Naar boven ↑

Update

Nummer 17, 2022
Uitspraken van 20-04-2022 tot 26-04-2022
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR (art. 81 Wet RO): voorbereidingshandelingen concurrerende onderneming tijdens dienstverband niet zonder meer in strijd met artikel 7:611/2:9 BW
In AR 2022-0459 oordeelt de Hoge Raad in een ‘onrechtmatige concurrentiebeding-zaak’, waarbij een voormalige COO en CTO met een aantal ex-werknemers een concurrerende onderneming starten. In cassatie is onder meer aan de orde of het treffen van voorbereidingshandelingen tijdens dienstverband niet zonder meer in strijd is met artikel 7:611 BW of artikel 2:9 BW. Volgens de A-G is dit afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Hetzelfde geldt voor het toezenden van bedrijfsadministratie aan de privémail van een van de voormalig bestuurders. In een lijvige conclusie komt de A-G tot de slotsom dat alle cassatiemiddelen moeten worden verworpen en daarmee het oordeel van het hof dat de stellingen onvoldoende zijn onderbouwd stand houdt.

Aantekening in personeelsdossier onzorgvuldig tot stand gekomen
In AR 2022-0453 oordeelt de rechter over de rechtmatigheid van het aantekenen van een officiële waarschuwing (stemverheffing en harde woorden door badmeester jegens gasten) in het personeelsdossier. Een werkgever is bevoegd een personeelsdossier aan te leggen en bij te houden. Een werknemer kan zich verzetten tegen het invoeren van bepaalde informatie indien dat in strijd is met goed werkgeverschap. De schriftelijke waarschuwing is gegeven wegens luide stemverheffing en intimiderend en bedreigend gedrag vertonen jegens de gasten. Volgens de kantonrechter is het onzorgvuldig om een officiële waarschuwing te geven, daarna omgezet in een aantekening, zonder daarvoor bijvoorbeeld onderzoek te plegen en wederhoor toe te passen, en deze later van een andere grondslag te voorzien. Werkgever heeft niet in redelijkheid tot de feitelijke vaststelling en tot het besluit kunnen komen dat werknemer zich heeft gedragen zoals werkgever dat in de aanvankelijke waarschuwing heeft aangeduid.

Vernietiging vaststellingsovereenkomst wegens dwaling of misbruik van omstandigheden: zieke werknemer onvoldoende geïnformeerd over gevolg van beëindiging
In AR 2022-0458 oordeelt het hof dat de vaststellingsovereenkomst tussen werknemer en werkgever wordt vernietigd wegens dwaling/misbruik van omstandigheden. Anders dan werkgever heeft aangevoerd is een beroep op vernietiging van een vaststellingsovereenkomst wegens dwaling niet uitgesloten. Een beroep op dwaling kan wel toewijsbaar zijn wanneer ten onrechte relevante informatie niet is gegeven. De belangrijkste reden voor werkneemster om de vaststellingsovereenkomst aan te gaan, was het niet hoeven ondergaan van het behandeltraject bij HSK. Het hof acht het aannemelijk dat werkneemster heeft gewaald over de inlichtingen van werkgever dat de loonbetaling moest worden gestaakt wanneer werkneemster niet zou meewerken aan het behandeltraject. Misbruik van omstandigheden is bovendien niet uitgesloten. Het hof kan niet ervan uitgaan dat sprake is geweest van een abnormale geestestoestand, maar wel is sprake geweest van een moment waarop werkneemster druk heeft ervaren vanuit het onjuiste idee dat zij het behandeltraject bij HSK moest volgen. Werkgever was van die omstandigheden op de hoogte. Werkgever had werkneemster ervan moeten weerhouden de vaststellingsovereenkomst aan te gaan.

Ondernemer handelt onrechtmatig en is door juridisch deskundige direct aansprakelijk te stellen voor kosten gemaakt door OR
Het hof is van oordeel (AR 2022-0456) dat Kennemerland onrechtmatig heeft gehandeld jegens Spectrum door haar factuur niet te voldoen (zie ook AR 2021-1237). Nu het gaat om de vraag of op grond van artikel 22 lid 2 WOR kosten vergoed dienen te worden had de OR ex artikel 36 lid 2 WOR een procedure tegen Kennemerland aanhangig moeten maken, hetgeen zij heeft nagelaten. Dit kan Spectrum evenwel niet worden tegengeworpen. De stelling van Kennemerland dat de OR destijds alle tijd en gelegenheid had om een procedure ex artikel 36 lid 2 WOR te starten is onjuist. Er zat tijdsdruk op de advisering door de OR en een procedure zou de voorgenomen overname hebben vertraagd. Kennemerland heeft de (onervaren en niet juridisch onderlegde) OR ook niet gewezen op de mogelijkheid van een dergelijke procedure. Kennemerland kan Spectrum niet tegenwerpen dat zij de OR had moeten adviseren een procedure ex artikel 36 lid 2 WOR te voeren of ervoor zorgdragen dat de OR zijn rechten ter zake aan Spectrum had gecedeerd. Omdat Kennemerland en de OR inmiddels zijn opgeheven, resteert als grondslag voor voldoening van de factuur van Spectrum een onrechtmatige daad van Kennemerland.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank