Naar boven ↑

Update

Nummer 5, 2020
Uitspraken van 29-01-2020 tot 02-02-2020
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Hof: Pakketvergelijking arbeidsvoorwaarden bij overgang van onderneming niet toegestaan
In AR 2020-0099 bevestigt het Hof Amsterdam de uitspraak AR 2018-0475: pakketvergelijking is niet toegestaan bij overgang van onderneming. Bij de overgang van onderneming hanteerde AH een zogenoemde ‘maandjesvergelijkingsmethode’. Verschillen in arbeidsvoorwaarden werden via persoonlijke toeslagen aangevuld. Toekomstige loonsverhogingen werden vervolgens (deels) verdisconteerd met de persoonlijke toeslag. Volgens FNV was dit onjuist en diende over het ‘oorspronkelijke loon’ loonsverhogingen te worden doorgevoerd. Het hof oordeelt net als de kantonrechter dat deze zienswijze juist is.

Hof: uitleg pensioenplafond bij tussentijds gewijzigde wettelijke pensioenleeftijd en toepassing gelijkebehandelingsnorm ABN Amro-arrest
In AR 2020-0107 oordeelt het Hof Den Bosch over de vraag hoe om te gaan met verhoogde (en deels getemporiseerde) AOW-leeftijden bij de berekening van een pensioenplafond in een sociaal plan. Het hof oordeelt dat leidend moet zijn de geldende pensioenleeftijd op datum aangaan van de beëindigingsovereenkomst en niet de nadien verhoogde AOW-leeftijd. Voorts werd een beroep gedaan op leeftijdsdiscriminatie. Onder verwijzing naar HR 24 januari 2020, AR 2020-0086 oordeelt het hof dat (ook) in dit geval sprake is van een met vakbonden overeengekomen sociaal plan dat is aangemeld als cao. De rechter dient dan terughoudendheid te betrachten in de toetsing van vermeend ongeoorloofd leeftijdsonderscheid.

Afwijzing sollicitant wegens zwangerschap is onrechtmatig, maar leidt niet tot schadevergoeding
In AR 2020-0104 staat de vraag centraal of het onrechtmatig handelen van werkgever – een sollicitante niet aannemen vanwege de zwangerschap – leidt tot schadevergoeding. Naar het oordeel van de rechter is dit niet het geval, omdat onvoldoende vast stond dat werkneemster de baan zou krijgen als de onrechtmatige gedraging zou worden weggedacht. Voor immateriële schade is schending van een fundamenteel recht als zodanig onvoldoende (HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376).

Ontbindingsverzoek werknemer leidt tot € 105.000 billijke vergoeding: op non-actiefstelling omdat werkneemster niet past bij nieuwe competenties leidinggevende in strijd met recht
In AR 2020-0101 oordeelt de kantonrechter over het ontbindingsverzoek van werkneemster, dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het verwijtbare gedrag zit hierin dat werkgever de inhoudelijke functiewijziging via de a-grond noch via de d-grond heeft ‘gespeeld’, maar werkneemster met 40 dienstjaren op non-actief heeft gesteld om ‘aan zichzelf te werken’. Op grond van het overgangsrecht WAB geldt in dit geval nog de oude transitievergoeding (€ 64.000). Van dit bedrag zal zeker € 24.000 nodig zijn voor om- en bijscholing, zodat de resterende € 40.000 betrokken kan worden bij de ‘inkomensdervingsberekening’ van de billijke vergoeding. Uiteindelijk wordt die vergoeding begroot op € 105.000 naast de transitievergoeding.

Loonsanctie leidt niet tot ernstig verwijtbaar handelen werkgever
In AR 2020-0102 oordeelt het hof dat gedragingen die tot een loonsanctie hebben geleid, de werkgever niet ook ernstig verwijtbaar handelend maakt. Ook indien juist zou zijn dat de door werkgever ingeschakelde arbo-arts onjuiste adviezen zou hebben gegeven, dat werkgever werkneemster bleef ‘pushen’ om mee te werken aan mediation en dat daarmee het lopende tweedespoortraject is vertraagd, mogen deze verwijten geacht worden mede redengevend te zijn geweest voor de aan werkgever opgelegde loonsanctie. Daarmee is de ontstane vertraging reeds omgezet in een maatregel ten laste van werkgever en ten gunste van werkneemster. Op grond van het vorenstaande valt niet in te zien dat de door werkneemster aan werkgever verweten opstelling en/of handelwijze, mede gelet op de reeds getroffen loonsanctie, zodanig zwaarwegend is dat daarmee ernstige verwijtbaarheid aan de orde is.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank