben recht op overwerktoeslag over meeruren (en niet pas vanaf absoluut aantal uren voor toeslag voltijders)
In AR 2024-0953 oordeelt het Hof van Justitie EU opnieuw over de vraag of deeltijders (0,4 en 0,8 fte) recht hebben op een overwerktoeslag bij meeruren, indien voltijders een toeslag ontvangen voor elk uur dat zij meer werken dan contractueel is bedongen. Onder verwijzing naar het Lufthansa-arrest (AR 2023-1283) oordeelt het Hof dat deeltijders minder gunstig zouden worden behandeld indien zij eerst het voltijdsaantal uren zouden moeten halen, alvorens een toeslag te ontvangen. Dat met deze toeslag werkgevers worden geprikkeld zo min mogelijk overuren aan te bieden, heeft als keerzijde dat het voor werkgevers juist aantrekkelijk is deeltijders vooral meer te laten werken. Dit leidt tot een niet passend middel ter rechtvaardiging van het onderscheid. De stelling dat anders voltijders zouden worden benadeeld is onjuist, omdat voltijders en deeltijders op deze wijze nu juist (relatief) gelijk worden behandeld door bij elk meeruur een toeslag te betalen.

Red.: in deze uitspraak stond ook de vraag centraal of sprake kan zijn van indirect onderscheid man-vrouw, als in de groep voltijders en deeltijders het percentage vrouwen significant hoger is dan de groep mannen. Volgens het Hof staat deze oververtegenwoordiging van vrouwen in beide groepen (vol- en deeltijd) niet aan ‘benadeling’ in de weg.

Ktr.: Liegen over ‘aanschaf zonnepanelen’ in het kader van vergoeding kosten verduurzaming woning, leidt tot e-grond zonder transitievergoeding ambtenaar
In AR 2024-0952 ontbindt de rechter de arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en de Dienst Justitiële Inrichtingen, omdat werkneemster kosten voor verduurzaming van haar woning uit 2021 had gedeclareerd, terwijl de regeling enkel gold voor kosten gemaakt vanaf 1 januari 2023. Werkneemster heeft niet alleen een constructie opgetuigd, maar daarover ook nog eens geen openheid van zaken gegeven ondanks diverse gesprekken.  Werkneemster heeft met deze wisselende verklaringen niet integer en betrouwbaar gehandeld, hetgeen haar moet worden aangerekend. Werkneemster heeft zo in strijd gehandeld met de voor haar als werknemer en als ambtenaar geldende normen, dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van ernstig verwijtbaar handelen moet volgen.

Hof: Werken op afstand tussen twee vakanties in rechtvaardigt geen ontslag
In AR 2024-0948 oordeelt het hof onder meer dat een werknemer die vaker rond de jaarwisseling zijn vakanties afwisselde met werken op afstand (vriendin in Mexico en zelf afkomstig uit Iran), niet verweten kan worden ernstig verwijtbaar te handelen door niet eerder terug te keren vanuit het buitenland op last van de werkgever. Wel wordt ontbonden op de i-grond omdat voldoende feiten en omstandigheden een beëindiging rechtvaardigen. Hoewel de kantonrechter niet op deze grond heeft ontbonden, is naar het oordeel van het hof geen sprake van ‘onterechte ontbinding’ in de zin van artikel 7:683 BW. Voor zover dit wel het geval zou zijn, dan komt werknemer geen billijke vergoeding toe.

Ktr.: Wijziging standplaats werkzaamheden voldoende ‘zwaarwichtig’ vanwege ernstig tekortschieten van goede en bedrijfsmatig verantwoorde zorg
In AR 2024-0947 oordeelt de rechter dat een zorginstelling elf werknemers mocht overplaatsen naar een andere locatie op grond van artikel 7:613 BW. Nadat er problemen op de zorglocatie waren ontstaan, heeft de werkgever getracht verbetering door te voeren, waaronder een verklaring te eisen van werknemers dat zij een bepaalde professionele werkhouding zouden aannemen. Werknemers weigerde deze verklaring te tekenen. Hoewel werknemers een gerechtvaardigd belang hebben bij het behoud van hun standplaats, is het belang van werkgever voldoende zwaarwichtig om dit belang van werknemers te laten wijken. Er is namelijk sprake van problemen op het gebied van zorginhoud, professionaliteit, collegiale samenwerking, administratieve organisatie, ziekteverzuim en financiën. Bovendien spelen de problemen al langer dan vijf jaar en zijn zij ernstig en hardnekkig. Daarnaast heeft werkgever bij het nemen van het overplaatsingsbesluit de benodigde zorgvuldigheid in acht genomen.

Rb.: AVV niet toegelaten tot (bijna finale) cao-onderhandeling VNV en Transavia, ondanks representativiteit
In AR 2024-0945 oordeelt de voorzieningenrechter over toelating van AVV tot het cao-overleg tussen Transavia en VNV dat het uitgangspunt is dat het in het algemeen aan contractspartijen zelf is om te bepalen of zij een ander tot hun cao-overleg toelaten. Op dit beginsel van contractsvrijheid zijn uitzonderingen mogelijk wanneer een vakvereniging een groot aantal werknemers in de branche vertegenwoordigt (absolute representativiteit) en representatiever is dan een andere vakbond die bij het overleg betrokken is (relatieve representativiteit). De cao-partijen zijn echter niet zonder meer gehouden om een partij, ook wanneer deze voldoende representatief is, tot het overleg toe te laten, bijvoorbeeld wanneer zij de gerechtvaardigde verwachting hebben dat daardoor dit overleg wegens fundamenteel gebrek aan overeenstemming niet tot resultaat zal kunnen leiden. Naarmate echter de belangen bij toelating tot dit overleg groter of urgenter zijn, zullen de argumenten die voor niet-toelating worden aangevoerd van meer gewicht moeten zijn.  AVV heeft zich pas op 16 juni 2024, in een zeer laat stadium van de – al sinds januari 2023 lopende, kennelijk moeizame – onderhandelingen bij Transavia als potentiële onderhandelingspartner gemeld. Er zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook geen aanknopingspunten om aan te nemen dat Transavia snel een akkoord met VNV heeft afgesloten om de toetreding van AVV te frustreren.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank