Update
Geachte confrères, collegae, amici en amicae,
Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
AR Annotatie Olav van der Kind: het verplichte ontslag
Graag wijzen wij u op de nieuwe AR Annotatie van Olav van der Kind bij de uitspraak van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg. In deze noot staat de vraag centraal of een werkgever verplicht kan worden een werknemer te ontslaan. Hoe verhoudt een dergelijke verplichting zich tot het (grond)recht van contractsvrijheid en het wettelijk stelsel van het ontslagrecht? Olav verkent wat de juridische mogelijkheden zijn voor slapers een transitievergoeding te verwerven die (wel) binnen het wettelijk stelsel passen. Klik hier om de noot te lezen.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.
Vervolg New Hairstyle: de initiële vergoeding van € 4.000 is en blijft billijk (AR 2019-0185)
Op Valentijnsdag wees het Hof Den Bosch de verwijzingsbeschikking in de New Hairstyle-zaak. Werkneemster had in de feitelijke instanties € 4.000 aan billijke vergoeding gekregen, nadat New Hairstyle haar arbeidsovereenkomst zonder instemming had opgezegd. Tegen het oordeel van het hof stelde werkneemster cassatieberoep in, onder meer omdat het bedrag te laag was. In zijn bekende New Hairstyle-beschikking formuleerde de Hoge Raad verschillende gezichtspunten aan de hand waarvan de billijke vergoeding kan worden begroot. Het Hof Den Bosch heeft aan de hand van deze gezichtspunten de begroting van de billijke vergoeding opnieuw vastgesteld. De conclusie van het hof is dat de in eerste instantie toegekende vergoeding van € 4.000 als ‘billijk’ moet worden aangemerkt. Daarbij acht het hof van belang dat beide partijen een even groot verwijt valt te maken van de zogenoemde ‘vakantiedagenkwestie’ waardoor een verstoorde arbeidsrelatie tot ontbinding op relatief korte termijn zou hebben geleid. De ‘schade’ door dit te vroeg eindigen van de arbeidsovereenkomst wordt bepaald op € 1.000. De overige omstandigheden alsmede de compensatie voor het verwijtbaar handelen maken dat € 4.000 toereikend is. Het oordeel van het (eerste) hof wordt bekrachtigd. Bijgevolg wordt werkneemster wel veroordeeld in de proceskosten, zijnde ruim € 8.000 (en ook de veroordeling in de proceskosten van het eerste hof blijven staan).
Hoge Raad: limitatieve gezichtspunten van artikel 13 Ontslagregeling getoetst aan alle omstandigheden van het gezichtspunt
In AR 2019-0184 oordeelt de Hoge Raad dat de gezichtspunten van artikel 13 Ontslagregeling (uitwisselbare functie) limitatief zijn. Dit neemt niet weg dat een rechter bij de inkleuring van deze gezichtspunten wel naar alle omstandigheden van het geval mag kijken, voor zover die omstandigheden iets zeggen over het gezichtspunt. Bijgevolg kan de omstandigheid dat het merendeel van de werknemers in de oude functie thans werkzaam is in de nieuwe functie, meebrengen dat dit wat betreft de daarvoor vereiste kennis, vaardigheden en competenties objectief bezien vergelijkbaar is met die nieuw gecreëerde functie.
Hof van Justitie EU: versobering voor alle werknemers die vanaf datum x in dienst treden, leidt niet tot indirecte discriminatie op grond van leeftijd
In AR 2019-0183 oordeelt het Hof van Justitie over de vraag of Ierland een (indirect) verboden onderscheid maakt op grond van leeftijd door werknemers vanaf 1 januari 2011 lager te bezoldigen. De stelling van de werknemers was dat dit met name jongeren treft die starten en niet ouderen die al een baan hebben. Daardoor treft deze maatregel de groep jongeren onevenredig zwaarder dan ouderen. Het Hof oordeelt evenwel dat geen sprake is van een vorm van discriminatie. Het enige relevante criterium voor de toepassing van de nieuwe regels inzake de salarisschaal en de indeling in de salaristrappen is de hoedanigheid van ‘vanaf 1 januari 2011 nieuw aangestelde ambtenaar’ en dit onafhankelijk van de leeftijd van de ambtenaar op het moment van aanstelling. Dit criterium, waarbij de toepassing van nieuwe regels afhankelijk wordt gemaakt van niets anders dan de aanstellingsdatum als objectief en neutraal gegeven, houdt derhalve kennelijk geen verband met de inaanmerkingneming van de leeftijd van de aangestelde personen.
Of het instellen van een gemeenschappelijke OR bevorderlijk is voor de goede toepassing van de WOR, is vooral aan de ondernemer te bepalen
In AR 2019-0161 oordeelt de rechter dat hem terughoudendheid past bij de beantwoording van de vraag of de instelling van een gemeenschappelijke OR bevorderlijk is voor de goede toepassing van de WOR. De voorzieningenrechter overweegt dat het op de weg van de ondernemer die een GMOR wil instellen ligt om aannemelijk te maken dat dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR. Bij de beoordeling of de ondernemer erin is geslaagd dit aannemelijk te maken, past de rechter terughoudendheid. Hij moet immers vermijden dat hij plaatsneemt op de stoel van de ondernemingsleiding.
Opzegverbod tijdens ziekte ziet op ‘onderneming’ en niet op formele werkgever
In AR 2019-0163 staat de vraag centraal of sluiting van een onderneming van de werkgever effect heeft op het opzegverbod. Anders dan het UWV tot uitgangspunt heeft genomen is daarbij niet van onderscheidend belang dat werkgeefster de formele werkgever is. Een formele werkgever kan meerdere ondernemingen onder zijn hoede hebben. De regeling in artikel 7:670a lid 2 BW is met de op 1 januari 1999 in werking getreden Wet Flexibiliteit en zekerheid in artikel 7:670b BW (oud) opgenomen, dat in lid 2 voorzag in een uitzondering op het ontslagverbod bij ziekte. De achterliggende gedachte daarbij was dat de in de wet gegeven aanvullende ontslagbescherming geen zin heeft indien de ondernemingsactiviteiten geheel worden beëindigd. Voor het begrip ‘onderneming’ is daarbij toen aansluiting gezocht bij artikel 7:662 BW. Het lijdt voor de kantonrechter geen twijfel dat het bedrijfsonderdeel te Harderwijk een eigen economische eenheid met een eigen identiteit betreft en zodoende kwalificeert als onderneming in de zin van artikel 7:662 BW en daarmee dus ook, zo volgt uit de wetsgeschiedenis, in de zin van artikel 7:670b lid 2 BW (oud). De vraag is of het huidige artikel 7:670a BW in deze beoordeling wijziging aanbrengt.
Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.
Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Den Haag Arbeidsrelatie is kort na indiensttreding ernstig verstoord doordat werkneemster zich ziek heeft gemeld en niet eerlijk is geweest wat daaraan ten grondslag lag. De relatie is verder verstoord door diverse mededelingen van werkneemster. Arbeidsovereenkomst terecht ontbonden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. 15-02-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verwijzigingsbeschikking New Hairstyle: bekrachtiging oordeel € 4.000. 14-02-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Schikking in hoger beroep. In eerste aanleg uitgesproken ontbinding van de arbeidsovereenkomst blijft in stand. Werkgeefster betaalt transitievergoeding, contractuele vergoeding en vergoeding voor kosten juridische bijstand aan werkneemster. 13-02-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Loonvordering afgewezen van eiser die in het kader van een sollicitatieprocedure in het kader van een meeloopdag letsel oploopt als gevolg van een ongeval. Er kan niet worden geoordeeld dat een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. 12-02-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Door claim op een hogere pensioenopbouw na februari 2008 tot ontslagdatum in 2012 te laten rusten en salarisvoorstellen te accepteren heeft werknemer zijn rechten tot verdere nakoming van de pensioenopbouw op eindloonbasis (na wijziging naar middelloonregeling in 2004) verwerkt. 12-02-2019
- Gerechtshof Den Haag Het doorsturen van bedrijfsgevoelige informatie naar echtgenote is een schending van geheimhoudingsbeding. Werknemer is terecht op staande voet ontslagen. 12-02-2019
- Gerechtshof Den Haag Expats hadden voldoende gelegenheid zich te beraden over de ‘hypotax’ en hebben willens en wetens ingestemd met de vaststellingsovereenkomst. Beroep op het finale kwijtingsbeding is dan ook niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid. 12-02-2019
- Gerechtshof Den Haag Schending van het verzuimprotocol, plaatsen van negatief Facebookbericht en een aanvaring met een collega onvoldoende voor ontbinding op grond van verwijtbaar handelen. Wel sprake van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. 12-02-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Nieuwe gronden 'vereenzelviging' en 'overgang van onderneming' maken niet dat het onderwerp van het geschil behoort tot de bevoegdheid van de kantonrechter. Kantonrechter heeft zich terecht onbevoegd verklaard maar had de zaak naar de handelskamer moeten verwijzen. 11-02-2019
- Gerechtshof Amsterdam Brief werkgeefster met opschrift ‘bevestiging ontslag’ levert geen rechtsgeldige opzegging door werknemer op. Geen sprake van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring of gedraging van werknemer, gericht op beëindiging van het dienstverband. 05-02-2019
- Gerechtshof Amsterdam Werknemer stelt werkgeefster aansprakelijk na bedrijfsongeval. Veiligheidsvoorschriften zijn in zodanig algemene bewoordingen gesteld dat niet te verwachten viel dat zij zouden leiden tot een handelen of nalaten waardoor het gevaar zou worden vermeden. Bekrachtiging vonnis kantonrechter. 05-02-2019
- Gerechtshof Den Haag Vordering tot toewijzing ontslagvergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag van werknemer in ICT die lijdt aan Asperger afgewezen. Voldoende re-integratie-inspanningen verricht door werkgever, onder meer door inschakeling van een in autisme gespecialiseerd bureau. 29-01-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ontbindingsverzoek werkgever op g-grond afgewezen. Wél sprake van ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding tussen Vluchtelingenwerk en werknemer, maar niet voldaan aan herplaatsingsverplichting. 23-01-2019
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Uitleg pensioenreglement van het arbeidsongeschiktheidspensioen van een gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer geschiedt conform de cao-norm. 13-02-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Uitleg van het studiekostenbeding leidt ertoe dat onder ‘opleiding’ en ‘opleidingstraject’ niet mag worden verstaan: de kosten voor het inwerken van de werknemer. 06-02-2019
- Rechtbank Overijssel Voor de uitleg of de uitkeringen uit de Zwitserlevenpolis aangemerkt dienen te worden als inkomsten zoals bedoeld in het wachtreglement wordt aansluiting gezocht bij het inkomstenbegrip in het sociaal zekerheidsrecht. 05-02-2019
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Activiteiten van de onderneming (verkoop panelen voor daken en gevels) worden gekwalificeerd als een groothandel in bouwmaterialen. Onderneming valt onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit van het bedrijfstakpensioenfonds. 30-01-2019
- Rechtbank Rotterdam Werknemer heeft bewust roekeloos schade toegebracht aan de bedrijfsauto van de werkgever. Werkgever heeft echter in reactie te veel loon ingehouden over de toegebrachte schade. 23-01-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Wijziging in pensioen van gepensioneerden door harmonisatie pensioenregeling is rechtsgeldig en niet onaanvaardbaar, omdat voldaan is aan artikel 22 Pw en instemming van de OR is verkregen. 23-01-2019
- Rechtbank Amsterdam Aftoppingsregeling in Sociaal Plan waarbij oudere werknemers met een lang dienstverband onevenredig hard getroffen worden, is in strijd met de WGBLA; hoewel sprake is van een legitiem doel is het middel niet passend en noodzakelijk. 22-01-2019
- Rechtbank Amsterdam Geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Reactie van werkneemster via e-mail naar alle collega’s is niet onbegrijpelijk gezien conflict met personeelsfunctionaris en angststoornis. Verzoek tot billijke vergoeding toegewezen. 17-01-2019
- Rechtbank Amsterdam Beroep van de werknemer op artikel 7:668 lid 3 BW is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Hoewel niet schriftelijk is medegedeeld, was het voor de werknemer duidelijk dat zijn contract niet voortgezet zou worden. 17-01-2019
- Rechtbank Noord-Holland De door Arvato aangevoerde redenen kunnen bij psychisch onmachtige werknemer niet als een dringende reden voor een ontslag op staande voet worden aangemerkt. Voorwaardelijk ontbindingsverzoek op de e-, g- of h-grond wordt afgewezen. 22-11-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Gelderland Uitleg van het begrip 'onderneming' in artikel 7:670a lid 2 sub a BW is overeenkomstig artikel 7:662 BW. Hierdoor geldt het opzegverbod tijdens ziekte niet omdat sprake is van beëindiging van een zelfstandige entiteit van werkgeefster. 2019-01-30
- Rechtbank Amsterdam Bij de beoordeling of de ondernemer erin is geslaagd aannemelijk te maken dat het instellen van een gemeenschappelijke ondernemingsraad bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR, past de rechter terughoudendheid. Uitgangspunt is dat de ondernemer dit zelf kan beoordelen. 2019-01-29