Naar boven ↑

Update

Nummer 11, 2022
Uitspraken van 09-03-2022 tot 16-03-2022
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: Voorrang Unierecht dwingt tot buitentoepassinglating van nationaal strijdige boetebepalingen, voor zover dat…
In AR 2022-0319 oordeelt het Hof van Justitie EU over de rechtstreeks werking van het Unierecht en de gevolgen van strijdigheid met een richtlijnbepaling. In casu ging het om zeer hoge boetes die waren opgelegd wegens schending van nationale (Oostenrijkse) administratieve plichten bij detachering van personeel. Het Hof oordeelt dat particulieren bij een onjuiste omzetting van Unierecht een direct beroep op de richtlijn toekomt. In dit geval voorzag de Oostenrijkse wet niet in de mogelijkheid boetes te matigen. Dit werd in strijd bevonden met het evenredigheidsbeginsel. In plaats van volledige buitentoepassingstelling, kan een lidstaat ook het ‘strijdige deel’ buiten toepassing laten, zodat alsnog een evenredige straf kan worden opgelegd.

HR: Vergewisplicht betwisting rechtsmacht bij verschijning ter zitting (Brussel I bis Vo.)
De vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek van werkgever, moet beoordeeld worden aan de hand van Verordening Brussel I bis. Artikel 22 lid 1 Verordening Brussel I bis houdt in dat de vordering van de werkgever slechts kan worden gebracht voor de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan de werknemer woonplaats heeft. Omdat de werknemer ten tijde van het inleidende verzoek in een andere lidstaat dan Nederland woonde (namelijk in Spanje), is in beginsel slechts de rechter in die andere lidstaat bevoegd. Op grond van artikel 26 lid 1 Verordening Brussel I bis is ook het gerecht van de lidstaat waarvoor de verweerder verschijnt bevoegd. In lid 2 van voornoemd artikel staat dat als werknemer verweerder is, dit gerecht zich ervan vergewist, alvorens de bevoegdheid op grond van lid 1 te aanvaarden, dat de werknemer op de hoogte is gebracht van zijn recht de bevoegdheid van het gerecht te betwisten en van de gevolgen van verschijnen of niet-verschijnen. De Hoge Raad overweegt dat het hof zich voor de vraag gesteld zag of de werknemer op de hoogte is gebracht van zijn recht de bevoegdheid van het hof te betwisten en van de gevolgen van verschijnen of niet-verschijnen. Het hof heeft deze vraag in r.o. 3.5 bevestigend beantwoord door te overwegen dat ‘hiervoor (…) voldoende aanknopingspunten in het dossier [zijn]’. Uit de beschikking blijkt niet welke aanknopingspunten het hof op het oog heeft. Het hof heeft zijn oordeel dat is voldaan aan artikel 26 lid 2 Verordening Brussel I bis en dat dit betekent dat het bevoegd is kennis te nemen van de zaak, dan ook niet voldoende gemotiveerd (AR 2022-0303).

Uitleg Regeling loonbesluit transitievergoeding en  ‘Harmonisatietoeslag’ / (geen) opvolgend werkgeverschap bij overstap naar andere ZBO-organisatie
In AR 2022-0310 staat de vraag centraal of de overstap van werknemer van ZBO-A naar ZBO-B welke ZBO’s per 1 januari 2014 zijn opgegaan in één organisatie, moet worden beschouwd als opvolgend werkgeverschap (in de zin van art. 7:673 lid 4 BW). Naar het oordeel van de rechter luidt het antwoord ontkennend omdat bij de overstap vóór 1 juli 2015 het zogenoemde bandencriterium geldt (en daaraan niet is voldaan) en vanaf 1 juli 2015 het ‘aanleiding-criterium’ geldt en in dit geval werknemer zelf de overstap heeft gemaakt.
Vervolgens stond de vraag centraal of een maandelijkse ‘harmonisatietoeslag’ meetelt voor de berekening van de transitievergoeding. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit niet het geval. De harmonisatietoelage is geen vaste eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3 lid 1 Besluit loonbegrip.  Er is geen sprake van een uitkering aan het eind van het jaar, maar een maandelijkse uitkering. De harmonisatietoelage is deels een compensatie voor het wegvallen van de 14e maand vanwege de fusie. De aanspraak op de 14e maand was bij X Amsterdam destijds afhankelijk van het persoonlijk functioneren en dus geen vaste eindejaarsuitkering in de zin van artikel 3 lid 1 Besluit Loonbegrip. De harmonisatietoelage is ook geen vaste of variabele looncomponent zoals bedoeld in de Regeling looncomponenten. Van een variabele looncomponent is geen sprake, omdat de hoogte van de harmonisatietoelage niet wordt bepaald door het functioneren van de werknemer of de resultaten van de ondernemingen. Van een vaste looncomponent is geen sprake, omdat de harmonisatietoelage niet kan worden aangemerkt als een overwerkvergoeding of ploegentoeslag zoals genoemd in artikel 4 Regeling looncomponenten.

