Naar boven ↑

Update

Nummer 11, 2023
Uitspraken van 08-03-2023 tot 15-03-2023
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. S.C. Goedhart, mr. C.P. Kuijer, mr. D. Ottevanger, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. S. van der Slot, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

Geen voorschot op compensatie voor zorgpersoneel met ‘post-COVID’
In AR 2023-0316 oordeelt de voorzieningenrechter dat de vakbonden niet-ontvankelijk zijn in hun collectieve actie jegens de Staat om een voorschot op schadevergoedingen voor zorgpersoneel met ‘post-COVID’-klachten te verstrekken. Naar het oordeel van de rechter voldoet de vordering niet aan de eisen van artikel 3:305a BW (voldoende gelijksoortigheid). De rechter sluit af: ‘In redelijkheid kan niet ter discussie staan dat de gedupeerden er groot belang bij hebben dat zij op korte termijn duidelijkheid krijgen over een compensatie voor de financiële gevolgen die in verband staan met hun inzet in de zorg in de eerste periode nadat de coronapandemie Nederland bereikte en de daarbij opgelopen besmettingen die hebben geleid tot langdurige ziekte. Hoezeer begrijpelijk is dat de vakbonden dit kort geding hebben aangegrepen als breekijzer, kan deze juridische weg op de hiervoor genoemde gronden geen soelaas bieden.’

Schending privacy werknemer leidt tot ernstig verwijtbaar handelen werkgever: € 55.000
In AR 2023-0331 oordeelt het hof dat het in contact treden van werkgever met de vader van werknemer en persoonlijke informatie delen ernstig verwijtbaar is. Werknemer had aangifte gedaan wegens vermeend seksueel misbruik van zijn vader jegens hem en zijn broer en de werkgever uitdrukkelijk gevraagd ieder contact met zijn ouders te vermijden. Door dit wel te doen, er niet open over te zijn en alle communicatie te stagneren, handelt de werkgever ernstig verwijtbaar. De billijke vergoeding wordt bepaald op € 55.000, zijnde het verschil tussen de voortijdige beëindiging en de hypothetische gevalsvergelijking.

Geen veilige werkomgeving maakt werkgever ernstig verwijtbaar handelend (€ 4.000)
In AR 2023-0315 oordeelt het hof dat werkgever zijn verplichting zorg te dragen voor een veilige werkomgeving heeft geschonden en daardoor ernstig verwijtbaar handelt. Het hof kwalificeert het vastgestelde gedrag van de leidinggevende tegenover werkneemster als uitingen van verbaal geweld (uitschelden, beledigen) en psychisch geweld (intimideren en onder druk zetten). Zo is komen vast te staan dat de leidinggevende de baliemedewerksters geregeld schreeuwend tegemoet is getreden en met deuren heeft gesmeten. Ook is voldoende aannemelijk gemaakt dat er vrouwonvriendelijke opmerkingen werden gemaakt door de leidinggevende. De leidinggevende heeft meermalen ‘moves’ gemaakt op werkneemster die zich uiteindelijk heeft ziekgemeld. De leidinggevende had zich moeten realiseren dat niet alleen vanwege het leeftijdsverschil maar ook vanwege zijn positie als leidinggevende en feitelijk werkgever, afstand tot werkneemster bewaard had moeten blijven. De billijke vergoeding is vanwege de korte duur van het dienstverband bepaald op € 4.000.

Wegnemen € 2550 kasgeld van werkgever levert een dringende reden op, maar ontslag op staande voet niet onverwijld verleend. Toch geen billijke vergoeding
In AR 2023-0336 en AR 2023-0337 oordeelt het hof dat het wegnemen van kasgelden op zich een dringende reden voor ontslag rechtvaardigt, maar in casu geen sprake is van een onverwijlde opzegging. Voor zover het moment van werknemer moet worden gevolgd, ontbreekt een onverwijlde mededeling. Voor zover het moment van werkgever moet worden gevolgd, is geen sprake van onverwijlde opzegging want te laat. Wel oordeelt het hof dat in dit geval geen aanleiding bestaat tot het toekennen van een billijke vergoeding naast de transitievergoeding en onregelmatige opzeggingsvergoeding. Redengevend hiervoor is dat werknemers zelf reeds de arbeidsovereenkomst (op termijn) hadden opgezegd en werkgever overigens niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

In dezelfde uitspraken gaat het hof in op de vraag of werknemers recht hebben op werkelijke proceskostenvergoeding op grond van artikel 7:611 BW. Het hof verwerpt die benadering en licht toe dat uit New Hairstyle niet volgt dat altijd de werkelijke kosten op grond van artikel 7:611 BW vergoed moeten worden, maar dat die vergoeding slechts ziet op kosten die voorafgaand aan de litigieuze ontslagprocedure zijn gemaakt (in een vso of UWV-traject).

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het telefoonnummer 0343-430600 of via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ar-updates@budh.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof

Rechtbank