Ontslag op staande voet wegens ‘by pass’: werkneemster weigert hartpatiënt te bezoeken wegens wegomleiding
In AR 2022-0298 oordeelt de rechter dat werkneemster (thuiszorg) terecht op staande voet is ontslagen wegens het weigeren een hartpatiënt te bezoeken vanwege een wegomleiding. Deze cliënt was voor zijn gezondheid afhankelijk van de hulp van werkneemster en daarom kan haar een zwaar verwijt worden gemaakt dat zij deze cliënt tijdens haar dienst heeft overgeslagen. De omstandigheid dat er een wegomleiding was waardoor zij 15 minuten moest omrijden en daardoor die dag achter op schema zou komen te liggen, was geen geldige reden om deze cliënt dan maar niet te bezoeken. Ook het feit dat zij de cliënt per sms heeft bericht dat zij niet kon komen en werkgeefster daar via een whatsappbericht van op de hoogte heeft gesteld, maakt het verzuim niet minder ernstig. Nu werkneemster ook al een aantal keer was gewaarschuwd had van haar verwacht mogen worden dat zij de nodige inspanningen zou plegen om het bezoek aan de bewuste cliënt mogelijk te maken. Omdat werkneemster dit zonder goede reden niet heeft gedaan en de cliënt hierdoor aan een gezondheidsrisico heeft blootgesteld, kan van werkgeefster in redelijkheid niet worden verwacht het dienstverband nog langer te laten voortduren.

Werkneemster dient € 100.000 aan schade te betalen aan werkgever, wegens opzettelijk verhuren van woningen buiten company policy om
In AR 2022-0301 oordeelt de rechter dat werkneemster opzettelijk in de zin van artikel 7:661 BW schade heeft toegebracht aan werkgever. Gelet op de taak van werkneemster als verhuurmedewerker is de verhuur aan kandidaat-huurders op basis van vervalste of niet-authentieke documenten en incomplete verhuurdossiers ernstig verwijtbaar. Uit de onderzoeksgegevens die werkgeefster in het geding heeft gebracht, is genoegzaam gebleken dat werkneemster de totstandkoming van de huurovereenkomsten van vijf betrokken panden opzettelijk heeft gemanipuleerd door gebruikmaking van niet-authentieke en vervalste documenten. Zij heeft hiermee gehandeld in strijd met hetgeen van haar als verhuurmedewerker had mogen worden verwacht en is zich daadwerkelijk bewust geweest van het roekeloze karakter van haar handelen en de aanmerkelijke kans op schade bij werkgeefster als gevolg van dat handelen. Dat blijkt onder meer uit het feit dat zij haar handelwijze verborgen wilde houden en uitsluitend ontwijkende antwoorden heeft gegeven. Ook als het zo zou zijn dat een deel van de documenten is geaccordeerd door de regiomanager (hetgeen werkneemster heeft aangevoerd, maar onvoldoende heeft onderbouwd), ontneemt dat niet het opzettelijke karakter aan haar benadelingshandelingen. Werkneemster is aldus aansprakelijk op grond van artikel 7:661 BW dan wel verplicht op grond van artikel 6:162 BW de schade te vergoeden.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank